direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Voorweg 66, 68 en 96
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00022-0004

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Stadsvisie 2030

Als opvolger en actualisatie van het Masterplan 2025 is de Stadsvisie 2030 opgesteld. Deze is op 15 december 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. De kernopgave van de Stadsvisie is om de bestaande kwaliteiten te behouden en te versterken. De hoofdopgave tot 2030 bestaat onder andere uit:

  • het vast blijven houden aan een groene, stedelijke woonomgeving en een dynamisch volwaardig stedelijk centrum;
  • als onderdeel van Haaglanden, samenwerken binnen een regio waar voldoende arbeidsplaatsen beschikbaar zijn die aansluiten op het arbeidsaanbod in Haaglanden.

In opgave 3 van de Stadsvisie is aangegeven dat hoewel de vraag naar appartementen zal toenemen door de vergrijzing de vraag naar laagbouw dominant blijft. Zoetermeer moet extra investeren om een aantrekkelijke vestigingsplaats te blijven voor bepaalde groepen.

Het bestemmingsplan is niet in strijd met de uitgangspunten van de Stadsvisie 2030.

2.4.2 Waterplan Zoetermeer 2002

Het Waterplan Zoetermeer is opgesteld door de gemeente Zoetermeer, het indertijd nog bestaande waterschap Wilck en Wiericke (dat inmiddels deel uitmaakt van het Hoogheemraadschap van Rijnland) en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De doelstelling van het Waterplan Zoetermeer is het behouden en versterken van een duurzaam watersysteem. Kortom een watersysteem dat betrouwbaar, levend en boeiend is. Om ook in de toekomst een veilig en goed functionerend watersysteem in Zoetermeer te behouden, moet er meer ruimte voor water worden gerealiseerd. In het Waterplan Zoetermeer is afgesproken dat bij herontwikkeling gestreefd wordt naar het realiseren van 10% water in het gebied dat (her)ontwikkeld wordt. In het stedelijk gebied wordt daarnaast ingezet op het vertragen van piekafvoeren, onder meer door het toepassen van open verharding of het realiseren van vegetatiedaken. In het Waterplan Zoetermeer is tevens aangegeven dat er gestreefd wordt naar een hoge belevingswaarde van het water. Hiermee wordt water bedoeld dat er aantrekkelijk uitziet, goed zichtbaar is, niet stinkt en past in de stedelijke omgeving. Water biedt aantrekkelijke recreatiemogelijkheden en zorgt voor afwisseling in het landschap. Door variatie van de oevers kan de belevingswaarde van het water vergroot worden.

Het bestemmingsplan is niet in strijd met de doelstellingen van het Waterplan Zoetermeer 2002. Zie ook de watertoets in paragraaf 5.6.

2.4.3 Nota Duurzaam Bouwen (2009)

Duurzaam bouwen is één van de speerpunten van het Zoetermeerse milieubeleid. In de nota Duurzaam Bouwen zijn de gemeentelijke ambities vastgelegd op het gebied van duurzaam bouwen, met betrekking tot woningbouw, woningrenovatie, utiliteitsbouw van gemeentelijke en niet gemeentelijke gebouwen. Onder duurzaam bouwen wordt hierbij verstaan het gehele proces van belangen afwegen, maken van keuzes en treffen van maatregelen, gericht op een ontwikkeling waarbij de toegekende functies binnen een gebied met een zo gering mogelijke milieubelasting worden uitgevoerd.

Het voorschrijven van dubo-maatregelen is rechtens nog niet afdwingbaar. Voor het bouwen van woningen/complexen sluit de gemeente convenanten met bouwers waarin op basis van vrijwilligheid bepaalde pakketten met dubo-maatregelen zullen worden toegepast. Voor projecten met een omvang van 25 woningen of meer dient een energievisie te worden opgesteld. Voor de bouwpercelen in dit bestemmingsplan wordt dit niet verlangd. Het uitgangspunt is dat er gebruik zal worden gemaakt van duurzame materialen, die energiezuinig zijn en dat de bebouwing op de bouwpercelen een zo klein mogelijke “voetafdruk” zullen hebben.

Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de uitgangspunten van de Nota Duurzaam Bouwen (2009).

2.4.4 Nota mobiliteit Zoetermeer

De Nota mobiliteit Zoetermeer biedt het kader voor de komende jaren om invulling te geven aan het verkeers- en vervoersbeleid (tot 2010, met een doorkijk naar 2025). Daarin zijn onder meer de aanwezige en de te verwachten knelpunten betrokken, met de daarbij behorende ambities en oplossingsrichtingen vanuit vier invalshoeken, te weten openbaar vervoer, auto, fiets en wijkverkeer.

Aan de nota is een uitvoeringsprogramma gekoppeld waarin voor de lange-, middellange en korte termijn projecten worden geformuleerd, opgesplitst naar openbaar vervoer, auto en fiets. Dit met de bedoeling om de bereikbaarheid op peil te houden en de leefbaarheid van de stad te versterken. Het bestemmingsplan heeft geen wijziging in de infastructuur tot gevolg.

De bouwpercelen liggen in de bebouwde kom van Zoetermeer. Er is sprake van een goede bereikbaarheid voor bezoekers. Gezien het geringe aantal vervoersbewegingen is de ontwikkeling niet in strijd met de uitgangspunten en ambities van de Nota Mobiliteit.

Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de uitgangspunten van de Nota mobiliteit Zoetermeer.

2.4.5 Beleidsnotitie parkeren (2011) en Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels (2011)

Integrale kaderstellende beleidsnotitie parkeren Zoetermeer (2011)

De Integrale kaderstellende beleidsnotitie (auto)parkeren Zoetermeer, die is vastgesteld door de gemeenteraad op (PM),  geeft uitwerking aan het parkeerbeleid.  Als basis voor het nieuwe parkeerbeleid in Zoetermeer geldt: 'vraagvolgend' waar dat kan en 'sturend' waar dat moet. Met andere woorden: parkeerplaatsen realiseren op die plaatsen waar daar behoefte aan is én er de mogelijkheden zijn (ruimtelijk en financieel) en sturen op het gebruik van beschikbare parkeerplaatsen waar de vraag naar parkeercapaciteit groter is dan het aanbod en uitbreiding van parkeercapaciteit niet aan de orde is. In deze beleidsnotitie is vastgelegd hoe zal worden omgegaan met parkeervraagstukken in de bestaande stad. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar verschillende gebruikersgroepen zoals bewoners, bezoekers en werknemers. 

Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels (2011)

In de Nota Parkeernormen en Uitvoeringsregels, welke is vastgesteld door de gemeenteraad in 2012,  zijn voor uiteenlopende functies en voorzieningen parkeernormen opgenomen. Bij de parkeernormen is veelal sprake van een bandbreedte en kan per situatie bepaald worden welke norm binnen de bandbreedte het meest geschikt is. De parkeernormen worden toegepast bij nieuwe ontwikkelingen. Het parkeernormenbeleid van de gemeente Zoetermeer is dan ook bedoeld om parkeeroverlast door nieuwe ontwikkelingen te voorkomen. Er zijn echter altijd situaties die enige flexibiliteit vragen in de toepassing van de parkeernormen. Hiertoe bevat de nota uitvoeringsregels welke kunnen worden toegepast. De parkeernormen gelden voor nieuwe ontwikkelingen binnen de gemeente. Indien nader onderbouwd bestaat de mogelijkheid om af te wijken van de parkeernormen. Bij nieuwe ontwikkelingen geldt dat parkeercapaciteit zoveel mogelijk op de ontwikkelkavel moet worden aangelegd. Als dat in alle redelijkheid en billijkheid niet lukt, dan kan gekeken worden of de gemeente binnen de kaders van de overige beleidsuitgangspunten de restvraag aan parkeerplaatsen in het openbare gebied kan realiseren.

Toetsing aan Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels (2011)

Voor de te bouwen woningen (aantal 4) geldt een parkeernorm van 1,6 tot 1,8 parkeerplaats per woning (categorie woning groot >120m2 bvo). In totaal zijn er dan op basis van de Nota Parkeernormen 7 parkeerplaatsen benodigd. Per bouwperceel wordt voorzien in 3 parkeerplaatsen op eigen grond, dus in totaal 12 parkeerplaatsen. Op grond van de nieuwe Parkeernota geldt voor nieuwe ontwikkelingen dat in beginsel op eigen grond in voldoende parkeergelegenheid moet worden voorzien. Het bestemmingsplan voldoet dan ook ruimschoots aan de geldende Parkeernormen zodat in voldoende mate is voorzien in de parkeerbehoefte en geen aanspraak zal worden gemaakt op bestaande parkeervoorzieningen in het openbare gebied.

Er wordt hiermee ruimschoots voldaan aan de uitgangspunten van de Nota Parkeernromen en uitvoeringsregels.

2.4.6 Woonvisie (2009)

De op 16 maart 2009 door de gemeenteraad vastgestelde Woonvisie vormt een basis voor verschillende uitvoeringsplannen van de gemeente op het gebied van wonen. De Woonvisie gaat nadrukkelijk uit van een nieuwe aanpak voor het wonen. Deze nieuwe aanpak houdt rekening met het feit dat Zoetermeer in de toekomst – na het voltooien van de laatste uitbreidingswijk Oosterheem – niet langer meer ruime hoeveelheden nieuwe eengezinswoningen zal realiseren. Ook speelt het in op de veranderende bevolkingssamenstelling van Zoetermeer, waarbij jongeren en senioren een steeds belangrijkere positie gaan innemen binnen de stad. De Woonvisie omvat een aantal richtinggevende keuzen voor het Zoetermeerse woonbeleid in de komende jaren. Zo wordt onder meer de kwaliteit van het wonen boven het realiseren van aantallen gesteld, en wordt een accent gelegd op het zoeken naar nieuwe gestapelde woonvormen met grondgebonden kwaliteiten. Bovendien zal op plekken waar in de toekomst nog woningbouw gaat of kan plaatsvinden, de behoefte van de wijken en buurten in eerste instantie leidend zijn bij het invullen van het woonprogramma.

Het bestemmingsplan is niet in strijd met de Woonvisie (2009).

2.4.7 Duurzaam Zoetermeer (2007)

De klimaatveranderingen, de groei van Zoetermeer en de toenemende luchtvervuiling vragen om maatregelen. In het programma Duurzaam Zoetermeer (vastgesteld door de gemeenteraad op 26 november 2007) zijn afspraken opgenomen om Zoetermeer in de toekomst leefbaar te houden. De ambities zijn hoog: Zoetermeer wil tot de tien duurzaamste gemeenten van Nederland behoren. De basis voor het programma Duurzaam Zoetermeer ligt in het collegeprogramma 2006-2010. Daarin staat dat Zoetermeer een groene, schone en milieuvriendelijke stad moet zijn, waarin we zuinig zijn op natuurlijke hulpbronnen en de beschikbare groene ruimte. Duurzaam Zoetermeer geeft hier op een praktische manier invulling aan, samen met lokale milieuorganisaties, het bedrijfsleven en de inwoners van Zoetermeer. De doelstellingen voor 2030 zijn:

  • een gezond leefmilieu in Zoetermeer: in 2030 komt langs de hoofdwegen geen ernstige geluidhinder voor (< 65 dB(A)), zijn de woonwijken rustig (<55 dB(A)) en is de luchtkwaliteit 20% beter dan de huidige EU norm;
  • Zoetermeer is in 2030 CO2-neutraal;
  • een natuurlijk Zoetermeer: in 2030 is groen nog steeds geworteld in de stad en is het groen een plek voor mens en dier. Het aantal bijzondere planten- en diersoorten is minimaal gelijk gebleven met het aantal soorten in 2007;
  • de gemeente past bij haar eigen inkoop en aanbestedingen de landelijk geformuleerde duurzaamheidscriteria toe;
  • een innovatief Zoetermeer: stimuleren van innovaties die kunnen bijdragen aan een duurzame ontwikkeling.

Het bestemmingsplan voldoet aan Duurzaam Zoetermeer (2007).

2.4.8 Stadsnatuurplan (1999)

Het Stadsnatuurplan geeft richting aan het natuurbeleid van Zoetermeer. De centrale vraag die met het Stadsnatuurplan wordt beantwoord is: hoe wil de gemeente omgaan met de natuur die zij nu al rijk is en hoe zou het nog beter kunnen? Er is een onderscheid gemaakt in drie niveaus met een eigen ambitieniveau: regio, stad en wijk.

De Voorweg behoort tot stadsnatuur. In deze gebieden is natuur niet de hoofdfunctie. De ambities zijn minder hoog dan voor natuur van de regio. Doel is om droge natuur met veel soorten te creëren door de bestaande leefgebieden te handhaven en te versterken, door de samenhang tussen de leefgebieden veilig te stellen en door lokale variatie in bodem, water en reliëf te benutten voor de natuur. De percelen 66, 68 en 96 zijn bebouwd. De bebouwing wordt vervangen door nieuwe woningen. Er is dus geen sprake van bebouwing van open gebieden.

Het bestemmingsplan voldoet aan het Stadsnatuurplan.

2.4.9 Rapportage Archeologisch waardevolle gebieden (2003)

In deze rapportage zijn de archeologisch waardevolle gebieden in de gemeente Zoetermeer opgenomen. In deze gebieden is het zonder vergunning (aanlegvergunning) verboden om:

  • graafwerk te verrichten op een diepte van meer dan 0,5 m onder het maaiveld;
  • aanwezige (delen van) fundamenten of andere, met de archeologische structuren verband houdende zaken af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
  • met een metaaldetector te zoeken tussen 0 en 0,5 m onder het maaiveld.

Het bestemmingsplangebied behoort tot het beschermd archeologisch waardevol gebied Voorweg.

In paragraaf 3.1.1 wordt nader ingegaan op het aspect archeologische waarden.

2.4.10 Gemeentelijke monumentenverordening

De Voorweg is aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Dit betekent dat het beleid gericht is op het behoud en de versterking van de bestaande structuur en het bebouwingsbeeld. Het gebied van de Voorweg geeft een samenhangend beeld van een droogmakerij met oud bovenland. Het oorspronkelijke agrarische karakter is goed bewaard gebleven door de aanwezige boerderijen met hun ruime erven en de kleinschalige individuele bebouwing. Het gebied is van belang vanwege de cultuurhistorische en landschappelijke waarden, vanwege de onderlinge samenhang tussen bebouwing, groen- en waterstructuren, en vanwege de referentie aan de cultuur van oude droogmakerijen.

Voor het gebied van de Voorweg zijn de volgende typeringen en bijzondere kwaliteiten van het gebied aangegeven:

  • de lineaire structuur van de Voorweg en de wetering;
  • de herkenbare hoge aftekening van een veendijk in het landschap;
  • de gaaf bewaarde samenhang tussen dijk, wetering, bebouwing en open polderlandschap in het deel ten westen van de Leidschendamweg/Amerikaweg;
  • het ensemble van oude landschapselementen ten westen van Hofstede Meerzigt;
  • de lage bebouwingsdichtheid;
  • het individuele en pluriforme architectuurbeeld;
  • de monumentale boerderijen en erven.

De Voorweg is één van de oudste wegen van Zoetermeer. De weg wordt gekenmerkt door een open lineaire structuur, gevormd door de weg en de erlangs lopende wetering. Aan weerszijden ligt voornamelijk kleinschalige bebouwing, die vrij dicht op de weg is gesitueerd. De bebouwing is individueel en is georiënteerd op de Voorweg, hetzij loodrecht hetzij evenwijdig. Er is een bonte afwisseling van woonhuizen, landarbeiderswoningen, tuinderswoningen, boerderijen en bedrijfsbebouwing. Hoe dichter bij het oude dorp, hoe meer woonhuisbebouwing er is.

Het deel van de Voorweg waar de bouwpercelen zijn gelegen, is vrij dicht bij het dorp gelegen en minder agrarisch van karakter dan het deel dat grenst aan de Nieuwe Driemanspolder.

De op de bouwpercelen te bouwen woningen dienen op de dijk georiënteerd te zijn en niet over het water gebouwd. Aan weerszijden dienen doorzichten behouden te worden.

Het bestemmingsplan voldoet aan de uitgangspunten van de Gemeentelijke monumentenverordening.

2.4.11 Welstandsnota

Op 25 maart 2010 is de Welstandsnota Zoetermeer van kracht geworden. Hierin is, aan de hand van gebiedsbeschrijvingen en architectuurstijlen, het welstandsbeleid van de gemeente Zoetermeer vastgelegd. Tevens is een onderscheid gemaakt tussen gebieden met een regulier, intensief of luw welstandsbeleid.

Voor de Voorweg geldt een intensief welstandsbeleid. Omdat de Voorweg is aangewezen als een beschermd stadsgezicht, is het welstandsbeleid gericht op het behoud en de versterking van de bestaande structuur en het bebouwingsbeeld. Voor dit deel van de Voorweg, waarop het bestemmingsplan betrekking heeft, gelden aanvullende specifieke (gebieds)criteria en wel het respecteren van:

  • 1. de lineaire structuur van weg en wetering;
  • 2. de hoge aftekening van de veendijk in het landschap;
  • 3. de lage bebouwingsdichtheid en het pluriforme en individuele architectuurbeeld.

Het bestemmingsplan voorziet in vrijstaande woningen. De positionering past binnen het bebouwingslint van de Voorweg en zijn daarom in overeenstemming met de Welstandsnota.