direct naar inhoud van Artikel 21 Leiding - Water
Plan: Buytenwegh 2007
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00009-0004

Artikel 21 Leiding - Water

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor aanleg, gebruik en onderhoud van een ondergrondse watertransportleiding, met een diameter van 80 cm met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

21.2 Bouwregels
21.2.1 Beschermingsstrook
  • a. Zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt ter weerszijden van de aangegeven leidingen, gemeten uit het hart van de desbetreffende leiding het volgende:
      Bestemmings-
    breedte  
    Bouwverbod   Beschermings-
    strook/
    aanlegvergunning  
    Beheerder  
    DZH-waterleidingØ 800 mm   5 m   5 m   5 m   DrinkwaterbedrijfZuid-Holland  
  • b. Op de gronden, zoals bedoeld in lid 21.1 mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwenzijnde, worden gebouwd ten dienste van de waterleiding, met een maximum hoogte van 5 m gemeten vanaf het aansluitend afgewerkte maaiveld.
21.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 21.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, conform het bepaalde in de bouwregels van de onderscheiden bestemmingen, voor zover de belangen van de leiding dit gedogen en nadat hierover schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Van dit advies kan slechts gemotiveerd worden afgeweken.

21.4 Aanlegvergunning
21.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • b. het afgraven en/of het ophogen van gronden;
  • c. het verrichten van graafwerkzaamheden, daaronder begrepen diepploegen en de aanleg van drainageleidingen;
  • d. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het permanent opslaan van goederen.
21.4.2 Geen vergunning vereist

Het in lid 21.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. behoren tot het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende, dan wel aangevraagde vergunning.
21.4.3 Advies leidingbeheerder

Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 kan slechts worden verleend, voor zover door de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheid de belangen van de leiding(en) niet in onevenredige mate worden geschaad en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of in onvoldoende mate kan worden tegemoetgekomen. Alvorens vergunning te verlenen, wordt hierover schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Van dit advies kan slechts gemotiveerd worden afgeweken.