direct naar inhoud van Artikel 7 Kantoor
Plan: Afrikaweg en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00030-0004

Artikel 7 Kantoor

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. dienstverlening;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' tevens praktijkruimte met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 100 m2;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum' tevens een uitvaartcentrum met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 1000 m2;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - datacenter' tevens datacenter;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' tot een hoogte van 18 m, uitsluitend de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' zoals omschreven in artikel 12.1 van dit plan;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. groenvoorzieningen, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'groen' het oppervlak van de groenvoorzieningen minimaal 25% van het bouwperceel bedraagt, inclusief maximaal 5% water;
  • h. kunstwerken;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. objecten van beeldende kunst;
  • k. parkeervoorzieningen, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' het oppervlak van de parkeervoorzieningen maximaal 50% van het bouwperceel bedraagt;
  • l. reclameobjecten;
  • m. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • n. water;
  • o. wegen en paden;
  • p. windbeperkende voorzieningen;

met de daarbij behorende bouwwerken.

7.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 7.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

7.2 Bouwregels
7.2.1 Voorwaardelijke verplichting
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'groen' is bouwen zoals bedoeld in lid 7.2.2 tot en met 7.3.3 alleen toegestaan, indien groenvoorzieningen worden aangelegd en in stand gehouden met een oppervlak van minimaal 25% van het bouwperceel, inclusief maximaal 5% water.
7.2.2 Gebouwen en overkappingen
  • a. hoofdgebouwen, gebouwde parkeervoorzieningen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag de totale oppervlakte van hoofdgebouwen, gebouwde parkeervoorzieningen en overkappingen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het binnen het bouwperceel gelegen bouwvlak bedragen. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, is geen maximum bebouwingspercentage van toepassing;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven. Indien geen goothoogte is aangegeven, geldt geen maximale goothoogte;
  • e. de onderlinge afstand tussen gebouwen zonder een gemeenschappelijke scheidingsmuur moet minimaal 3 m bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' mag de gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouwen, gebouwde parkeervoorzieningen en overkappingen niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (BVO)(m2) mag het bedrijfsvloeroppervlak niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan. De bouwhoogte van de gebouwde parkeervoorzieningen mag maximaal 15 m bedragen en de goothoogte mag maximaal 10 m bedragen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ondergrondse parkeergarage' zijn gebouwde parkeervoorzieningen buiten een bouwvlak toegestaan, voor zover gebouwd onder peil;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'groen' zijn de bouwregels voor gebouwen van toepassing, zoals omschreven in artikel 6.2.1 van dit plan, voorzover de gronden bestemd zijn voor groenvoorzieningen inclusief water;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' moet de bebouwingsvrije hoogte minimaal 18 m bedragen, uitgezonderd gebouwen en kunstwerken ten behoeve van de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug';
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug' mag de bouwhoogte van een gebouw niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • m. de totale oppervlakte van erfbebouwing per hoofdgebouw mag maximaal 50 m² bedragen;
  • n. de bouwhoogte van erfbebouwing mag maximaal 3 m bedragen;
  • o. de bouwhoogte van een uitbreiding van het hoofdgebouw of erfbebouwing behorende bij een hoofdgebouw, die is gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan in lid 7.2.2 onder d is aangegeven.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten en windbeperkende voorzieningen mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug' mag de bouwhoogte van kunstwerken niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-Nelson Mandelabrug' mag de bouwhoogte van kunstwerken niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'groen' zijn de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde van toepassing, zoals omschreven in artikel 6.2.2 van dit plan, voorzover de gronden bestemd zijn voor groenvoorzieningen inclusief water;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijken ten behoeve overschrijding bouwhoogte

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-afwijkende bouwhoogte' kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder c voor het bouwen van een gebouw met een bouwhoogte van maximaal 40 m, tot maximaal 10% van het bouwperceel, mits de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van onderzoek heeft aangetoond dat:

  • a. geen sprake zal zijn van onevenredige windhinder;
  • b. geen sprake zal zijn van onevenredige hinder voor de omgeving ten aanzien van de aspecten bezonning, uitzicht, privacy en zichtlijnen;
  • c. geen sprake zal zijn van onevenredige verkeerskundige effecten;
  • d. in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien conform de gemeentelijke parkeernota;
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.
7.3.2 Afwijken ten behoeve van erf- of terreinafscheiding

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3 onder a, voor het bouwen van een erf- of terreinafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.3.3 Afwijken ten behoeve van overschrijding bouwvlak

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder a voor het gedeeltelijk bouwen van gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak, mits:

  • a. de toename van de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen op een bouwperceel maximaal 10% bedraagt ten opzichte van de gebouwen en overkappingen die aanwezig zijn op het moment van de inwerkingtreding van dit plan;
  • b. in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien conform de gemeentelijke parkeernota;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor raam- en straatprostitutie.