direct naar inhoud van 6.2 Bodemkwaliteit
Plan: Nieuwe Driemanspolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00035-0004

6.2 Bodemkwaliteit

Mede ter beoordeling van de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, is inzicht vereist in de kwaliteit van de bodem. Omdat de bodemkwaliteit medebepalend is voor de vraag welke nieuwe functies in een gebied realiseerbaar zijn, is onderzoek naar eventuele beperkingen aan het bodemgebruik noodzakelijk. Hiertoe dient bodemonderzoek te worden verricht.

6.2.1 Bodemonderzoek

Er is een bodemonderzoek uitgevoerd om de mogelijke bodemverontreinigingen in het gebied in beeld te brengen, zodat de risico's (financieel en voor de planning van het project) beter ingeschat kunnen worden. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in het rapport "Bodemonderzoek Nieuwe Driemanspolder Zoetermeer-Leidschendam/Voorburg" van maart 2006 (zie voor het volledige onderzoek Bijlage 32 van de plantoelichting).

Uit het onderzoek blijkt dat buiten de lintbebouwing geen verontreiniging van betekenis wordt verwacht. Wel wordt bodemvreemd materiaal verwacht in gedempte sloten, de dammen en opritten naar bruggen en de (half)verharde landbouwwegen.
Wat niet bekend is en ook niet goed is te onderzoeken is de aanwezigheid van lokale kleine stortingen. Deze kunnen niet worden uitgesloten, als deze al bekend zijn zullen veroorzakers deze niet melden. Als lokale stortingen voorkomen zal er sprake zijn van relatief kleine hoeveelheden.

Gedempte sloten
Op basis van de waarnemingen wordt thans geconcludeerd dat de meeste sloten zijn gedempt met niet verontreinigd (gebiedseigen?) materiaal. Op relatief zeer beperkte schaal is puin en dergelijke gebruikt voor het dempen van sloten. Vooralsnog zijn bij dergelijke dempingen alleen lichte verontreinigingen aangetroffen.

Verhardingen
Ter plaatse van de verhardingen is minder bodemvreemd materiaal aangetroffen dan verwacht. De Geanalyseerde monsters zijn overwegend licht verontreinigd met zware metalen en PAK. Een deel van het verhardingsmateriaal is mogelijk herbruikbaar bij de herinrichting van het gebied. In één boring is asbestverdacht materiaal aangetroffen.

Dammen en bruggen
Ter plaatse van dammen en bruggen is minder bodemvreemd materiaal aangetroffen dan verwacht. Daarbij is overwegend puin en beton waargenomen. Dit sluit overigens niet uit dat plaatselijk andere materialen kunnen voorkomen. De geanalyseerde monsters zijn overwegend licht verontreinigd met zware metalen en PAK.

Grondwater
In het grondwater zijn lichte verontreinigingen aangetroffen. Dit is overeenkomstig de verwachtingen aangezien de verontreinigingen in de grond immobiel van aard zijn (zware metalen en PAK). Er kan vooralsnog van worden uitgegaan dat er geen maatregelen voor het grondwater moeten worden genomen bij de herinrichting van het gebied.

Asbest
Op één uitzondering na is op de monsterpunten in de Nieuwe Driemanspolder geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. Deze waarneming wijst erop dat in het gehele gebied in beperkte mate asbest in verhardingen en dammetjes aanwezig kan zijn, hetgeen een normaal beeld is in agrarische gebieden.

6.2.2 Conclusies

Uit onderzoek is gebleken dat de bodemgesteldheid zich niet verzet tegen de voorgenomen herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder.