direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kapelle Kapelle-Biezelinge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.KapBiez-vast

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 1);
  • b. wonen in een bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': uitsluitend bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 1);
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': tevens voor verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg behorend tot categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 1);
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens een monumentaal pand;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend opslag;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': uitsluitend caravanstalling;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend nutsvoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 tot en met 6: uitsluitend een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 1):

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   45.2   2  
specifieke vorm van bedrijf - 2   501, 502 en 504   2  
specifieke vorm van bedrijf - 3   9002.1   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 4   203, 204, 205   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 5   6024.1   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 6   5121   3.1  
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zonder bedrijfswoning' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan;
  • d. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter;
  • e. voor zover de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd bedraagt de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens ten minste 1 meter;
  • f. de oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, bedraagt ongeacht het bepaalde in lid 4.2.2 ten hoogste 70% per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven.

4.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   bedrijfswoning   6 m   10 m   750 m³  
2   aan-, uit- en bijgebouwen bij een bedrijfswoning, inclusief overkappingen   3,5 m   7 m   zie lid 4.2.1 onder f  
  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
3   bedrijfsgebouwen en overkappingen   zie maatvoerings-aanduiding   4 m hoger dan de goothoogte   zie lid 4.2.1 onder f  
4   terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw     1 m    
5   terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw     2 m    
6   bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m    
4.3 Ontheffing van de bouwregels
4.3.1 Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 1) zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • c. indien burgemeester en wethouders toepassing aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.

4.3.2 Goothoogte en / of bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de opgenomen maximum goot- en / of bouwhoogte, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ontheffing mag worden verleend wanneer gebleken is dat dit voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is dan wel hierdoor een efficiënter en zuiniger ruimtegebruik mogelijk is;
  • b. de goot- en / of bouwhoogte mag met ten hoogste 2 meter worden verhoogd tot een maximale bouwhoogte van ten hoogste 12 meter;
  • c. indien burgemeester en wethouders toepassing aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is binnen 3 meter van de perceelsgrens niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden is tot een gezamenlijke hoogte van ten hoogste 4 meter toegestaan;
  • c. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. detailhandel en zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel, zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 1);
  • e. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • f. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de categorie-indeling van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 1) mag worden gewijzigd, indien en voor zover wijziging van de belasting van de daarin opgenomen typen van bedrijven op het milieu daartoe aanleiding geeft, dan wel het Inrichtingen en Vergunningen besluit van de Wet milieubeheer met betrekking tot geluidsprocederende inrichtingen wordt gewijzigd;
  • b. voor de vaststelling van een wijziging wordt de milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de voorgenomen wijziging;
  • c. indien burgemeester en wethouders toepassing aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.

4.5.2 Aanduidingen

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen binnen de bestemming wijzigen in een bestemming zonder functieaanduiding of met een andere aanduiding, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen;
  • b. wijziging is toegepast indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • e. indien burgemeester en wethouders toepassing aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.

4.5.3 Woonfunctie

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. wijziging is toegestaan nadat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd;
  • b. wijziging is toegestaan indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • e. indien burgemeester en wethouders toepassing aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.