direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerreinen Barwoutswaarder, Polanen en Putkop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0632.bedrijventerrBPP-bVA1

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Waardevolle boom
  • a. Binnen de aanduiding "waardevolle boom" geldt dat op deze gronden niet mag worden gebouwd.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in het vorige lid voor zover uit onderzoek gebleken is dat de instandhouding van de boom niet wordt bedreigd en nadat ter zake advies is ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen natuur- en landschapsdeskundige.
  • c. Het bepaalde in lid 21.1 a is niet van toepassing voor het normale onderhoud van de boom.

21.2 Karakteristieke bebouwing
  • a. Binnen de aanduiding "karakteristiek" is het overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening, verboden bouwwerken te slopen.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 21.2 onder a afwijken indien handhaving van de bestaande bebouwing in redelijkheid niet van de eigenaar kan worden gevergd.
  • c. Alvorens af te wijken van het bepaalde in lid 21.2 onder a wordt voorafgaand een advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.
  • d. Het verbod als bedoeld in lid 21.2 onder a geldt niet voor zover het betreft bouwwerkzaamheden ten behoeven van het onderhoud van het pand.

21.3 Geluidzone industrie

Binnen de aanduiding "Geluidszone - Industrie" is de bouw van geluidsgevoelige objecten uitsluitend toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in de Wet geluidhinder gestelde grenswaarden of de verleende hogere waarden.

21.3.1

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' is een plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6) aanwezig als gevolg van een inrichting als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Bevi. De bouw van (beperkt) kwetsbare objecten is niet toegestaan binnen de aanduiding 'veiligheidszone - bevi'.

21.4 Veiligheidszone - lpg
21.4.1

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is een plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6) aanwezig als gevolg van een inrichting als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Bevi. De bouw van (beperkt) kwetsbare objecten is niet toegestaan binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg'.

21.4.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 21.4.1 voor de bouw van beperkt kwetsbare objecten binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' indien de ontwikkeling om gewichtige redenen plaatsvindt en uit oogpunt van groepsrisico verantwoord wordt geacht.