direct naar inhoud van Artikel 24 Algemene ontheffingsregels
Plan: Buytenwegh 2007
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00009-0004

Artikel 24 Algemene ontheffingsregels

24.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. de toegestane maten, afmetingen en/of percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
  • b. het bestemmingsplan, en toestaan dat het tracé of profiel van wegen of langzaam verkeersroutes en/of de aansluiting van wegen en/of langzaam verkeersroutes onderling, in geringe mate wordt aangepast indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit, dan wel de werkelijke toestand van het terrein bij uitmeting, daartoe aanleiding geven;
  • c. de grenzen van bestemmingen en/of bouwvlakken en/of aanduidingsvlakken en/of maatvoeringsvlakken en toestaan dat deze grenzen in geringe mate worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de grenzen van bestemmingen en/of bouwvlakken en/of aanduidingsvlakken en/of maatvoeringsvlakken en toestaan dat deze grenzen worden overschreden door luifels, erkers, balkons, bordessen, pergola's en andere ondergeschikte bouwdelen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 2 m;
  • e. de grenzen van bouwvlakken en/of aanduidingsvlakken voor het bouwen van lift- en/of trappenhuizen mits:
    • 1. de overschrijding, per lift- en trappenhuis, niet meer bedraagt dan 20 m²;
    • 2. de goothoogte van een trappenhuis niet meer bedraagt dan de, voor het desbetreffende bouwvlak geldende, maximale goothoogte;
    • 3. de goothoogte van een lifthuis niet meer bedraagt dan 3 m boven het, voor het desbetreffende bouwvlak geldende, maximale goothoogte;
  • f. de bestemmingsregels ten aanzien van de maatvoering van bouwwerken, geen gebouwenzijnde, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 20%;
  • g. de bestemmingsregels, voor het bouwen van draagconstructies voor reclamedoeleinden en objecten van beeldende kunst;
  • h. de bestemmingsregels, voor het bouwen van fietsenstallingen, mits de hoogte van de bouwwerken niet meer dan 3,5 m en de inhoud per bouwwerk niet meer bedraagt dan 60 m³;
  • i. de bestemmingsregels, voor het plaatsen van sirenemasten mits de hoogte niet meer bedraagt dan 40 m.
24.2 Voorzieningen voor telecommunicatie
24.2.1 Plaatsen van antenne-installatie

Burgemeester en wethouders kunnen, zulks met inachtneming van het bepaalde in lid 24.2.2, ontheffing verlenen van de bestemmingsregels, voor het plaatsen van een antenne-installatievoor telecommunicatie, waarvan de hoogte gemeten vanaf de voet van de antenne - of indien de antenne geplaatst is op een antennedrager, gemeten vanaf de voet van de antennedrager - niet meer mag bedragen dan 40 m en mits:

  • a. de antenne-installatie niet op een gebouw wordt geplaatst;
  • b. de antenne-installatie niet bij bouwkundigemonumenten wordt geplaatst;
  • c. de antenne-installatie op een afstand van tenminste 100 m van woonbebouwing wordt geplaatst;
  • d. de antenne-installatie zoveel mogelijk wordt geplaatst in de directe nabijheid van bestaande bebouwing, niet zijnde woonbebouwing, vanwege de gewenste landschappelijke en stedebouwkundige inpassing ervan.
24.2.2 Site sharing of roaming

Burgemeester en wethouders kunnen van hun bevoegdheid, als bedoeld in lid 24.2.1, slechts gebruik maken indien en nadat door de aanvrager voldoende gemotiveerd is aangetoond dat het technisch niet mogelijk is of in redelijkheid niet kan worden verlangd dat, door toepassing van de beginselen van site sharing en/of roaming, gebruik kan worden gemaakt van een antenne-installatie in de omgeving.

24.3 Gebouwde nutsvoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bestemmingsregels voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een maximale hoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 60 m2 op gronden met de bestemming Natuur, Groen-1, Groen-2, Verkeer, Verkeer - Railverkeer, Verkeer - Verblijfsgebied en Water, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. structurele groenelementen en waterelementen;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.