direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer
Plan: Driemanspolder - Van Leeuwenhoeklaan
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00003-0004

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Doeleinden

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen bestaande uit:

  • a. rijstroken voor het gemotoriseerd verkeer waarvan het aantal rijstroken, met uitzondering van in- en uitvoegstroken en opstelstroken, niet meer mag bedragen dan:

- drie rijstroken voor de Van Leeuwenhoeklaan;

- drie rijstroken voor de Boerhaavelaan;

- drie rijstroken voor de Willem de Zwijgerlaan;

- twee rijstroken voor de J.C. van Rijweg;

- twee rijstroken voor de Van Stolberglaan;

- twee rijstroken voor de Clauslaan;

  • b. kruisende wegen, paden, waterlopen en bermen;
  • c. fietsenstallingen;
  • d. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  • e. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. objecten van beeldende kunst;
  • j. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • k. objecten voor reclame;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. speelvoorzieningen;
  • n. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • o. water;
  • p. wegen en paden;
  • q. in afwijking van het gestelde onder a tot en met p zijn ter plaatse van de aanduiding'railverkeer' de gronden tevens bedoeld voor de aanleg en exploitatie van een raillijn met bijbehorende spoorbanen, wissels en overige constructies alsmede haltevoorzieningen, daaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen,

met de daarbij behorende bouwwerken.

11.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de in lid 11.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

  • a. de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' is primair het bepaalde in Artikel 20 van toepassing;
  • b. de bestemming 'Waarde - Archeologie' is primair het bepaalde in Artikel 19 van toepassing.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van railverkeer, nutsvoorzieningen en fietsenstallingen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van een gebouw ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' mag maximaal 5 m bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van het spoor;
  • b. de oppervlakte van een gebouwde nutsvoorziening mag maximaal 10 m2 bedragen en de bouwhoogte maximaal 5 m;
  • c. de oppervlakte van een gebouwde fietsenstalling mag maximaal 10 m2 bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de geleiding, beveiliging en de regeling van het verkeer mag maximaal 10 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken, vlaggenmasten, speelobjecten, reclameobjecten, objecten van beeldende kunst en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduiding'railverkeer' mag - anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer, en lichtmasten maximaal 6 m bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van het spoor.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.