direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Heerjansdam - Gors
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp16heerjansdam-3003

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1

De voor “Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorieën 1 tot en met 2 van de bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (bijlage);
  • b. een bedrijf van categorie 3.1 van de bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (bijlage), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.1';
  • c. een gemaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.1.2

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1

Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • c. het bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage.
3.2.2

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal voor:

  • a. bedrijfsinstallaties 3 m;
  • b. lichtmasten 6 m;
  • c. vlaggenmasten 5 m;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • c. detailhandel, detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een bedrijf uit ten hoogste één categorie hoger dan toegestaan, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toegestane maximale categorie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • 1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de verkeerssituatie en de verkeersveiligheid en aannemelijk is dat in de (extra) behoefte aan parkeerplaatsen en laad- en losgelegenheid kan worden voorzien;
  • 2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden ten gevolge van de uitoefening van het bedrijf en de verkeersaantrekkende werking die daarvan uitgaat;
  • 3. de betreffende bedrijfsactiviteiten, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, kunnen redelijkerwijs worden gelijkgesteld met bedrijfsactiviteiten die overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 op het betreffende bouwvlak rechtstreeks zijn toegestaan.