Plan: | 1e herziening Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00050-0003 |
Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op de locatie 'Waterzicht' in de wijk Oosterheem. Het plangebied wordt globaal begrensd door:
De ligging van het plangebied is weergegeven op onderstaande figuren.
Figuur 1.1 Ligging van het plangebied in Zoetermeer
Figuur 1.2 Ligging van het plangebied in de omgeving
De voorliggende planherziening geeft uitvoering aan de afspraken die zijn gemaakt tussen de gemeente Zoetermeer en het distributiecentrum voor textielhandel op het bedrijventerrein Dwarstocht. Deze afspraken zijn gemaakt in verband met de afstemming tussen de activiteiten van het betreffende bedrijf in relatie tot de bestaande en geplande woningbouw in de woonbuurt 'Waterzicht' in Oosterheem. Een aantal (toekomstige) woningen valt namelijk binnen de richtafstand van 50 m van het bedrijf (milieucategorie 3.1).
De voorliggende herziening vervangt de juridische planregeling van het volgende bestemmingsplan:
Tabel 1.1 Overzicht geldende bestemmingsplannen en wijzigingsplannen
nr. | bestemmingsplan | vastgesteld | onherroepelijk |
BP00024 | Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord | 10 juni 2013 | 25 juni 2014 |
Figuur 1.3. Overzicht geldend bestemmingsplan
De locatie 'Waterzicht' is de laatste grote nog te realiseren woonbuurt in de wijk Oosterheem. Een aantal gebieden in het noorden en zuiden van de locatie is inmiddels gerealiseerd of in aanbouw. Direct ten oosten van 'Waterzicht' ligt het bedrijventerrein Dwarstocht. In het noorden van het bedrijventerrein op het perceel Oostweg 2 is een distributiecentrum voor de textielhandel gevestigd.
Bij het in gebruik nemen van het distributiecentrum in 1999 is tussen de gemeente Zoetermeer en het bedrijf een overeenkomst gesloten, onder meer met betrekking tot de realisatie van een geluidwerende voorziening ten opzichte van geplande woningbouw aan de oostkant van het bedrijfsperceel. De geluidwerende voorziening is toen ook aan de oostgrens van het bedrijfsperceel gebouwd.
In het kader van een actualisatie van deze overeenkomst is afgesproken om een geluidsrapportage op te stellen waarin rekening wordt gehouden met de huidige bedrijfsvoering van het bedrijf en de maximale etmaal capaciteit. Uit dit geluidonderzoek (DGMR, rapportnr.M.2011.1588.06.R002) is gebleken dat de geluidwerende voorziening niet meer zou voldoen bij een bouwhoogte vanaf 9 m.
Gelet op het feit dat deze bouwhoogte juridisch planologisch wel mogelijk is, diende de geluidwerende voorziening aangepast te worden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is bij het opstellen van het bestemmingsplan 'Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord' besloten om als tijdelijke oplossing een voorwaardelijke verplichting op te nemen, omdat afspraken over het nieuwe geluidscherm nog niet waren vastgelegd (zie voor een toelichting op de voorwaardelijke verplichting paragraaf 2.2).
De nieuwe geluidwerende voorziening is, als onderdeel van de genoemde overeenkomst, inmiddels gerealiseerd. De geluidwerende voorziening is 2 m hoger dan het oude scherm en 75 m langer.
Bestemming 'Woongebied - 1' en 'Wonen - 1'
Het plangebied heeft in het geldende bestemmingsplan 'Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord' de bestemmingen 'Woongebied - 1' en 'Wonen - 1'. De woningen die ten tijde van de vaststelling al gerealiseerd/in aanbouw waren hebben de bestemming Wonen - 1. De maximum bouwhoogte bedraagt 15 m.
Waar ten tijde van de vaststelling van het plan nog geen woningen waren gerealiseerd is de bestemming 'Woongebied – 1' opgenomen. De maximum bouwhoogte bedraagt voor de eerstelijnsbebouwing langs de westgrens van het gebied 12 m. Voor het overige deel (met uitzondering van de gerealiseerde woonstraten in het noorden) is een maximum bouwhoogte van 15 m opgenomen. Binnen de bestemming 'Woongebied - 1' is tot slot ook het maximum aantal woningen vastgelegd met een maatvoeringsaanduiding.
Voorwaardelijke verplichting
Binnen een gedeelte van het te ontwikkelen gebied 'Waterzicht' is een 'voorwaardelijke verplichting' opgenomen. In verband met de ligging van 'Waterzicht' nabij het bedrijventerrein Dwarstocht en het genoemde distributiecentrum, mogen binnen dit gebied pas woningen worden opgericht en gebruikt als de noodzakelijke geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen zijn getroffen (artikel 15.2.3. en 19.2.3).
Op de onderstaande figuur is huidige planregeling te zien.
Figuur 1.4 Uitsnede bestemmingsplan Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord. De donkelgele vlekken betreffen de woningen die ten tijde van de vaststelling al gerealiseerd/in aanbouw waren (Wonen - 1). De lichtgele vlek betreft het gebied waar ten tijde van de vaststelling nog geen woningen waren gerealiseerd (Woongebied – 1). De rode contour geeft het gebied binnen de bestemmingen Wonen - 1 en Woongebied - 1 weer waar de voorwaardelijke verplichting geldt.
De genoemde voorwaardelijke verplichting in artikel 15.2.3 en 19.2.3 is destijds als tijdelijke oplossing opgenomen om de volgende redenen:
Doel
Verwijderen voorwaardelijke verplichting
Het doel van de voorliggende planherziening is de voorwaardelijke verplichting uit de planregeling te verwijderen en de maximale toegestane bouwhoogte dusdanig te verlagen dat geen overschrijding van de geluidnormen op de bestaande en toekomstige woningen ontstaat. Om dit te bepalen is een aanvullende akoestisch onderzoek verricht, dat verder wordt toegelicht in paragraaf 4.2 Bedrijven en milieuhinder.
De overweging die hier aan ten grondslag ligt, is enerzijds het feit dat de benodigde geluidoverdrachtbeperkende voorziening is gerealiseerd. Anderzijds wordt door middel van de voorliggende herziening een juridische regeling opgesteld die minder ingewikkeld en beter toetsbaar is.
Aanpassen gevellijn
In het bestemmingsplan Oosterheem/Zegwaartseweg-Noord is een gevellijn toegekend aan alle toekomstige woonpercelen die grenzen aan het bedrijventerrein Dwarstocht (bestemming Woongebied - 1). Inmiddels is duidelijk dat het bedrijf van de Etam Groep - in het noorden van het bedrijventerrein - geen gebruik meer zal maken van de gronden ten zuiden daarvan. Het braakliggende deel van Dwarstocht zal derhalve niet meer als bedrijventerrein ingericht. Er vindt onderzoek plaats of dit deel van het bedrijventerrein ingevuld kan worden met woningbouw. De gevellijn was opgenomen om een minimale afstand van 50 meter de woningen en de Etam Groep te realiseren. Nu de bedrijfskavel van de Etam Groep beperkt blijft tot fase 1 is de gevellijn niet meer noodzakelijk ter hoogte van fase 2 en 3 en voor die gronden die op 50 meter en meer van de Etam Groep liggen. Deze wordt op deze locatie dan ook verwijderd.
Inhoud
De herziening van het bestemmingsplan 'Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord' heeft betrekking op de volgende onderdelen:
Regels
Verbeelding
Toetsing aan het beleid heeft reeds plaatsgevonden bij het opstellen van het vastgestelde bestemmingsplan 'Oosterheem / Zegwaartsweg-Noord'. Verwezen wordt naar hoofdstuk 2 van de plantoelichting. De functie wonen, alsmede het maximum aantal woningen blijft met deze herziening onveranderd.
De toekomstige woningen passen binnen het woningbouwprogramma van de gemeente. Hiermee past het plan binnen het gemeentelijk beleid.
Deze herziening heeft betrekking op een beperkt onderdeel van het bestemmingsplan 'Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord'. In het kader van de beoogde herziening is uitsluitend het aspect 'bedrijven en milieuhinder' relevant. Dit aspect wordt in dit hoofdstuk behandeld. Voor de overige aspecten wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de toelichting van het bestemmingsplan 'Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord'.
Algemeen toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de realisatie van woningen nabij milieuhinderlijke functies:
In het kader van de belangenafweging tussen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en de exploitatie van bedrijven wordt algemeen gebruik gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze uitgave is een lijst opgenomen met allerhande activiteiten en bijbehorende richtafstanden die gehanteerd worden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Naarmate de milieubelasting van de activiteiten groter is, wordt uitgegaan van een grotere richtafstand. In geval van omgevingstype 'gemengd gebied' mag worden uitgegaan van een kleinere richtafstand.
Indien niet aan de richtafstanden kan worden voldaan dient door middel van verder onderzoek te worden aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat en dat de inrichting de mogelijkheid heeft om haar bedrijfsactiviteiten uit te oefenen.
Voorwaardelijke verplichting bestemmingsplan Oosterheem/Zegwaarteweg-Noord
In het kader van het bestemmingsplan 'Oosterheem-Zegwaartseweg-Noord' is gekeken naar de mogelijke wederzijdse planinvloed van het bedrijventerrein Dwarstocht en de woonwijk Waterzicht. De afstand tussen de bedrijfsbestemming van Dwarstocht (milieucategorie 3.1) en de woonbestemming van Waterzicht liggen namelijk binnen de richtafstand voor een rustige woonwijk (het plangebied betreft een rustige woonwijk).
Door middel van model met de aanwezige bronnen is berekend wat de toekomstige geluidbelasting is als de maximale ontwikkelmogelijkheden van het bedrijventerrein gerealiseerd worden. Dit betreft dus een zogenoemd 'worst-case' scenario. In dit onderzoek is een zogenoemde 50 dB(A)-contour berekend op basis van de toen bekende uitgangspunten. De 50 dB(A)-contour betreft een geluidcontour die de etmaalwaarde aangeeft op de gevels van woningen buiten een bedrijventerrein in de dagperiode.
Uit het onderzoek blijkt dat de 50 dB(A)-contour valt binnen een gedeelte van het te ontwikkelen gebied 'Waterzicht'. Het onderzoek ging echter uit van een worst-case situatie. Aangezien realisatie van woningen binnen de contour wenselijk en mogelijk is - indien geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen worden getroffen - is voor het gebied binnen deze contour een 'voorwaardelijke verplichting' voor woningbouw opgenomen. Deze voorwaardelijke verplichting (artikel 19.2.3) luidt als volgt:
'Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting [sba - vv]' is het bouwen van geluidsgevoelige objecten, zoals bedoeld in artikel 19.1, alleen toegestaan als blijkens akoestisch onderzoek de noodzakelijke geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen zijn gerealiseerd en in stand gehouden.'
Onderzoek
Uitgangspunten
Het voorliggende plan voorziet in het verwijderen van de voorwaardelijke verplichting als bedoeld in artikel 19.2.3 van het bestemmingsplan 'Oosterheem/Zegwaartseweg-Noord'. Ten behoeve van dit plan en ter voldoening aan artikel 19.2.3 van het bestemmingsplan 'Oosterheem-Zegwaartseweg-Noord' is daarom een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1. Volledigheidshalve wordt aangegeven dat in het onderzoek rekening is gehouden met de nieuwe ontsluiting van het naastgelegen bedrijf van de Etam Groep (in gebruik sinds maart 2015) en het nieuwe geluidscherm (met een totale lengte van 260 meter en een bouwhoogte van 8 meter).
Resultaten
In het onderzoek is inzicht gegeven in de geluidniveaus (LAr,lt en LAmax) op de gevels van bestaande geluidgevoelige bestemmingen en ter plaatse van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen in het gebied Waterzicht. Op basis hiervan kan de maximale bouwhoogte worden bepaald die in het voorliggende bestemmingsplan wordt opgenomen. In het onderzoek is hiertoe per 0,5 meter de 50 dB(A) contour berekend. Hiermee is inzichtelijk gemaakt vanaf welke hoogte de nieuwe en/of bestaande woning binnen de 50 dB(A) contour ligt.
Uit het onderzoek blijkt dat tot een hoogte van maximaal 8 meter voldaan overal wordt aan de norm uit de VNG-brochure. Hieruit kan geconcludeerd worden dat gebouwen met een bouwhoogte tot 9 meter gerealiseerd kunnen worden waarbij aan de normen uit de VNG-brochure voldaan wordt. De toetsing van de geluidbelasting op geluidgevoelige functies vindt namelijk conform het meet- en rekenvoorschrift op 2/3e hoogte van de gevel plaats. Omdat op 8 meter hoogte voldaan wordt aan de norm kan daardoor tot maximaal 9 meter gebouwd worden. Voor de woningen waaruit blijkt dat de geluidbelasting op 11 meter hoogte voldoet aan de norm van de VNG-brochure kan - op basis van bovenstaande redenering - tot een bouwhoogte van 12 meter gebouwd worden.
Naar aanleiding van deze resultaten van het onderzoek is in het voorliggende bestemmingsplan voor de toekomstige (niet-vergunde) woningen in het plangebied een passende bouwhoogte opgenomen. De tevens in het bestemmingsplan opgenomen gevellijn is eveneens gehandhaafd voor die gronden die op minder dan 50 meter liggen van de Etam Groep.
Flexibiliteit
De in dit plan opgenomen bouwhoogte en gevellijn is dus opgenomen om de bedrijfsvoering van de Etam Groep te respecteren. Concreet betekent dit dat de woningen de geluidsruimte van het bedrijf (voortvloeiend uit het Activiteitenbesluit) niet mogen beperken.
Omdat het hiervoor genoemde onderzoek vrij globaal is en om daarnaast toekomstige woningbouwplannen niet onnodig te beperken, is nader onderzoek uitgevoerd. Gekeken is of bouwplannen die niet passen binnen de in dit plan opgenomen bouwhoogte en gevellijn toch niet mogelijk gemaakt kan worden, zonder dat dit ten koste gaat van de geluidsruimte van de Etam Groep. Hiervoor is een aanvullend akoestisch onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van een specifiek bouwplan. Uit het akoestisch onderzoek (zie bijlage 2) blijkt dat een afwijkend bouwplan alsnog mogelijk is (dit heeft te maken met de toegepaste dakconstructie). Een goed woon- en leefklimaat is dan ook gewaarborgd.
Naar aanleiding van het bovenstaande is in dit bestemmingsplan extra flexibiliteit aangebracht in de vorm van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. In de bestemming 'Woongebied - 1' is daarom een afwijkingsbevoedgheid opgenomen die het mogelijk maakt om alsnog woningen te bouwen ten westen van de aangeduide gevellijn en met een hogere bouwhoogte. Van deze bevoegdheid kan uitsluitend gebruik worden gemaakt indien door middel van een akoestisch onderzoek aangetoond kan worden dat sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat als gevolg van de op de naastgelegen gronden aanwezige bedrijfsactiviteiten. Daarnaast dient het naastgelegen bedrijf (Etam Groep) niet belemmerd te worden in de bedrijfsvoering.
Conclusie
Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Ter plaatse van de toekomstige en bestaande woningen in Waterzicht is sprake van akoestisch aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
De Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) bepaalt dat bestemmingsplannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.
Het bestemmingsplan is opgesteld voor de SVBP2012 en voldoet zodoende aan de genoemde eisen.
De regels van het vigerende bestemmingsplan 'Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord' zijn (voorzover relevant) onverminderd van toepassing op dit bestemmingsplan. Uitzondering hierop zijn de regels van de bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Woongebied - 1'. Ten aanzien van het vigerende bestemmingsplan is de voorwaardelijke verplichting als bedoeld in artikel 15.2.3 en 19.2.3 komen te vervallen. In de regels bij de bestemming 'Woongebied - 1' is daarnaast een afwijkingsbevoegdheid toegevoegd die het mogelijk maakt om woningen te bouwen ten westen van de aangeduide gevellijn en met een hogere bouwhoogte. Van deze bevoegdheid kan uitsluitend gebruik worden gemaakt indien door middel van een akoestisch onderzoek aangetoond kan worden dat sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en het naastgelegen bedrijf niet wordt belemmerd in de bedrijfsvoering.
Tevens is het artikel 'aanvullende werking bouwverordening' uit het vigerende bestemmingsplan herzien, aangezien dit artikel niet meer actueel is. Ter vervanging is een specifieke parkeerregeling opgenomen. Tot slot is een nieuwe bepaling opgenomen ter waarborging van een akoestisch klimaat bij nog te realiseren geluidsgevoelige objecten in het kader van de Wet geluidhinder / Besluit Hogere Waarden.
Omwille van de raadpleegbaarheid van het plan is de tekst van artikel 'Wonen - 1' en 'Woongebied - 1' verder onverkort overgenomen, met uitzondering van die onderdelen die niet van toepassing zijn (zoals bijvoorbeeld aanduidingen die niet voorkomen ter plaatse van het plangebied).
In artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vast moet stellen voor gronden waarop een bij de algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen.
Het bestemmingsplan voorziet niet in aangewezen bouwplannen. De gronden waarop nog nieuwe woningen worden gebouwd zijn namelijk in eigendom van de gemeente. De kosten zijn daardoor verzekerd via de gemeentelijke gronduitgifte.
Er wordt dan ook geen exploitatieplan vastgesteld.
In het kader van het vooroverleg ex. artikel 3.1.1 Bro is het e-formulier van de provincie Zuid-Holland ingevuld. Naar aanleiding hiervan is het concept ontwerpbestemmingsplan tevens toegezonden en beoordeeld door de provincie. De provincie geeft aan dat plan conform het beleid is zoals vastgelegd in de provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit en de Verordening ruimte 2014. De reactie is integraal opgenomen in bijlage 3.
In het kader van dit bestemmingsplan worden enkele maximale bouwhoogtes aangepast. De aanpassing van de bouwhoogtes is voorafgaand aan het opstellen van dit bestemmingsplan via publieke weg aangekondigd.
De voorbereiding van het bestemmingsplan is aangekondigd in een publicatie als bedoeld in artikel 1.3.1 Bro.
Het college heeft op 29 maart 2016 (zie bijlage 4) ingestemd met het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 8 april 2016 voor zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode kon een ieder zijn of haar zienswijze indienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.