19.3.1 OmgevingsvergunningsplichtHet is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
- het ontgronden en het afgraven van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
- het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 m, tenzij deze in het kader van onderzoek naar de mogelijke historische vindplaatsen worden uitgevoerd.
19.3.2 UitzonderingenHet in 19.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
- het normale onderhoud betreffen;
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
19.3.3 ToetsingDe in 19.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de voorkomende archeologische waarden van het gebied. Bij de beoordeling hiervan zal de provinciaal archeoloog worden geraadpleegd.
19.3.4 Archeologisch rapportDe omgevingsvergunning als bedoeld in 19.3.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bestuursorgaan dat bevoegd is die vergunning te verlenen in voldoende mate is vastgesteld.