Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
Vooruitlopend op de besluitvorming rondom het bestemmingsplan is tussen de gemeente en de initiatiefnemer in 2008 een samenwerkings- en exploitatieovereenkomst gesloten. Deze is aangevuld met een allonge. Tevens is een regeling getroffen met betrekking tot planschaderisico. Met deze overeenkomsten wordt voorzien in de gemeentelijke plankosten.
Passend bij deze tijd is zowel de opzet van de ontwikkeling als het voorliggende bestemmingsplan voorzien van flexibiliteit en mogelijkheden tot fasering.
Deze flexibiliteit wordt allereerst terug gevonden in de faseerbaarheid van verschillende onderdelen binnen het plan. Zowel de appartementenblokken als de achterliggende blokken eengezinswoningen zijn goed afzonderlijk van elkaar te realiseren. De afhankelijkheden zijn, zowel voor de tijdelijke als de definitieve situatie, goed onderzocht en vastgelegd in de allonge en voorliggende bestemmingsplan. Hierdoor wordt enerzijds op elk moment in de tijd en voor elk planonderdeel voldaan aan de wet- en regelgeving, maar anderzijds kan het plan daardoor in onafhankelijke fasen worden opgedeeld en gerealiseerd. De gehele ontwikkeling kan in behapbare onderdelen worden vergund en gebouwd met als doel om tijdig, maar fasegewijs, de gehele ontwikkeling te realiseren.
Ook op bouwwerkniveau is flexibiliteit een belangrijke factor. De bouwvlakken en -hoogten zijn binnen kaders flexibel gehouden. Wensen van particulieren en professionele partijen kunnen daardoor worden bediend. Het plan volgt en bedient de marktvraag, waardoor de uitvoerbaarheid sterk is vergroot.
Tenslotte staat het bestemmingsplan andere functies dan wonen toe. Aan de spoorzone is bijvoorbeeld ruimte voor zorg. Ook maatschappelijke voorzieningen en horeca, welke dienstbaar moeten zijn aan de functies in het plan, zijn mogelijk. De ontwikkeling wordt hierdoor extra aantrekkelijkheid gemaakt.
Voor de gehele ontwikkeling is door initiatiefnemer een exploitatiebegroting opgezet. Deze begroting is sluitend. Logischerwijs is de bepalende factor voor de financiële uitvoerbaarheid de afzetbaarheid van de woningen. Om inzicht te krijgen op de marktvraag is een digitale enquête opgesteld, zie bijlage
1. Hierop hebben 591 mensen gereageerd. 418 respondenten hebben aangegeven interesse te hebben in een woning op het Campinaterrein. Er is dus een aantoonbaar vraag. De analyse van de afgenomen enquête is opgenomen als bijlage bij dit bestemmingsplan.