Plan: | Meerzicht - Westerpark |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00032-0004 |
Ruimtelijke verschijningsvorm
Bij de ontwikkeling van de wijk is er vanaf het begin veel aandacht geweest voor het vormgeven van de groenstructuur. Het Westerpark is als onderdeel van de woonwijk ontworpen.
In het bestemmingsplangebied is sprake van drie verschillende groenstructuren: Meerzicht Hoogbouw, Meerzicht Laagbouw en Westerpark.
Het groen van Meerzicht Hoogbouw manifesteert zich als een parklandschap met daarin flats. De functiescheiding is bij de hoogbouwflats het duidelijkst zichtbaar. Hier is niet of nauwelijks sprake van privégroen en daarom zijn rondom de flats meer grotere groengebieden aanwezig voor gezamenlijk recreatief gebruik.
Het groen van Meerzicht Laagbouw bestaat uit lobben, die vanuit het Westerpark naar binnen richting de hoogbouw van Meerzicht dringen. De groenlobben hebben elk een eigen karakter. Het meest westelijke deel wordt gekenmerkt door een eerste singel (waterkarakter) die in open verbinding staat met het Westerpark. De tweede staat in verbinding met de Bosstrook langs de A12 en heeft een parkkarakter. De derde loopt in oost-west richting door de Bergenbuurt en heeft een meer stenig karakter. Als uitlopers van het park vervullen ze een belangrijke uitloopfunctie voor de wijk. De aantrekkelijkheid kan aanmerkelijk worden vergroot door een betere stroomlijning en ontwikkeling van paden en consequentere inrichting.
Ook het groen langs de RandstadRail is te beschouwen als een lob, die de wijk indringt. In de gekozen structuur van Meerzicht - een boomstructuur met de Meerzichtlaan als stam - is de Meerzichtlaan met haar groene inrichting beeldbepalend voor de wijk.
De betekenis van de groenstructuur van Meerzicht- Westerpark voor de natuur en recreatie
De groenstructuur in Zoetermeer is opgebouwd uit natuur- en recreatiegebieden op regioniveau, recreatiegebieden op stadsniveau en het groen op wijk- en buurtniveau.
Natuur- en recreatiegebieden op regioniveau
Het Westerpark is onderdeel van Buytenhout, een regionaal groengebied dat loopt van het Buytenpark tot aan de Delfse Hout. Nagenoeg het gehele Westerpark is een belangrijke voorziening voor natuur en recreatie op regionaal niveau. Zowel het park zelf als het gebied daar om heen (zoals Roeleveen, Driemanspolder en het Buytenpark) zijn in het Stadsnatuurplan aangewezen als 'natuur op regionaal niveau'.
Binnen het plangebied is het bos- en plassengebied van Westerpark specifiek aangeduid als natuur van regionaal belang. Het eiland is een stergebied, wat wil zeggen dat stedelijke ontwikkelingen niet zijn toegestaan. Naast de natuurfunctie heeft het park ook een zeer belangrijke recreatiefunctie.
Recreatiekaart Westerpark
De gewenste natuurdoeltypen zijn bos, nat hooiland, hooi- en weiland en aan de rand van Meerzicht parkbos. Om deze gewenste natuurdoeltypen te realiseren is het nodig dat de structuur omgevormd wordt om zo meer samenhang te bereiken tussen het Balijbos en het bos in de Driemanspolder. Het eiland in Westerpark wordt een open nat en droog hooiland, de rand met de woonwijk Meerzicht wordt een halfopen parkbos en de overige randen van het Westerpark moeten worden vormgegeven als dicht bos. Het ontwikkelen van natte, ecologische en recreatieve verbindingen tussen Driemanspolder, Westerpark en Meerzicht maakt eveneens deel uit van de benodigde ingrepen.
De golfbaan en de landscheiding is een gebied waar het ontwikkelen van een geleidelijke overgang van dicht naar open gerealiseerd wordt. Deze overgang bestaat uit bos, parkbos en hooiland. Daarnaast is een faunapassage tussen het Balijbos en het Westerpark in de oude fietstunnel onder de A12 voorzien.
Het hart van het Westerpark is een groot eiland omgeven door waterpartijen. Dit eiland heeft de status 'natuurstergebied' en is bedoeld voor natuurrecreatie. Natuurontwikkeling en natuurbeleving staan hier centraal. De singels van populieren en struwelen, afgewisseld met hooilanden, herinneren aan de oude kavelstructuur van de polder. De waterpartijen vormen één van de belangrijkste waterbuffers van Zoetermeer. Het vele riet zorgt voor de zuivering van het water.
Op het eiland ligt ook de Natuurtuin, een gebied waar oude landschappen te zien zijn. De Natuurtuin is bereikbaar via een ophaalbruggetje en is open van half maart tot en met half november.
De groenzone langs de noordzijde van de A12 (die net buiten het plangebied ligt) behoort eveneens tot de regionale natuur ('natuur van ruigte en struweel'). Net ten westen van het plangebied, Roeleveen, is aangeduid als Ecologische Hoofdstructuur. Er wordt momenteel gewerkt aan een herinrichting van het gebied.
Groen op stadsniveau
Het zuidelijk deel van het Westerpark (sportvelden en golfbaan) en het groengebied ten zuiden van de woonwijk Meerzicht hebben een natuurfunctie op stadsniveau. Het gehele Westerpark heeft een overloopfunctie tussen het bebouwd gebied van Zoetermeer en het buitengebied.
Dit deel van het Westerpark kent een recreatief gebruik in de vorm van wandelgebied en sportvelden aan de oostzijde en een golfbaan aan de westzijde. Het is een gebied waar de natuurfunctie gemengd is met grootschalige sportvoorzieningen.
Het gewenste natuurtype is parkbos en hooi- en weiland (golfterrein) en aanvullend ruigte en struweel en natte ruigte. Ingrepen die nodig zijn in het gebied betreffen het omvormen en versterken van beheer tot park met veel overgangen tussen natte en droge graslanden en parkbossen. Voor het groengebied aan de zuidrand van Meerzicht zijn geen specifieke ingrepen genoemd. Hier moet het parkbos behouden blijven.
Het groen langs de RandstadRail is aangemerkt als 'natuur van ruigte en struweel'. De begeleiding van belangrijke vervoersassen binnen Zoetermeer is van groot belang voor de beleving. Daarnaast versterkt het de structurerende werking van de infrastructuur. In de droge zones moet het aaneengesloten karakter van ruigte en struweel versterkt worden. Voor de natte zones geldt dat de huidige natte ruigtes versterkt moeten worden.
Groen op wijk- en buurtniveau
In de wijken streeft de gemeente natuur van de woonomgeving na, waarin elementen van de stenen ruimte en parkbos zijn geïntegreerd. In het Stadsnatuurplan zijn alleen droge en natte lijnen en aaneengesloten groengebieden groter dan één hectare aangegeven. Deze lijnen en gebieden vormen de basis. In overleg met bewoners en betrokkenen wil de gemeente de nadere invulling van de wijken bepalen.
De wijk Meerzicht is in het Stadsnatuurplan getypeerd als een wijk met twee gezichten: het hoogbouwdeel in het noordoostelijk deel met veel groen rondom en de laagbouwbuurten die voornamelijk gericht zijn op het Westerpark. In het middengebied ligt een parklandschap waar veelal inheemse soorten aanwezig zijn. Het groen in de wijk ondervindt een hoge druk vanuit de woonbuurten. Een voorbeeld is dat openbaar groen bij tuinen wordt betrokken en dat groen op sommige plekken plaats moet maken voor parkeerplaatsen.
Meerzicht heeft drie wijkparken van meer dan één hectare. Deze parken bestaan uit twee parken met droge natuur (nabij Vreebos en Overwater) en één park met natte natuur (nabij Kerkenbos). De relatief grote hoeveelheid water in de wijk is waardevol, vooral in combinatie met groen.
Het groen langs de lijnen, Meerzichtlaan, Bredewater, het fietspad Toverberg richting het Westerpark en het naar het zelfde park leidende water aan de zuidkant van de woonwijk behoort eveneens tot het groen op wijk- en buurtniveau. Het groene karakter van deze routes moet behouden blijven en zo mogelijk versterkt worden.
Vooral voor de grotere groengebieden in de wijk moest er voor worden opgepast dat hier geen schaalverkleining plaatsvindt. Hier moeten de mogelijkheden voor het aanleggen van bosplantsoen, het toepassen van natuurlijke oever en drijfbladplanten ten volle worden benut. Het Stadsnatuurplan ziet voor de bestaande bebouwing mogelijkheden weggelegd voor het aanbrengen van klimbeplantbegroeiing tegen kopgevels en bergingen van flats en het toepassen van groene daken en gevelbegroeiing in het centrum.
Op structuurniveau zijn vooral de singels (met de plasbermen) en de wijkwegen met grazige bermen voor de natuur in de wijk van belang. Een plasberm is een ondiepe strook water direct langs de oever die meestal met riet begroeid is. Deze stroken zijn in Zoetermeer standaard aangelegd en zijn bedoeld om spelende kinderen voor verdrinken te behoeden.