Plan: | Partiële herziening Palenstein, Winkelcentrum Croesinckplein e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00057-0003 |
Het bestemmingsplan Partiële herziening Palenstein, Winkelcentrum Croesinckplein e.o. van de gemeente Zoetermeer.
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0637.BP00057-0003.
Bij toepassing van deze regels worden de maten van bouwwerk als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden aangemerkt als bedrijfsoppervlakte (bvo).
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw(hoogte)grenzen, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Gebruik van de gronden ten behoeve van de doeleinden in lid 3.1 sub a tot en met f is slechts toegestaan indien ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van groen - centrale as' een groen- en waterstructuur kan worden gerealiseerd met een minimale breedte van 15 meter, een oppervlakte van ten minste 6.850 m² en daarbinnen met een oppervlakte aan oppervlaktewater van ten minste 2.880 m².
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.1 sub f van het bestemmingsplan ten behoeve van een langere termijn voor het overschrijden van het maximale bedrijfsvloeroppervlak, met dien verstande dat deze overschrijding:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor het plaatsen van een antenne-installatie voor telecommunicatie, waarvan de bouwhoogte gemeten vanaf de voet van de antenne - of indien de antenne geplaatst is op een antennedrager, gemeten vanaf de voet van de antennedrager - maximaal 40 m mag bedragen en mits:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning, als bedoeld in 5.2.1 slechts verlenen indien en nadat door de aanvrager voldoende gemotiveerd is aangetoond dat het technisch niet mogelijk is of in redelijkheid niet kan worden verlangd dat, door toepassing van de beginselen van site sharing en/of roaming, gebruik kan worden gemaakt van een antenne-installatie in de omgeving.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.1 en 5.2 kan alleen worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing voor zover het betreft:
Een omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen en bouwwerken ten dienste van detailhandel, dienstverlening, horeca, maatschappelijke voorzieningen of wonen, kan alleen worden verleend indien in, op of onder het gebouw dan wel op het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort, in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, conform de parkeernormen zoals opgenomen in de 'Beleidsnota Parkeren 2005' die van toepassing zijn gelet op het bepaalde in de overgangsregeling zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Uitvoeringsregels 2012', vastgesteld door de raad op 12 mei 2012.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 6.2.1, indien anderszins in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening Palenstein, Winkelcentrum Croesinckplein e.o.'.