direct naar inhoud van Artikel 10 Bedrijf - Haven
Plan: Kapelle Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.buitengebied-OW01

Artikel 10 Bedrijf - Haven

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Haven aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2': uitsluitend bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein', van bijlage 4, alsmede:
    • 1. kade- of havengebonden bedrijven;
    • 2. bedrijven die overwegend diensten verlenen voor kade- en havengebonden bedrijven, voor zover deze voorkomen in de categorieën 2, 3.1 of 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidhinderlijke inrichtingen;
    • 3. detailhandel en groothandel in scheepsbenodigdheden vanaf een drijvende constructie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3': uitsluitend een scheepswerf voor geluidhinderlijke inrichtingen voor zover valt in categorie 5.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. kaden met laad- en losfaciliteiten;
  • e. ontsluitingswegen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. een geluidsscherm met een bouwhoogte van niet meer dan 3,75 meter;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, vaar- en waterwegen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. ter plaatse van het bouwvlak zijn geen bedrijfswoningen toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2' zijn havenkranen toegestaan tot een hoogte van 40 meter, gemeten vanaf de bovenkant van de kade;
  • d. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter;
  • e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 1 meter.
10.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   bedrijfsgebouwen en overkappingen   zie maatvoeringsaanduiding   10 m   zie bijlage 1  
2   havenkranen, gemeten vanaf de bovenkant van de kade     40 m    
3   terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw     1 m    
4   terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw     2 m    
5   bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening     12 m    
5A   geluidsscherm     3,75 m    
6   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m    
10.3 Ontheffing van de bouwregels
10.3.1 Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 10.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 10.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 genoemd;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
10.3.2 Vergroting oppervlakte gebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de oppervlakte gebouwen, zoals genoemd in bijlage 1, voor het vergroten van oppervlakte van gebouwen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ontheffing wordt verleend voor ten hoogste 25% van de in bijlage 1 genoemde
    oppervlakte;
  • b. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat:
    • 1. uitbreiding van het bedrijf noodzakelijk is voor de continuïteit van het bedrijf;
    • 2. verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is;
    • 3. het bedrijf gebonden is aan de locatie;
    • 4. wordt de ontheffing leidt tot verbetering van de ruimtelijk-planologische situatie;
    • 5. geen sprak is van toename van hinder op basis van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
    • 6. ontheffing leidt niet tot onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • 7. uitbreiding financieel-economisch uitvoerbaar is;
    • 8. er geen sprake is van nadelige effecten voor de gebruiksmogelijkheden en belangen van naburige percelen alsmede van gemalen en vergelijkbare voorzieningen;
  • c. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschapsdeskundige;
  • d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:

  • a. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is binnen 3 meter van de perceelsgrens niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is tot een gezamenlijke hoogte van ten hoogste 4 meter toegestaan;
  • c. de opslag en verkoop van vuurwerk zijn niet toegestaan;
  • d. detailhandel en zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel, zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'.
10.5 Wijzigingsbevoegdheid
10.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen, met inachtneming van de volgende:

  • a. de categorie-indeling van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' mag worden gewijzigd, indien en voor zover wijziging van de belasting van de daarin opgenomen typen van bedrijven op de milieu daartoe aanleiding geeft, dan wel het Inrichtingen en Vergunningen besluit van de Wet milieubeheer met betrekking tot geluidsprocederende inrichtingen wordt gewijzigd;
  • b. voor de vaststelling van een wijziging wordt de milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de voorgenomen wijziging;
  • c. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.