direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie - Kampeerterrein
Plan: Gouden Ham/De Schans
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.GoudenHamdeSchans-BOH1

Artikel 9 Recreatie - Kampeerterrein

9.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden voor Recreatie - Kampeerterrein zijn bestemd voor:

  • a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
  • b. de waterhuishouding;
  • c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  • d. bedrijfsmatig geëxploiteerde verblijfsrecreatie in de vorm van toeristisch kamperen, seizoenskamperen alsmede recreatief verblijf in sta- en toercaravans, trekkershutten, recreatieappartementen, chalets en tenten, met dien verstande dat:
    - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - toeristisch kamperen', uitsluitend toeristisch kamperen is toegestaan;
  • e. bedrijfswoningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • f. een centrale antennemast;
  • g. aanlegplaatsen ten behoeve van het tijdelijk aanleggen in verband met de watersport, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aanlegplaats';

met bijbehorende bouwwerken, gemeenschappelijke voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen, kantine-, kantoor- en bergingsruimte, ontsluitings-, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, lig- en speelweiden, stranden, oevers en onbebouwde gronden.

9.2 Bouwregels
9.2.1

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de oppervlakte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan in 'Bijlage 1, tabel 6a: Recreatie-Kampeerterrein, gebouwen' per gebouw onder de kolom "aanwezig" is aangegeven.
9.2.2

Gebouwen, met uitzondering van stacaravans, chalets en trekkershutten voldoen tevens aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak, met dien verstande dat recreatieappartementen uitsluitend zijn toegestaan binnen bestaande bebouwing en per appartement ten hoogste een oppervlakte van 50 m2 mag worden gebruikt;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning maximaal 600 m3 mag bedragen;
  • c. goothoogte maximaal 4,5 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 6 m.
9.2.3

Stacaravans voldoen tevens aan de volgende kenmerken:

  • a. de oppervlakte van de stacaravans en bergingen niet meer mag bedragen dan in 'Bijlage 1, tabel 6b: Recreatie-Kampeerterrein, stacaravans' per gebouw onder de kolom "aanwezig" is aangegeven;
  • b. oppervlakte van een stacaravan inclusief berging maximaal 50 m2;
  • c. bouwhoogte maximaal 3,5 m;
  • d. bouwhoogte van de bij een stacaravan toegestane berging maximaal 2,6 m;
  • e. bergingen dienen los van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
9.2.4

Chalets voldoen tevens aan de volgende kenmerken:

  • a. chalets mogen uitsluitend verplaatsbaar, drijvend of demontabel worden gebouwd/geplaatst;
  • b. de oppervlakte van een chalet niet meer dan 50 m2 mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een chalet niet meer dan 3,5 m mag bedragen.
9.2.5

Trekkershutten voldoen tevens aan de volgende kenmerken:

  • a. oppervlakte maximaal 20 m2;
  • b. bouwhoogte maximaal 3,5 m.
9.2.6

De afstand van gebouwen, zoals bedoeld in de artikelen 9.2.3, 9.2.4 en 9.2.5, onderling bedraagt minimaal 5 m.

9.2.7

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt;

  • a. maximaal 17 m voor de aanwezige centrale antennemast;
  • b. maximaal 3 m voor overige gebouwen geen gebouw zijnde.
9.2.8

Het is niet toegestaan om een bestaand gebouw geheel of gedeeltelijk te herbouwen op of te verplaatsen naar een andere dan de bestaande locatie of één of meerdere bestaande gebouwen te vervangen door één of meerdere nieuwe gebouwen.

9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 9.2.1 onder b ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van de in 'Bijlage 1, tabel 6a: Recreatie-Kampeerterrein, gebouwen' genoemde gebouwen, met dien verstande dat de oppervlakte van de gebouwen na vergroting niet meer mag bedragen dan per gebouw onder de kolom "toegestaan" is aangegeven;
  • b. het bepaalde in artikel 9.2.3 onder a ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van de in 'Bijlage 1, tabel 6b: Recreatie-Kampeerterrein, stacaravans, gebouwen' genoemde stacaravans en bergingen, met dien verstande dat de oppervlakte na vergroting niet meer mag bedragen dan onder de kolom "toegestaan" is aangegeven;
  • c. het bepaalde in artikel 9.2.8 ten behoeve van het geheel of gedeeltelijk herbouwen van een gebouw op, dan wel het geheel of gedeeltelijk verplaatsen van een gebouw naar een andere locatie dan de bestaande locatie, mits de herbouw op respectievelijk verplaatsing naar de andere locatie niet leidt tot een verslechtering van:
    • 1. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
    • 2. de waterhuishouding;
    • 3. de mogelijkheden voor aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  • d. het bepaalde in artikel 9.2.8 ten behoeve van het vervangen van meerdere gebouwen door één nieuw gebouw, dan wel door een kleiner aantal nieuwe gebouwen, mits dit niet leidt tot een verslechtering van:
    • 1. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
    • 2. de waterhuishouding;
    • 3. de mogelijkheden voor aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit.
9.3.2

Toepassing van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 9.3.1 onder d mag er niet toe leiden dat de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen meer bedraagt dan zoals genoemd onder kolom "toegestaan" in 'Bijlage 1, tabel 6a: Recreatie-Kampeerterrein, gebouwen' en Bijlage 1, tabel 6b: Recreatie-Kampeerterrein, stacaravans'.

9.3.3

De in artikel 9.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend verleend worden nadat de rivierbeheerder in de gelegenheid is gesteld advies uit brengen.

9.4 Wijzigingsbevoegdheid
9.4.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor wat betreft:

  • a. het toestaan van nieuwe bouwvlakken en in verband daarmee aanpassen van 'Bijlage 1, tabel 6a: Recreatie-Kampeerterrein, gebouwen', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. aangetoond dient te worden dat:
      • er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
      • er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit, en
      • er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
      • de resterende, blijvende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn;
      • de gevraagde rivierverruimende maatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
    • 2. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
      • bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
      • het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is;
    • 3. aangetoond dient te worden dat sprake is van:
      • een groot openbaar belang en de activiteit niet redelijkerwijs buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
      • een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
  • b. het vergroten van de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen en in verband daarmee aanpassen van 'Bijlage 1, tabel 6a: Recreatie-Kampeerterrein, gebouwen', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. aangetoond dient te worden dat:
      • er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
      • er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit, en
      • er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
      • de resterende, blijvende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn;
      • de gevraagde rivierverruimende maatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
    • 2. aangetoond dient te worden dat sprake is van:
      • een groot openbaar belang en de activiteit niet redelijkerwijs buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
      • een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
9.4.2

De in artikel 9.4.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend toegepast worden nadat de rivierbeheerder in de gelegenheid is gesteld advies uit brengen.