direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer
Plan: Afrikaweg en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00030-0004

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen waarbij het aantal rijstroken, met uitzondering van in- en uitvoegstroken, opstelstroken en busstroken, niet meer mag bedragen dan:
  • 5 rijstroken voor de Afrikaweg;
  • 4 rijstroken voor de Van Leeuwenhoeklaan en de Meerzichtlaan;
  • 2 rijstroken voor de overige wegen;
  • b. fietsenstallingen;
  • c. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  • d. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. kunstwerken;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. objecten van beeldende kunst;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. reclameobjecten;
  • k. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • l. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • m. water;
  • n. windbeperkende voorzieningen;

met de daarbij behorende bouwwerken.

10.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 10.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen, objecten van beeldende kunst, vlaggenmasten en lichtmasten en windbeperkende voorzieningen mag maximaal 10 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken mag maximaal 15 m bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'brug' mag de bouwhoogte van kunstwerken niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Nutsvoorzieningen en fietsenstallingen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1, voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en fietsenstallingen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van nutsvoorzieningen mag maximaal 25 m2 bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 m bedragen;
  • b. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van fietsenstallingen mag maximaal 10 m2 bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.
10.3.2 Voorwaarden omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.3.1 kan alleen worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.