Barrepolder 2011

Artikel 20 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan conform het bepaalde in artikel 3.6 Wro, wijzigen in die zin dat de geldende bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied' geheel, gedeeltelijk en/of gefaseerd kunnen worden gewijzigd ten behoeve van:

• a. de uitbreiding van het bedrijventerrein, mits:
  • 1. de regels met betrekking tot waterstaat-waterkering in acht worden genomen;
  • 2. de wijziging niet in de weg staat aan de ontwikkeling van de aangrenzende gronden en de ontwikkelingen zoals beoogd onder b t/m d;
  • 3. de geldende geluidszone rond het gezoneerde industrieterrein daarbij in acht wordt genomen;
  • 4. de ambities van het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw daarbij in acht worden genomen;
  • 5. van de bij de wijziging betrokken gronden ten behoeve van de uitbreiding van het bedrijventerrein, tenminste 10% voor waterberging wordt ingericht;
  • 6. parkeren op eigen terrein geschiedt en niet in het openbare gebied;
  • 7. de toegestane bouwhoogte niet meer dan 25 meter bedraagt, met dien verstande dat de regels met betrekking tot de molenbiotoop in 18.3 in acht worden genomen;
  • 8. het kostenverhaal in verband met de beoogde ontwikkeling is verzekerd;
  • 9. indien binnen een zone van 200 meter van de N11 andere activiteiten dan opslag en transport worden mogelijk gemaakt, eerst een risicoberekening wordt gemaakt vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over de N11;
• b. de aanleg van een gebiedsontsluitingsweg tussen de Burgemeester Smeetsweg en de gemeentegrens met Rijnwoude, mits:
  • 1. niet meer dan 2 keer 1 doorgaande rijstrook wordt toegestaan;
  • 2. is aangetoond dat een goede aansluiting op de Burgemeester Smeetsweg kan worden gerealiseerd waarbij de verkeersveiligheid en een goede doorstroming van het verkeer op de Burgemeester Smeetsweg is verzekerd;
  • 3. is aangetoond dat kan worden voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • 4. van de bij de wijziging betrokken gronden ten behoeve van de ontsluitingsweg, tenminste 10% voor waterberging wordt ingericht;
  • 5. de ambities van het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw daarbij in acht worden genomen;
  • 6. het kostenverhaal in verband met de beoogde ontwikkeling is verzekerd;
• c. de aanleg van een halte voor de RijnGouweLijn, mits:
  • 1. is aangetoond dat kan worden voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • 2. is aangetoond dat een goede ontsluiting van het station kan worden gerealiseerd waarbij de verkeersveiligheid en een goede doorstroming van het verkeer op de Burgemeester Smeetsweg is verzekerd;
  • 3. de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt;
  • 4. de ambities van het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw daarbij in acht worden genomen;
  • 5. het kostenverhaal in verband met de beoogde ontwikkeling is verzekerd;
• d. de herstructurering van de aansluiting van de Burgmeester Smeetsweg op de N11 en de kruising van de Burgemeester Smeetsweg met de spoorlijn en N11, mits:
  • 1. is aangetoond dat kan worden voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • 2. is aangetoond dat de verkeersveiligheid en een goede doorstroming van het langzame en snelverkeer zijn verzekerd;
  • 3. de kruising met de spoorweg en N11 verdiept wordt uitgevoerd;
  • 4. de bereikbaarheid van Weipoort is verzekerd;
  • 5. het kostenverhaal in verband met de beoogde ontwikkeling is verzekerd;
  • 6. een 'nee, tenzij-toets' wordt uitgevoerd vanwege de Ecologische Hoofdstructuur;
  • 7. de ambities van het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw daarbij in acht worden genomen.