direct naar inhoud van Artikel 18 Algemene aanduidingsregels
Plan: Barrepolder 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00004-VAS1

Artikel 18 Algemene aanduidingsregels

18.1 geluidszone - industrie - 1

Ter plaatse van de aanduiding geluidszone - industrie - 1' geldt de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein Barrepolder en zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet Geluidhinder.

18.2 geluidzone - industrie - 2

Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie - 2 geldt de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein Oosthoek en zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet Geluidhinder.

18.3 Vrijwaringszone molenbiotoop

18.3.1 Vrijwaringszone molenbiotoop-1

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone molenbiotoop-1' gelden de volgende regels:

  • a. binnen een straal van 100 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht of beplanting aanwezig zijn, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • b. binnen een straal van 100 tot 400 meter, gerekend uit het middelpunt van de molen, mag de maximale hoogte van de bebouwing en beplanting niet meer bedragen dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk en middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.
18.3.2 Vrijwaringszone molenbiotoop-2

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone molenbiotoop-2' gelden de volgende regels:

  • a. binnen een straal van 100 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht of beplanting aanwezig zijn, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • b. binnen een straal van 100 tot 400 meter, gerekend uit het middelpunt van de molen, mag de maximale hoogte van de bebouwing en beplanting niet meer bedragen dan 1/100 van de afstand tussen bouwwerk en middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.
18.3.3 Ontheffing

het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 18.3.1 en 18.3.2 indien:

  • a. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege de aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing;
  • b. toepassing van de in dit lid onder a bedoelde afstands- en/of hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden.

18.4 Veiligheidszone - lpg

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan, zoals beschreven in artikel 1 van het Besluit Externe veiligheid Inrichtingen (Bevi).