direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Kapelle Kapelle-Biezelinge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.KapBiez-vast

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. wonen in een bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde': tevens een monumentaal pand;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': tevens een glastuinbouwbedrijf;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt': tevens fruitteelt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1': uitsluitend hobbymatige vormen van grondgebonden agrarisch gebruik;
  • g. aan de bestemming ondergeschikte extensieve dagrecreatie met bijbehorende recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden en daarbij behorende voorzieningen;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, sloten en watergangen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwregels voor bouwvlakken

Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. per bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan- en uit- en bijgebouwen toegestaan, tenzij anders is aangegeven;
  • c. de totale oppervlakte aan gebouwen voor glastuinbouw mag per bouwvlak ten hoogste 1.000 m² bedragen;
  • d. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt binnen een bouwvlak ten minste 1 meter;
  • e. voor zover de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd bedraagt de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens ten minste 3 meter;
  • f. de oppervlakte aan gebouwen en overkappingen, bedraagt ongeacht het bepaalde in lid 3.2.3 ten hoogste 70% per bouwvlak, tenzij anders is aangegeven.

3.2.2 Bouwregels voor gronden buiten bouwvlakken

Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. kuilvoerplaten en sleufsilo's, direct aansluitend aan bouwvlakken;
  • b. terreinafscheidingen.

3.2.3 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   bedrijfswoning   6 m   10 m   750 m³  
2   aan-, uit- en bijgebouwen bij een bedrijfswoning, inclusief overkappingen   3,5 m   7 m   60 m²  
3   bedrijfsgebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak   6 m   10 m   zie lid 3.2.1 onder f  
4   terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw     1 m    
5   terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw     2 m    
6   gebouwen voor glastuinbouw   zie maatvoerings
aanduiding  
4 m hoger dan de goothoogte   1.000 m²  
7   caravanstalling   zie maatvoerings
aanduiding  
4 m hoger dan de goothoogte   500 m²  
8   bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m    
3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de opslag van goederen, anders dan agrarische producten afkomstig van het eigen agrarisch bedrijf, buiten gebouwen, is niet toegestaan;
  • b. fruitteelt is niet toegestaan, tenzij de aanduiding 'fruitteelt' is opgenomen;
  • c. de opslag van dierlijke mest voor handelsdoeleinden is niet toegestaan;
  • d. het gebruik van mestbassins is niet toegestaan;
  • e. het gebruik van waterbassins is niet toegestaan;
  • f. het gebruik van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor een aaneengesloten periode van langer dan 10 weken is niet toegestaan.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid
3.4.1 Woonfunctie

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. wijziging is toegestaan nadat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd, met dien verstande dat planwijziging niet mag worden toegepast voor gronden gelegen aan de Goessestraatweg;
  • b. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • c. wijziging is toegestaan indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • e. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.

3.4.2 Aanduidingen

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen binnen de bestemming wijzigen in een bestemming zonder functieaanduiding 'fruitteelt' of met een andere aanduiding, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen;
  • b. wijziging wordt toegepast indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • e. indien burgemeester en wethouders toepassing aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.