direct naar inhoud van 2.1 Rijksbeleid
Plan: Palenstein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00028-0004

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Barro (2011) en Structuurvisie Infrastructuur en ruimte (2012)

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) van kracht geworden. Het Barro heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. Onderwerpen waarvoor het rijk ruimte vraagt zijn de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam en de uitoefening van defensietaken.

Op 1 oktober 2012 is aan het Barro een aantal onderwerpen toegevoegd. Het gaat om de eerder aangekondigde onderwerpen Ecologische hoofdstructuur, elektriciteitsvoorziening, toekomstige uitbreiding hoofd(spoor)wegennet, veiligheid rond rijksvaarwegen, verstedelijking in het IJsselmeer, bescherming van primaire waterkeringen buiten het kustfundament en toekomstige rivierverruiming van de Maastakken. Aan artikel 3.6.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is op 1 oktober 2012 de ladder voor duurzame verstedelijking toegevoegd.

Het kabinet heeft de keuze voor deze onderwerpen gemaakt in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. Deze structuurvisie bundelt het nationale ruimtelijke en infrastructuurbeleid in 13 nationale belangen. Met de uitbreiding van het Barro en het Bro is de juridische verankering van de SVIR nagenoeg compleet.

In en in de directe nabijheid van het plangebied is geen sprake van ecologische waardevol gebied, erfgoederen en andere in het Barro genoemde nationale belangen Het plangebied maakt onderdeel uit van bestaand stedelijk gebied. De ontwikkelingen die in het plan zijn voorzien, zijn een verdere verdichting van het stedelijke gebied. De mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, zijn niet in strijd met de nationale belangen op grond van het Barro en de SVIR.

Duurzame verstedelijking

Een zorgvuldige benutting van de beschikbare ruimte voor verschillende functies vraagt om een goede onderbouwing van nut en noodzaak van een nieuwe stedelijke ruimtevraag en een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de nieuwe ontwikkeling. Daarom is met de inwerkingtreding van het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening per 1 oktober 2012 de verplichting opgenomen om in bestemmingsplannen waarin een nieuwe stedelijke ontwikkeling is opgenomen de 'ladder voor duurzame verstedelijking' op te nemen.

In artikel 3.1.6, lid 2 Bro worden de 'stappen van de ladder' benoemd:

  • a. voorziet de voorgenomen stedelijke ontwikkeling in een actuele regionale behoefte;
  • b. kan binnen bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio aan de behoefte worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins;
  • c. wanneer blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld (m.a.w. zorgen voor optimale inpassing en bereikbaarheid).

De herstructurering van Palenstein betreft een stedelijke ontwikkeling waarbij wordt voorzien in de regionale behoefte. Volgens de regionale woonvisie Haaglanden wordt voor de regio ingezet op een uitbreiding van de woningvoorraad met 60.000 woningen in de periode 2000- 2015. Daarnaast is een transformatieopgave genoemd van 33.000 woningen waarbij kwaliteitsverbetering voorop staat. Voor Palenstein staat het dynamiseren van woongebieden voorop. De herstructurering voorziet in de sloop van vijf hoogbouwgalerijflats. Hiervoor in de plaats wordt een mix van eengezinswoningen en appartementen gebouwd. Per saldo zal het aantal iets woningen afnemen. Deze ontwikkeling sluit aan bij de regionale behoefte aan een meer gevarieerd woonmilieu.

2.1.2 Waterbeleid in de 21e eeuw (2000)

Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt 'waterbeleid in de 21ste eeuw' is de zorg over het toenemend hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de waterspiegel. Ruimte die nu beschikbaar is voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast moet ten minste behouden blijven. De aanwezige ruimte mag niet sluipenderwijs verloren gaan bij de uitvoering van nieuwe projecten voor infrastructuur, woningbouw, landbouw of bedrijventerreinen.

Belangrijk onderdeel in het nieuwe waterbeleid is de watertoets. Water zal, meer dan in het verleden, sturend zijn bij de ruimtelijke inrichting en het ruimtegebruik in Nederland. Alle ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten en aan een watertoets te worden onderworpen. De watertoets is geen toets achteraf, maar een procedure om tot een optimale inbreng van het waterbelang in ruimtelijke plannen te komen, van locatiekeuze tot inrichting en bouwpeil. Hierdoor zal de afstemming tussen ruimtelijke ordening en waterbeheer beter verlopen. In het kader van de watertoets wordt het bestemmingsplan voorgelegd aan het Hoogheemraadschap van Rijnland. Er zijn met betrekking tot de nieuwe ontwikkelingen die binnen dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt al afspraken gemaakt met het Hoogheemraadschap van Rijnland (zie paragraaf 5.5).

2.1.3 Nationaal Waterplan (2009)

Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de 4e Nota Waterhuishouding en is het rijksplan voor het waterbeleid. Het plan gaat in op de thema’s waterveiligheid, wateroverlast, droogte en zoetwatervoorziening, waterkwaliteit en gebruik van water. Het Nationaal Waterplan bevat, naast een langetermijnvisie en een streefbeeld voor 2040, een concreet uitvoeringsprogramma 2009-2015. Het Nationaal Waterplan bevat de stroomgebiedbeheerplannen die op grond van de Kaderrichtlijn Water zijn opgesteld. Deze zijn gelijktijdig in werking getreden met het Nationaal Waterplan. Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet.

In de wijk Palenstein is veel aandacht voor het water. Bestaande waterlopen en -partijen blijven zo veel mogelijk behouden en worden waar nodig elders gerealiseerd. Er zijn afspraken met de relevante waterpartijen gemaakt om de bestaande waterkwaliteit en-kwantiteit minimaal te behouden en zo mogelijk te verbeteren. Met de aanleg van een geheel nieuwe water- en groenstructuur wordt water een zeer belangrijk element in de beleving van de omgeving.

In paragraaf 5.5 wordt nader op dit onderwerp ingegaan.