Plan: | Buytenwegh 2007 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00009-0004 |
De ruimtelijk functionele opbouw van de wijk Buytenwegh wordt gekenmerkt door drie structuren: de boomstructuur, het wijkmodel Zoetermeer en de polderverkaveling. Elke structuur heeft zijn eigen karakteristiek en vormt de drager van specifieke hieraan gekoppelde functies en activiteiten.
De boomstructuur
De boomstructuur vormt, met zijn introverte korte lijnen, de drager voor de structuur van de woonbuurten en het bestemmingsverkeer. Dit betekent dat als men de wijk inkomt met de auto men over een grote wijkontsluitingsweg rijdt. Hoe verder men de wijk in komt hoe kleiner en smaller de straten worden totdat je uiteindelijk eindigt op een woonerf.
Hechte woonbuurten |
Een groot nadeel van de boomstructuur is dat, als je niet bekend bent in een wijk, je moeilijk de weg kunt vinden en je slecht kunt oriënteren in de wijk. Een groot voordeel is dat de woningen die samen aan een woonerf liggen hechte buurtjes vormen. De buurtjes vormen de directe woon- en leefomgeving voor de mensen en de rust die men er ervaart wordt zeer gewaardeerd. Alle woonbuurtjes hebben hun eigen kenmerken en vaak hun eigen type bebouwing.
Het Zoetermeerse wijkmodel
Het wijkmodel kenmerkt zich door introverte korte lijnen. Het vormt de drager voor de wijkontsluiting voor auto– en railverkeer en voor de situering van de voorzieningen in de wijk. Het wijkmodel houdt in dat er in het midden van de wijk een RandstadRailstation ligt met daaraan gekoppeld een wijkvoorzieningencentrum. De buurtvoorzieningen zoals bijvoorbeeld scholen zijn geplaatst in de woonbuurten. Er loopt daarnaast een directe, vrijliggende fietsroute tussen het wijkvoorzieningencentrum en het centrum van de stad. Langs de fietsroute liggen enkele buurtvoorzieningen. Vanaf de fietsroute kan je makkelijk en snel de wijk op de fiets doorkruisen. De wijkontsluitingswegen komen langs of eindigen in het wijkvoorzieningencentrum.
Het Zoetermeers wijkmodel vertaald in Buytenwegh |
De polderverkaveling
Bij het ontwerp van de wijk is er voor het thema ecologie en landschap gekozen. Dit hebben de ontwerpers naar voren laten komen door gebruik te maken van de oude polderstructuur. De originele polderstructuur bestond uit een hoofdtocht in de oost-west richting en loodrecht daarop langgerekte verkavelingen. De hoofdtocht is gebleven en is de langste oost-west lijn in de wijk. Daarnaast is de oude verkaveling gebruikt om evenwijdig aan deze lijnen groene zones in de wijk te leggen en experimentele woningbouw te realiseren, bijvoorbeeld de dijkwoningen (Anna Blamanhove, Louis Couperushove) ook wel kangoeroewoningen genoemd. Ook de woondekken zijn toen ontwikkeld. Dit is een duidelijk experiment met dubbel grondgebruik, waarbij is bewezen hoe men in hoge dichtheid woningen kan bouwen, waarbij auto's uit het zicht staan en kinderen veilig kunnen spelen. Er zijn twee types gebouwd. Er is een serie koopwoondekken gebouwd. Bij deze woningen valt er meer licht op maaiveld door gaten in het dek en zijn er ook voordeuren op maaiveld. Het andere type zijn de huurwoondekken. Dit zijn veel meer woningen per dek.
De polderverkaveling |