direct naar inhoud van 3.9 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0643.BP1012BT004-VA01

3.9 Externe veiligheid

3.9.1 Beleidskader

Bij externe veiligheid gaat het om het beheersen van de veiligheid van personen in de omgeving van een risico-opleverende activiteit met gevaarlijke stoffen. Het kan daarbij gaan om industriële activiteiten, distributieroutes of buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) van 27 oktober 2004 en de hierin opgenomen Regeling externe veiligheid inrichtingen, geeft aan welke activiteiten/ bedrijven risicocontouren kennen, waarmee rekening dient te worden gehouden bij het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Het BEVI heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in bedrijven tot het aanvaarde maximum te beperken. Het gaat daarbij om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen binnen inrichtingen. Het doel wordt in het BEVI vertaald naar begrippen plaatsgebonden risico en groepsrisico.

  • Plaatsgebonden risico (PR): Risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als een kans per jaar dat een persoon onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen een inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
  • Groepsrisico (GR): Cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen de inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

In het BEVI zijn de risiconormen wettelijk vastgelegd. Deze normen zijn niet effectgericht maar gebaseerd op een kansberekening. Tevens geven de risiconormen alleen de kans weer om als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen te overlijden. Gezondheidsschade en de kans op verwonding of materiële schade zijn daarin niet meegenomen. Er is in het BEVI geen harde norm voor het groepsrisico vastgesteld. Voor het groepsrisico geldt geen norm maar slechts een oriënterende waarde. Er is sprake van een verantwoordingsplicht in geval van een toename van het groepsrisico.

Naast de aanwezigheid van stationaire bronnen kan transport van gevaarlijke stoffen een rol van belang vormen bij externe veiligheid. De vigerende regels hiervoor vinden we in de circulaire RNVGS.

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

3.9.2 Onderzoek plangebied

Ter voorbereiding van onderhavig bestemmingsplan is door de Milieudienst Midden-Holland onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn. Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen, waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor-, vaar-)wegen en buisleidingen.

Inrichtingen

Op 300 meter ten noordwesten van het plangebied is het zwembad De Woelwater gelegen. In verband met de opslag van chloorbleekloog is deze inrichting EV relevant. Dit bedrijf valt niet onder het Bevi. Het plaatsgebonden risico is kleiner dan 10-6, het invloedsgebied is 24 meter. Gezien de afstand van het plangebied tot De Woelwater (300 meter) vormt deze inrichting geen beperking voor het plangebied.

Op het bedrijventerrein zijn op dit moment geen inrichtingen gevestigd die onder het Bevi vallen. Wat betreft de vestiging van nieuwe Bevi-inrichtingen is mede op advies van de Milieudienst gekozen om inrichtingen die vallen onder het Bevi uit te sluiten binnen het plangebied. Deze keuze is verdisconteerd in de planregels. Daarnaast moet in het geval van nieuwe Bevi-inrichtingen als onderdeel van een omgevingsvergunning het groepsrisico worden verantwoord.

Transport over de weg

Nabij het plangebied zijn geen doorgaande (provinciale) wegen gelegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Ook zijn er geen EV relevante inrichtingen gelegen in of nabij het plangebied waar transport van gevaarlijke stoffen naartoe plaatsvindt. Transport van gevaarlijke stoffen over de weg vormt dus geen belemmering voor het plan.

Transport over het spoor

In de nabijheid van het plangebied is geen spoorlijn gelegen. Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor vormt dus geen belemmering voor het plangebied.

Transport per buisleiding

Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen buisleidingen die in het kader van externe veiligheid relevant zijn voor het plangebied.

Transport over het water

Het plangebied is direct aan de Lek gelegen. In de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) is aangeven dat het plaatsgebonden risico 10-6 niet berekend hoeft te worden, omdat deze binnen de rand van de vaarweg zelf zal liggen. Het plaatsgebonden risico vormt dus geen belemmering voor het plangebied.

Ten aanzien van het groepsrisico is in het “Definitief ontwerp basisnet water” (januari 2008) aangegeven dat bij een personendichtheid beneden de 1.500 personen per hectare er geen berekening van het groepsrisico hoeft plaats te vinden. Dit zijn zeer hoge bevolkingsdichtheden die op deze locatie niet worden gehaald.

Het groepsrisico hoeft dus niet berekend te worden (het groepsrisico zal hier namelijk lager liggen dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde). Wel moet in ieder geval in de toelichting van het ruimtelijk besluit worden ingegaan op de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid (beperkte verantwoording van het groepsrisico). De regionale brandweer moet hiervoor om advies worden gevraagd.

3.9.3 Conclusie

Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen, (spoor)wegen, of buisleidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen voor het plangebied.

Ten aanzien van het transport van gevaarlijke stoffen over de Lek wordt geconcludeerd dat, gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan, geen toename van het groepsrisico zal zijn als gevolg van dit plan.