direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf (B)
Plan: IJsseldijk West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0644.BP0921YW001-VG01

Artikel 5 Bedrijf (B)

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.1.1 De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn .....

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage) dan wel bedrijven niet genoemd in categorie 1 van 2 van de bij deze regels gevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten, doch welke naar de aard hiermee zijn gelijk te stellen, met de daarbij behorende bedrijfsgebouwen en kantoorruimten en andere bouwwerken;
  • b. verhardingen, parkeervoorzieningen, water, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • c. parkeren in het kader van de bedrijfsvoering dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • d. per bedrijfsperceel het kantooroppervlak ten hoogste 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen, tot ten hoogste 2000 m2;
  • e. bedrijven die vallen onder de in bijlage 2 genoemde inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder niet zijn toegestaan;
  • f. detailhandel niet is toegestaan, behoudens indien het detailhandel betreft die reeds bestond op het moment van ter inzage legging van het ontwerp van het plan;

alsmede voor:

  • g. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning": een bedrijfswoning;

5.1.2 Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de .....

Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de plankaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in artikel 5, lid 1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. overkappingen.

5.2 Bouwregels

De gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden opgericht, met dien verstande dat buiten het bouwvlak geen overkappingen mogen worden opgericht;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 650 m3 behoudens dat indien de woning ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan een grotere inhoud had, deze inhoud als zodanig is toegestaan;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde bedrijfswoning behorende aan-, uitbouwen en/of bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 50 m2;
  • e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 5 meter boven de toegestane goothoogte;
  • f. de goothoogte en/of bouwhoogte van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen, tenzij anders op de plankaart is aangeduid, ten hoogste:
    bouwwerken   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
    bijgebouwen   3 m   6 m  
    nutsvoorzieningen   n.v.t.   4 m  
    erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning of de bedrijfsgebouwen   n.v.t.   2 m  
    overige erfafscheidingen   n.v.t.   1 m  
    overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (inclusief overkappingen)   n.v.t.   3 m  
  • g. het bepaalde in artikel 19 Algemene bouwregels.

5.3 Nadere eisen

5.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij het verlenen ….

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij het verlenen van een bouwvergunning nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de vorm, de afmetingen, dakbeëindiging, kapvorm en bouwhoogte van bebouwing.

5.3.2 Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien …..

Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is, vanuit:

  • a. milieuhygiënisch, verkeerskundig, ecologisch, landschappelijk, natuurwetenschappelijk en cultuurhistorisch oogpunt, één en ander mede gelet op de aard van de bedrijfsvoering en de ligging, alsmede de omvang van het bedrijf;
  • b. het voorkomen van aantasting van karakteristieke bebouwing ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek";
  • c. het behoud van de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  • d. het behoud van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4 Ontheffing van de gebruiksregels

5.4.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen …..

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 5, lid 1.1, onder a ten behoeve van de vestiging van bedrijven in categorie 3, dan wel bedrijven die niet worden genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien en voorzover deze bedrijven naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan bedrijven, die genoemd zijn in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:

  • a. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • b. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
  • c. bedrijven die zijn opgenomen in de lijst van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 Wet Geluidhinder niet zijn toegestaan.

5.4.2 Procedureregels
  • a. Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 5, lid 4.1 kan schriftelijk advies ingewonnen worden bij een milieudeskundige, met betrekking tot de vraag of aan de in het desbetreffende artikel genoemde criterium voor het verlenen van ontheffing is voldaan.
  • b. Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 5, lid 4.1 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 23 van deze regels.