direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur
Plan: Kern Borssele 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0654.BPBS2012-vo02

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Bestemming

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor het behoud en de versterking van cultuurhistorische, landschapswaarden en/of natuurwaarden.

13.1.2 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduiding, uitsluitend ten dienste van de in lid 13.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van gebouwen bedraagt maximaal 15 m²;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3,5 meter. Indien een dakhelling wordt toegepast bedraagt de helling minimaal 30°;
  • c. de afstand tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 5 meter.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter.

13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.2.2, sub a tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter.

13.3.2 Vergunningvereiste

De in lid 13.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het landschapsbeeld en/of natuurwaarden;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Verboden gebruik

Tot het verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken van gronden als opslagplaats voor bagger en grondspecie.

13.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.5.1 Vergunningvereiste

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vernietigen van voor het gebied kenmerkende bodemvegetatie door het afbranden van beplanting of restanten hiervan dan wel door toepassing van biociden;
  • b. het ophogen, ontginnen, bodemverlagen, afgraven of egaliseren van gronden voor zover geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • c. het planten of verwijderen van houtgewas;
  • d. het aanleggen, verbreden, of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanleggen van drainage;
  • g. het graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten.

13.5.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 13.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die de normale werkzaamheden betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan in uitvoering zijn.

13.5.3 Werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

Werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 13.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. geen blijvende onevenredige schade wordt toegebracht aan de natuurwaarden;
  • b. waarden en wezenlijke kenmerken van de gronden:
    • 1. niet worden aangetast;
    • 2. niet significant worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en indien mitigerende en zo nodig compenserende maatregelen worden getroffen.

13.5.4 Procedureregel

Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.5.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.