Plan: | Buitengebied 2e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0678.buitengebiedHZ002-VA02 |
het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0678.buitengebiedHZ002-VA02 van de gemeente Kapelle.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
folie die op de bodem wordt aangebracht ter verbetering van de microklimatologische omstandigheden om de groei van gewassen onder de folie te bevorderen.
een (eventueel fysiek) afgebakend terrein waarop/waarin zich een installatie bevindt, met als doel het kunnen afsluiten van hoge druk aardgastransportleidingen in geval van onderhoudswerkzaamheden en/of calamiteiten.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
de Agrarische Adviescommissie van de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten, dan wel een andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijk deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw.
een bedrijf gericht op het opslaan en leveren van goederen aan agrarische bedrijven en/of het opslaan en verwerken van producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, waaronder niet begrepen mestverzamelsilo's met een regionale functie.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een waterbassin als bouwwerk of ander werk, geen bouwwerk zijnde, buiten gebouwen, ten behoeve van aquacultuur.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of (agrarisch)bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan bestaande gebruik.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
al dan niet verplaatsbare constructies, overtrokken met en omsloten door lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van tuinbouwgewassen, fruit of siergewassen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
al dan niet verharde percelen voor de teelt van planten in potten.
vorm van recreatie waarbij het ruimtegebruik een kortstondig karakter heeft en gericht is op sport en spel, de beleving van en/of kennismaking met natuur, landschap en cultuur van het platteland, wandelend, per fiets, of te paard dan wel geconcentreerd is ter plaatse van een attractie.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen aangaande een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening, zoals bijvoorbeeld een archeologisch deskundige, landschapsdeskundige, milieudeskundige en natuurdeskundige.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur of een bijzondere woonvorm, van een woning.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
'kleinschalig kamperen' met gebruikmaking van voorzieningen in de vorm van kampeer /recreatiebedrijven of logies met ontbijt.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een praktijkopleiding in de landbouw gericht op een specifieke doelgroep die door deze opleiding de kans op werk vergroot.
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de betreffende personen het hoofdverblijf ter plaatse of elders hebben.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport , onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
activiteiten die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwvlak.
verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt, niet langer dan het zomerseizoen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
bouwwerken zonder wanden, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas ten behoeve van de bescherming van tuinbouwgewassen tegen neerslag of zonlicht.
een bedrijf dat is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden, niet zijnde een paardenfokkerij.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende het gehele jaar.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
10-6 iso-risicocontour voor het individuele risico per jaar.
het bedrijfsmatig – of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt – gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 4) die van deze regels onderdeel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 5) die van deze regels deel uitmaakt.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarop planten worden geteeld ten behoeve van fruitteelt en de teelt van andere tuinbouwgewassen.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
boog- en gaaskassen, hagelnetten, foliekassen en overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorziening en stellingen ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een beperkte periode van het jaar.
voor verblijf geschikte (al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde.
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt.
de op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevellijn) of aan de van de weg afgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden.
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste perceelsgrens aan.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties voor de waterhuishouding.
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm of kamerverhuur /logies voor meer dan drie personen inclusief de huishouding dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht.
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
een agrarisch bedrijf waar mensen met een zorg- of hulpvraag een waardevolle dagtaak hebben.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden tussen bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meegerekend.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%), wordt de goot of boeibord van de dakkapel als goothoogte aangemerkt.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op een bouwvlak is toegestaan:
met dien verstande dat:
Buiten een bouwvlak zijn toegestaan:
met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - randzone' tevens 6 gebouwen ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik in de vorm van dierenstalling, opslag van voer en machines voor terreinonderhoud en 3 paardenbakken zijn toegestaan, met inachtname van de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | gebouwen voor opslag van agrarische producten | 8 m | 12 m | zie lid 3.2.1 onder |
4A | gebouwen ten behoeve van een aanhangwagenbouwbedrijf ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3' | 8 m | 12 m | zie bijlage 1 |
4 | andere bedrijfsgebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
10 m | |
|
|
|
|
|
6 | hoofdtak intensieve veehouderij | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie bijlage 1 |
7 | kassen bij wijze van neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
8 | kassen hoofdtak glastuinbouw | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m, tenzij met een maatvoeringsaanduiding anders aangegeven | 5.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
9 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij als neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m² |
10 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij als hoofdtak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 5.000 m² |
11 | sanitaire voorzieningen bij een minicamping | 3 m | 5 m | 50 m² |
12 | mestopslagruimten | 4 m | 6 m | 2.500 m |
13 | silo ter plaatse van de aanduiding 'silo' aan de westzijde van de Kreekweg ten hoogste 4 silo's en aan de oostzijde ten hoogste |
15 m | ||
14 | silo | 10 m | ||
15 | containervelden | 2 ha. | ||
|
|
|
|
|
17 | veldschuren voor fruitteeltbedrijf | 4 m | 6 m | 100 m²; 1 per bedrijf |
|
|
|
||
19 | sleufsilo | 6 m | ||
19A |
|
|
|
|
20 | gebouwen ten behoeve van een agrarisch hulp- en nevenbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' | 6 | 10 | 1.450 m² |
21 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 9' | 3 m | 3.200 m² | |
22 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3' | 6 | 10 | 1.500 m² |
23 | schuurtjes en kasjes ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' | 2,5 m | gezamenlijk 6 m² per volkstuin | |
24 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
25 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
26 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag uitsluitend worden gebouwd indien voorzien wordt in:
Op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mag uitsluitend worden gebouwd indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.2 voor het bouwen van agrarische veldschuren buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid
3.2.3
onder 5 voor
het vergroten van het bedrijfsvloeroppervlakte voor een neventak intensieve veehouderij, met
inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.3 onder 6 de genoemde bedrijfsvloeroppervlakte voor intensieve veehouderij te vergroten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.3 onder 8 genoemde oppervlakte voor kassen te vergroten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 onder b voor een tweede agrarische bedrijfswoning voor glastuinbouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw of uitbreiden van één bestaand gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 onder
g
h voor een kleinere afstand dan 20 m, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.4 onder b voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen,
regenkappen of hagelnetten,
buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.4 onder
i
k voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en/of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingvergunning te gebruiken voor fruitteelt ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 m van plangrenzen rond de kernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daar niet onder inbegrepen).
Het verbod van lid 3.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen nadelige effecten optreden voor het woon- en leefklimaat in de kern of het recreatieterrein.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.6.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor het realiseren van een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de in dit artikel in lid 3.2.3 onder
5
6 bedoelde maat van bedrijfsvloeroppervlakte – na toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.3.5 – wijzigen voor uitbreiding van intensieve veehouderij in verband met wettelijke huisvestingseisen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Agrarisch met de aanduiding 'glastuinbouw', met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Agrarisch met de aanduidingen 'bouwvlak', 'glastuinbouw' en 'specifieke vorm van agrarisch - 2' (landschappelijke inpassing) met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het realiseren van een installatie voor het opwekken van duurzame energie in de vorm van een biomassaverbrandingsinstallatie, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Verkeer en Waterstaat - Beschermde Dijken met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch met de aanduiding bouwvlak wijzigen in de bestemming Wonen en/of de bestemming Agrarisch zonder bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch in en bij landelijke
bebouwingsconcentraties wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemming Wonen met de aanduiding 'zorgboerderij', met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 5' een nieuw bouwvlak projecteren ten behoeve van een agrarisch bedrijf gecombineerd met een leerwerkproject in de landbouw en/of een zorg- of woonzorgproject in de landbouw, met in achtneming van het volgende:
De voor 'Agrarisch - Open landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op een bouwvlak is toegestaan:
met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is.
Buiten een bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | gebouwen voor opslag van agrarische producten | 8 m | 12 m | zie lid 4.2.1 onder |
4 | overige gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie lid 4.2.1 onder |
|
|
|
|
|
6 | kassen bij wijze van neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
7 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m² |
8 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 8' | 8 m | 12 m | zie lid 4.2.1 onder g |
9 | mestopslagruimten | 4 m | 6 m | 2.500 m² |
10 | silo | 10 m | ||
11 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
12 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
13 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid
4.2.3
onder 5 voor
het vergroten van het bedrijfsvloeroppervlakte voor een neventak intensieve veehouderij, met
inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw of uitbreiden van één bestaand gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 onder
c
d voor een kleinere afstand dan 20 m, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.4 onder b voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen,
regenkappen of hagelnetten,
buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.4 onder h voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en/of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor het realiseren van een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Open landschap' wijzigen voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Agrarisch - Parklandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op een bouwvlak is toegestaan:
met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is.
Buiten een bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | gebouwen voor opslag van agrarische producten | 8 m | 12 m | zie lid 5.2.1 onder f |
4 | overige gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie lid 5.2.1onder f |
|
|
|
|
|
6 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij bij neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m² |
7 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij bij hoofdtak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 5.000 m² |
8 | kassen bij wijze van neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
9 | sanitaire voorzieningen bij een minicamping | 3 m | 5 m | 50 m² |
10 | mestopslagruimten | 4 m | 6 m | 2.500 m² |
11 | silo | 10 m | ||
12 | containervelden ter plaatse van gronden zonder de aanduiding 'bomenteelt' | 2 ha | ||
12A | boogkassen ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt' |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
15 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
16 | gebouwen ten behoeve van een bed & breakfast ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' | 4 m | 8 m | 185 m² |
17 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
18 | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 m |
Op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag uitsluitend worden gebouwd indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.2.2 voor het bouwen van agrarische veldschuren buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.2.1 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid
5.2.3
onder 5 voor
het vergroten van het bedrijfsvloeroppervlakte voor een neventak intensieve veehouderij, met
inachtneming van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw of uitbreiden van één bestaand gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.2.1 onder c voor een kleinere afstand dan 20 m, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.4 onder c voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen,
regenkappen of hagelnetten,
buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 5.4 onder k l voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en/of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 5.1 bedoelde gronden, ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 m van plangrenzen rond de kernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daar niet onder inbegrepen), zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te gebruiken voor fruitteelt.
Het verbod van lid 5.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen nadelige effecten optreden voor het woon- en leefklimaat in de kern of het recreatieterrein.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.6.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor realisering van het parklandschap,
met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen een bouwvlak vergroten, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen aan de bestemming Agrarisch - Parklandschap de aanduiding 'bomenteelt' toevoegen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Parklandschap' wijzigen voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Agrarisch - Windturbinepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op een bouwvlak is toegestaan:
Buiten een bouwvlak is toegestaan:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | gebouwen voor windturbines | 4 m | 15 m² | |
2 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor windturbines | 70 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 6.2.2 voor het bouwen van agrarische bouwwerken buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op een bouwvlak is toegestaan:
met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is.
Buiten een bouwvlak zijn toegestaan:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | gebouwen voor opslag van agrarische producten | 8 m | 12 m | zie lid 7.2.1 onder f |
|
|
|
|
|
5 | kassen bij wijze van neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
6 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m² |
7 | overige gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | |
8 | mestopslagruimten | 4 m | 6 m | 2.500 m² |
9 | silo | 10 m | ||
10 | veldschuren | 4 m | 6 m | 50 m² per bedrijf |
11 | veldschuren voor fruitteeltbedrijf | 4 m | 6 m | 100 m² per bedrijf |
12 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
13 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
14 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.2.1 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid
7.2.3
onder 6 de
genoemde bedrijfsvloeroppervlakte voor intensieve veehouderij te vergroten, met inachtneming van de
volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw of uitbreiden van één bestaand gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.2.1 onder c voor een kleinere afstand dan 20 m, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.4 onder b voor
het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten, buiten agrarische
bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 7.1 bedoelde gronden, ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 m van plangrenzen rond de kernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daar niet onder inbegrepen), zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te gebruiken voor fruitteelt.
Het verbod van lid 7.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen nadelige effecten optreden voor het woon- en leefklimaat in de kern of het recreatieterrein.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.6.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/inhoud | |
1 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
2 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
3 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 8.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
2A | een afsluiterlocatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - 1' | 3,5 m | 3,5 m | |
2B | een meet- en regelstation ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - 2' | 5 m | 5 m | |
2C | een gasontvangststation ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - 3' | 5 m | 5 m | |
2D | terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - 1', 'specifieke vorm van leiding - 2' of 'specifieke vorm van leiding - 3' | 3,5 m | 3,5 m | |
2E | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - 1', 'specifieke vorm van leiding - 2' of 'specifieke vorm van leiding - 3' | 5 m | 5 m | |
3 | overige bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie bijlage 1 * |
4 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
5 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
6 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening | 12 m | ||
6A | bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor windturbines | 70 m | ||
7 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3,5 m |
* Tenzij op het bouwvlak met een maatvoeringsaanduiding een maximale bebouwingspercentage is aangegeven, dan geldt het aangegeven maximale bebouwingspercentage.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de oppervlakte gebouwen, zoals genoemd in bijlage 1, voor het vergroten van oppervlakte van gebouwen, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, met inachtneming van de volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen binnen de bestemming wijzigen in een bestemming zonder functieaanduiding of met een andere aanduiding, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende:
De voor 'Bedrijf - Haven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 10.1:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de oppervlakte gebouwen, zoals
genoemd in bijlage 1, voor het vergroten van oppervlakte van gebouwen, met inachtneming van de
volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, met inachtneming van de volgende:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor bos, water, alsmede voor bescherming en ontwikkeling van de actuele en potentiële landschappelijke waarden en extensief recreatief medegebruik.
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied | 2 m | ||
2 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het is verboden op de in lid 11.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 11.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 11.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie maatvoerings- aanduiding | 4 m hoger dan de goothoogte | zie bijlage 1 |
2 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
3 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
4 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied | 2 m | ||
2 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 4 m hoger dan de goothoogte | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie bijlage 1 |
4 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
5 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
6 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 14.1:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding | 4 m | 2% van het bouwvlak |
2 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
3 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
4 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied | 2 m | ||
2 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bestemming voor de bouw van observatiehutten, met inachtneming van de volgende regels
Het is verboden op de in lid 16.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 16.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 16.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfswoning | 6 m | 10 m | 750 m³ |
2 | aan-, uit-, en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | gebouwen voor opslag ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein' | zie maatvoerings- aanduiding | 4 m | 20 m² |
4 | bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie maatvoerings- aanduiding | 4 m hoger dan de goothoogte | zie bijlage 1 |
5 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
6 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 4 m hoger dan de goothoogte | 750 m³ |
2 | aan-, uit-, en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie bijlage 1 |
4 | gebouwen voor sanitaire en recreatieve voorzieningen, opslag en clubhuis op het bouwvlak met de aanduiding 'sportveld' | zie maatvoerings- aanduiding | 7 m | zie bijlage 1 |
5 | staande wip (ten behoeve van de boogschutters) | 30 m | ||
6 | lichtmasten | 15 m | ||
7 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
8 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt tevens de volgende regel:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
2 | overige terreinafscheidingen | 2 m | ||
3 | bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 20.2.1, ter plaatse van de bestemming, voor het aan- of uitbouwen van gebouwen en overkappingen bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen, met inachtneming de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1' | 8 m | zie bijlage 1 | |
1A | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 2' | 4 m | zie bijlage 1 | |
2 | gebouwen op andere locaties | 4 m | 15 m3 | |
3 | bouwwerken (bushokjes) | 3 m | 9 m² | |
4 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
5 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de bij de bestemming behorende voorzieningen. | 10 m | ||
6 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt tevens de volgende regel:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfsgebouwen | 4 m | 6 m | 25 m² |
2 | remwerken | 6 m | ||
3 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
4 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
De voor 'Water - Deltawater' aangewezen gronden zijn, met inbegrip van de oevers, bestemd voor:
Op deze gronden zijn toegestaan:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | remwerken | 6 m | ||
2 | aanlegsteigers ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' | 6 m | ||
3 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
4 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het is ter plaatse van gronden met de bestemming Water - Deltawater verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 23.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 23.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 23.1 genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de natuur- en landschapsdeskundige.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Buiten bouwvlakken zijn toegestaan:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt binnen het bestemmingsvlak ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | woning | zie maatvoerings- aanduiding | 4 m hoger dan de goothoogte | 750 m³ tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum volume' anders is aangegeven |
2 | aan-, uit- en bijgebouw inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² tenzij met een maatvoeringsaanduiding anders aangegeven |
3 |
ter plaatse van de aanduiding 'landhuis': - hoofdgebouwen - bijgebouwen en aanbouwen |
|
10 m 8,5 m |
4.500 m³ 200 m² |
4 | kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' | 3 | 6 | 81 m² |
4 | terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied | 1 m | ||
5 | overige terreinafscheidingen | 2 m | ||
6 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid
24.1
voor het
uitoefenen van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning, aanbouwen
en/of bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 24.2.1 voor het bouwen van gebouwen op een kleinere afstand tot de perceelsgrens, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 24.2.2 en lid 24.2.3 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen en aanbouwen buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 24.1 voor het uitoefenen van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning, aanbouwen en/of bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 24.1 voor nevenfuncties naast de hoofdfunctie wonen op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf', met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen in de bestemming Agrarisch voor het plaatsen van een nieuw agrarisch bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Agrarisch – Logies Voorlopig' aangewezen gronden zijn voorlopig bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, bedraagt 5 jaar, gerekend vanaf de dag van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
De voor 'Agrarisch - Logies Voorlopig' aangewezen gronden zijn definitief bestemd voor Agrarisch
conform artikel 3. De bepalingen van artikel 3 (bouwregels, afwijking van de bouwregels, specifieke
gebruiksregels, afwijking van de gebruiksregels, omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
en wijzigingsbevoegdheid) alsmede de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 43.5 zijn van
overeenkomstige toepassing.
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een kerosineleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 26.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en), tevens wordt indien van toepassing advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Het is verboden op de in lid 26.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 26.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 26.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 26.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 26.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding van:
alsmede voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 27.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet
onevenredig
wordt geschaad en vooraf schriftelijk
advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden
verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en), tevens wordt indien van toepassing advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Het is verboden op de in lid 27.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 27.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 27.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 27.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
De voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 28.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Het is verboden op de in lid 28.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 28.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 28.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 28.1 genoemde aanwezige verbindingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 28.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor:
Op deze gronden is het bouwen van bouwwerken niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de limitatieve opsomming van stoffen, zoals bepaald in lid 29.1, indien en voor zover:
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Het is verboden op de in lid 29.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 29.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 29.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 29.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 29.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een afvalwatertransportleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 30.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Het is verboden op de in lid 30.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 30.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 30.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 30.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 30.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor (de bescherming van ) een watertransportleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 31.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en vooraf ter zake advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 31.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 31.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van een terrein met archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 32.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 32.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van stads- en dorpskernen met een archeologische verwachtingswaarde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 33.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 33.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 34.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 34.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van gronden met een gematigde archeologische verwachtingswaarde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 35.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 35.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van gronden met een lage archeologische verwachtingswaarde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 36.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 36.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van maritieme gronden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 37.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 37.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfsgebouwen Kanaalweg | 1.300 m² | ||
1A | bedrijfsgebouwen Schoorse Zeedijk | 150 m2 | ||
1B | de ashoogte van een windturbine ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' |
70 m (ashoogte) |
||
2 | overige bouwwerken | 10 m | 25 m² | |
3 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
4 | remmingswerken | 6 m | ||
5 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor waterbeheersing en scheepvaartbegeleiding | 10 m | 100 m² | |
6 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 38.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 38.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 38.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 38.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en wordt voldaan aan de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 38.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de beheerder van de dijk en/of waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onderling wijzigen in de bestemmingen Natuur en Water voor het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van de genoemde bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het water.
indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze
regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
De voor 'Waterstaat - Beschermde dijken' aangewezen gronden zijn bestemd voor behoud en/of herstel van de daaraan eigen landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden, alsmede voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | |
1 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
2 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het is verboden op de in lid 39.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 39.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 39.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 39.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en wordt voldaan aan de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onderling wijzigen in de bestemmingen Natuur en Water voor het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van de genoemde bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het water.
indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze
regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Binnen het gehele plangebied geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 113 meter boven NAP teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 41.2.1 onder de voorwaarde:
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de volgende regels:
Met betrekking tot de 'geluidszone - industrie' geldt dat binnen deze zone geen nieuwe geluidsgevoelige objecten zijn toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen ter plaatse van 'wijzigingsgebied 1' in de
bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie met de aanduiding 'landschapscamping' en, in de
bestemming Natuur met aanduiding 'landschapscamping' ten behoeve van het realiseren van een
landschapscamping, met in achtneming van het volgende:
(niet vastgesteld)
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' ter plaatse van de gebiedsaanduiding
'wetgevingszone - wijzigingsgebied 3' wijzigen door toevoeging van de aanduiding 'glastuinbouw' en
'specifieke vorm van agrarisch - landschappelijke inpassing', met inachtneming van de volgende
regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 4' wijzigen door het toekennen van bouwvlakken uitsluitend voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking kan worden verleend – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in 3.4, 4.4 of 5.4 voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen bestemmingen wijzigen in de bestemmingen Verkeer, Groen en Water, met inachtneming van de volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken de van bestemming Waarde – Archeologie 2 t/m 7 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien dit op grond van archeologisch onderzoek noodzakelijk is met het oog op de bescherming of de veiligstelling van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien de bebouwing ten behoeve van de voor dat bouwvlak geldende bestemming zonder deze verandering niet of niet goed zou kunnen worden gerealiseerd en op grond van archeologisch onderzoek is gebleken dat de verandering van het bouwvlak geen afbreuk doet aan de bescherming of de veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de plaatsing van zendmasten met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch (artikel 4 tot en met 8), de bestemming Wonen en de bestemming Tuin wijzigen ten behoeve van een betere situering van een burgerwoning, met inachtneming van de volgende regels:
De voorschriften van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Overtreding van het bepaalde in:
is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening'.