direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Heerjansdam - Gors
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp16heerjansdam-3003

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving
17.1.1

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    'vrijstaand' vrijstaande woningen;
    'twee-aaneen' dubbele woningen;
    'aaneengebouwd' rijwoningen;
    'gestapeld' gestapelde woningen;
  • b. een leidingstrook ter plaatse van de aanduiding 'leidingstrook';
  • c. aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven in categorie 1 van de bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (bijlage);

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

17.1.2

Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan huis verbonden beroepen/bedrijven voor zover:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis verbonden beroepen niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, tot een maximum oppervlak van 50 m2;
  • b. ten behoeve van aan huis verbonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de ASVV-richtlijnen;
  • c. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan huisverbonden beroep;
  • d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
  • e. de woning er als woning uit blijft zien (reclame-uitingen aan o.a. de gevel en dakrand zijn niet toegestaan).
17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

17.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    'vrijstaand' aan twee zijden minimaal 3 m;
    'twee-aaneen' aan de niet-aangebouwde zijde minimaal 3 m;
    'aaneengebouwd' aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3 m;
  • c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte.
17.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 1 m, dan wel 3 m indien de oorspronkelijke zijgevel is gelegen aan een weg of het openbaar groen, achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de diepte van aan- en uitbouwen of een aangebouwde overkappingen aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 3 m, dan wel de diepte van een bestaande aanbouw tot een maximum van 4 m;
  • c. de breedte van een aan- of uitbouw aan de zijgevel, gemeten uit de oorspronkelijke zijgevel, niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte, voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw, bedraagt niet meer dan 50 m2 voor woningen met een zij- en achtererf kleiner dan 500 m2 en 70 m2 voor woningen met een zij- en achtererf gelijk aan of groter dan 500 m2 , met dien verstande dat het zij- en achtererf niet voor meer dan 50% mag worden bebouwd;
  • e. de afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens mag bij woningen in de onderstaande categorieën niet minder bedragen dan:
    'vrijstaand' aan twee zijden minimaal 1 m;
    'twee-aaneen' de niet-aangebouwde zijde minimaal 1 m;
    'aaneengebouwd' aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 1 m;
  • f. het bepaalde onder e is niet van toepassing indien de afstand van de oorspronkelijke zijgevel van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minder dan 1 m bedraagt;
  • g. vrijstaande bijgebouwen mogen op het achtererf in de bouwperceelsgrens gebouwd worden;
  • h. de goothoogte van een aan- of uitbouw bedraagt maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m, met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;
  • i. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of overkapping bedraagt maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m;
  • j. indien een aan-, uitbouw of overkapping op het zijerf met een kap wordt gerealiseerd dient de dakhelling gelijk te zijn +/- 50 aan het hoofdgebouw met dien verstande dat de nok niet afgetopt mag zijn;
  • k. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag maximaal 3 m bedragen.
17.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen indien gebouwd meer dan 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel(s) van het hoofdgebouw en gebouwd meer dan 1 m van de weg of het openbaar groen 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m;
  • d. overkappingen 3 m.
17.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2.1 onder c voor het verhogen van de goothoogte van de woningen aan de Dorpsstraat tot maximaal 6 meter, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
17.4 Afwijken van de gebruiksregels
17.4.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.1.1 onder b voor het toestaan van een aan huis verbonden beroep of bedrijf in categorie 2 van de bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' (bijlage), mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 50 m2;
  • b. ten behoeve van aan huis verbonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de ASVV-richtlijnen;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan huisverbonden beroep;
  • e. het gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
  • g. de woning er als woning uit blijft zien (reclame-uitingen aan o.a. de gevel en dakrand zijn niet toegestaan).
17.4.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.