28.1 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
28.2 Wijzigingsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' is het bevoegd gezag met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de bestemmingen “Maatschappelijk” en “Verkeer - Verblijfsgebied” te wijzigen in de bestemmingen “Wonen”, “Tuin” en “Groen”, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. het aantal woningen bedraagt maximaal 10;
-
b. de maximum goothoogte van gebouwen bedraagt 6 meter;
-
c. stedenbouwkundige belangen verzetten zich niet tegen het inrichtings- en/of bouwplan;
-
d. de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Gedeputeerde Staten vóór de vaststelling van het plan vastgestelde hogere grenswaarde, wordt niet overschreden;
-
e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
- bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
- er geen sprake is van een onevenredige toename van het groepsrisico en dat deze afzonderlijk verantwoord wordt;
- geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de bodem zullen worden verricht;
- voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
- de financiële haalbaarheid is aangetoond door een anterieure overeenkomst of exploitatieplan, inclusief een planschadeovereenkomst;
-
f. het binnen het wijzigingsgebied te realiseren aantal parkeerplaatsen niet minder bedraagt dan een gemiddelde van 1,5 parkeerplaatsen per te realiseren woning;
-
g. het bepaalde in 7.3, Artikel 12 en Artikel 17 wordt in acht genomen.