direct naar inhoud van 3.10 Niet-agrarische bedrijvigheid
Plan: Kapelle Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.buitengebied-OW01

3.10 Niet-agrarische bedrijvigheid

Huidige situatie

Binnen het plangebied bevinden zich naast de eerdergenoemde agrarische bedrijven nog enkele bedrijven die een niet-agrarisch karakter hebben, enkele bedrijven die aansluiten op de agrarische sector en bedrijven die binding hebben met het wegverkeer (onder andere servicestation ANWB, opslagterrein van Provinciale- en Rijkswaterstaat). In bijlage 8 zijn al deze niet-agrarische bedrijven in een tabel weergegeven met een overzicht van de activiteiten waarvoor een Wm-vergunning is verleend.

Ontwikkelingen

Door afname van het aantal agrarische bedrijven zal naar verwachting in een aantal situaties de vrijkomende agrarische bebouwing voor niet-agrarische bedrijfsactiviteiten worden gebruikt. Niet-agrarische bedrijfsfuncties nemen in het buitengebied toe. Dit sluit aan bij de noodzakelijke verbreding van de functionaliteit van het buitengebied (zie ook paragraaf 3.3.2.).

In verband met de mogelijke stopzetting van de drinkwaterwinning op de Brabantse Wal is waterbedrijf Evides voornemens nabij de Spaanweg en spaarbekken te realiseren van circa 30 hectare en een inhoud van circa 2,5 miljoen m³. Hiervoor wordt tevens een drinkwaterzuiveringsinstallatie gerealiseerd.
In het vigerende bestemmingsplan is ruimte geboden voor het situeren van nutsvoorzieningen, zoals een spaarbekken, tussen de Spaanweg, Stadhoekwek en Pietersweg. Recent heeft Evides initiatieven genomen om te komen tot realisering van de bestemming. Daarbij is het denkbaar dat een groter grondoppervlak nodig is (30 ha). Een en ander is nog in studie bij waterbedrijf Evides. Belangrijk is dat rekening wordt gehouden met de functie van de Spaanweg voor doorgaand verkeer.

Het realiseren van een spaarbekken heeft een grote invloed op de grondeigendommen, het huidige gebruik en het landschappelijke karakter van het gebied. Hiervoor dienen de nodige onderzoeken te worden verricht. Thans zijn die onderzoeken nog onvoldoende gevorderd, althans niet bij de gemeente bekend en tot op heden nog niet afgestemd. Gelet op de grote impact van deze ontwikkeling is een zorgvuldige en gedegen beoordeling van de effecten noodzakelijk. Aangezien hiervoor de benodigde onderzoeken thans ontbreken, is het niet gewenst de eerder opgenomen wijzigingsbevoegdheid te handhaven. Mede speelt een rol dat over de realisering van het spaarbekken nog onvoldoende duidelijkheid en zekerheid is ontstaan. Immers de economische uitvoerbaarheid staat nog te zeer onder druk, althans zoals dit vanuit de gemeente kan worden beoordeeld.
Het vorenstaande betekent geenszins dat thans definitief wordt afgezien van het projecteren van een spaarbekken. Hierover is met Evides overleg gevoerd. Het is goed mogelijk dat deze ontwikkeling in een later stadium via een afzonderlijke procedure alsnog wordt gerealiseerd. In verband hiermee wordt voor de gronden waarvoor de wijzigingsbevoegdheid was opgenomen, een aanduiding opgenomen waarmee wordt aangegeven dat ter plaatse geen nieuwe agrarische bedrijven worden geprojecteerd. Deze mogelijkheid is in het bestemmingsplan overigens toch al sterk ingeperkt, aangezien er in die situatie sprake moet zijn van vestiging van een agrarisch bedrijf dat elders een knelpunt vormt. Thans zijn dergelijke knelpunten in de gemeente niet bekend. In voorkomend geval zal elders in het buitengebied een locatie voor een te verplaatsen knelsituatie moeten worden gevonden.
Ter toelichting op de handhaving van de vigerende bestemming wordt het volgende overwogen.

  • Evides heeft de verantwoordelijkheid voor een langjarige, betrouwbare drink- en industriewatervoorziening in onder meer (midden-)Zeeland. De waterlevering aan dat deelgebied vindt thans grotendeels plaats vanuit de grondwaterwinningen op de Brabantse Wal (Huijbergen, Ossendrecht, Halsteren). Voor de zekerstelling van deze waterlevering, ook met het oog op het opvangen van fluctuaties in en een verwachte stijging van de watervraag, is destijds vastgesteld dat daarvoor een locatie nodig is waar de drink- en industriewaterproductie uit oppervlaktewater uit de Biesbosch, met een bijbehorend spaarbekken, kan plaatsvinden. Na een uitvoerige studie is door de rechtsvoorganger van Evides gekozen voor de locatie "de Wranghe" in de gemeente Kapelle, waarna is begonnen met het aankopen van de gronden die daarvoor nodig zijn. Het onderhavige gebied is daarom als zodanig (als 'nutsfunctie') ook opgenomen in het vigerende bestemmingsplan. Tot nu toe is het slechts nodig gebleken dat op 'De Wranghe' een beperkt waterproductiebedrijf werd gerealiseerd. Door economische ontwikkelingen in het recente verleden (oliecrisis en waterbesparing) is de groei van de afzet van water achtergebleven waardoor de uitbreiding van productiecapaciteit en een spaarbekken nog niet is gerealiseerd. De noodzaak van de bestemming 'nutsfunctie' voor dit gebied is daarmee zeker niet minder geworden. Op dit moment zijn er nieuwe ontwikkelingen rond onze winningen op de Brabantse Wal. Dit gebied zal door de provincie Noord Brabant worden aangewezen als Natura 2000-gebied, waarbij vooral het tegengaan van verdroging van dat gebied een belangrijke doelstelling is. Eén van de speerpunten daarbij is een aanzienlijke reductie van grondwaterwinningen. Aanvankelijk leek de gewenste reductie dermate omvangrijk dat het nodig werd de uitbreidingsplannen, inclusief de aanleg van een spaarbekken, daadwerkelijk te gaan realiseren. Hiertoe heeft Evides recentelijk een uitgebreide studie laten verrichten naar alle grondmechanische en hydrologische aspecten en landschappelijke inrichtingsschetsen moeten laten opstellen.
  • Met de provincie Noord-Brabant worden onderhandelingen gevoerd over alternatieven, mede met het oog op de kosten die voor de provincie uit het vorenstaande voortvloeien. Dit betekent enerzijds dat er veel onzekerheid bestaat over hetgeen uiteindelijk zal gaan plaatsvinden en anderzijds dat er geen concrete datum genoemd kan worden wanneer een nieuwe productielocatie en spaarbekken zullen worden gerealiseerd. Duidelijk is wel dat de percelen die thans aangegeven zijn met bestemming 'nutsfunctie' in het nieuwe bestemmingsplan als zodanig gehandhaafd behoren te worden. Evides is zich ervan bewust dat het eigendomsgebied, voor zover niet daadwerkelijk voor het waterbedrijf in gebruik, al lange tijd daarvoor is gereserveerd. Inherent aan de zorg voor de drink- en industriewatervoorziening is nu eenmaal planning op en langere termijn dan enkele jaren. Vanuit de zorg hiervoor is Evides verplicht hiervoor de benodigde voorbereidingen te treffen zodat tijdig op nieuwe ontwikkelingen ingespeeld kan worden. Handhaving van deze bestemming in het nieuwe bestemmingsplan is dan ook in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening.
  • Evides zal voor een goede landschappelijke inpassing een deskundig en gerenommeerd landschappelijk architectenbureau inschakelen voor een volwaardige landschappelijke inpassing. Uit de genoemde studies is daarover overigens al wel duidelijk geworden dat, om tot een goede landschappelijke inpassing te komen, er een groter gebied met (sub)bestemming 'nutsfunctie' nodig wordt geacht. Dat is voornamelijk terug te voeren op de aanwezigheid van een hoogspanningslijn die over het gebied loopt. De eigenaar van deze lijn geeft geen toestemming (meer) om de lijn over het bekken te laten lopen. Daarom zou een spaarbekken als geheel ten noorden van die lijn moeten worden gepland en is extra grond nodig om de benodigde inhoud te behalen met acceptabele dijkhoogtes. In verband hiermee is het nodig te voorkomen dat zich ter plaatse nieuwe agrarisch bedrijven vestigen.

Uit het vorenstaande volgt dat de vigerende bestemming, zoals opgenomen in het thans nog vigerende bestemmingsplan Buitengebied, wordt gehandhaafd. Het betreft de gronden die in het nieuwe bestemmingsplan zijn bestemd als Bedrijf. Het gaat hier om bestendiging van bestaande rechten.

Streefbeeld

Bestaande agrarische bedrijfslocaties (bouwblokken) kunnen omschakelen naar kleinschalige agrarisch technische hulpbedrijven, op voorwaarde dat deze passen in de omgeving. Het bedrijf moet qua schaal vergelijkbaar van omvang zijn met een regulier agrarisch bedrijf.
Voor de vestiging van semi-agrarische bedrijven (zoals bijvoorbeeld tuincentra, hoveniers, maneges) geldt als uitgangspunt dat, voor zover dat inpasbaar is in de omgeving, deze bij voorkeur plaatsvindt in de randen van de kernen. Als dat niet mogelijk is dan is vestiging mogelijk in voormalige agrarische bebouwing in de nabijheid van de kernen. Bij de afweging van de omgevingskwaliteiten dient, in verband met de verkeersaantrekkende werking, in ieder geval de bereikbaarheid, ontsluiting en het parkeren punt van aandacht te zijn. Gemeenten kunnen op basis van deze uitgangspunten en specifieke locale omstandigheden hier nader invulling aangeven.

Bestaande niet-agrarische activiteiten in het landelijke gebied (niet zijnde de zogenaamde NED's) kan eenmalig een uitbreidingsmogelijkheid worden geboden indien andere planologische belangen zich daar niet tegen verzetten. Deze uitbreidingsmogelijkheid zal circa 20% kunnen bedragen. Dit percentage geldt voor zowel de (bebouwde) bedrijfsvloeroppervlakte als de onbebouwde oppervlakte van het bestaande bedrijf. In bijzondere situaties kan een grotere uitbreiding worden toegestaan. De noodzaak daarvan dient in de toelichting bij het bestemmingsplan dan wel in de ruimtelijke onderbouwing te worden aangetoond en beschreven. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan situaties waarin een ruimtelijke uitbreiding nodig is, omdat een bedrijf dient te voldoen aan (gewijzigde) wettelijke eisen dan wel veranderde bedrijfsmatige eisen. Ook kan voor bestaande bedrijven in gebieden waar sprake is van linten of clusters van bebouwing ruimere uitbreidingsmogelijkheden worden geboden. In deze gebieden is een uitbreiding tot 50% mogelijk.

Met de hiervoor genoemde uitbreidingsmogelijkheden moet, uit een oogpunt van het tegengaan van verstening en versnippering van het landelijk gebied, terughoudend worden omgegaan. In alle gevallen moet nadrukkelijk de optie van verplaatsing of vestiging van een dependance op een regulier bedrijventerrein worden overwogen. Ook moet uitwerking worden gegeven aan de landschappelijke inbedding van bestaande activiteiten inclusief de voorgenomen uitbreiding. Het principe van verevening is eveneens van toepassing.