Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Herontwikkeling Campina-terrein
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0632.Campinaterrein-bVA1

2.6 Water

 
2.6.1 Huidige situatie
Het aspect water is van groot belang binnen de ruimtelijke ordening. Door verstandig om te gaan met het water kan verdroging en wateroverlast (waaronder ook risico van overstromingen e.d.) voorkomen worden en de kwaliteit van het water hoog gehouden worden.
Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Waterplan.
 
Waterbeleid voor de 21e eeuw
De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft in augustus 2000 advies uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen van de commissie staan in het rapport ‘Anders omgaan met water, Waterbeleid voor de 21ste eeuw’ (WB21). De kern van het rapport WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. In het Waterbeleid voor de 21e eeuw worden twee principes (drietrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd:
  • vasthouden, bergen en afvoeren: dit houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd.
  • schoonhouden, scheiden en zuiveren: hier gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste komt het zuiveren van verontreinigd water aan het bod.
Waterwet
Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de ‘watersysteembenadering’. Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers.
Het doel van de waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Via de Waterwet gelden verschillende algemene regels. Niet alles is onder algemene regels te vangen en daarom is er de integrale watervergunning. In de integrale watervergunning gaan zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) op in één aparte watervergunning.
 
Nationaal Waterplan
Op basis van de Waterwet is het Nationaal Waterplan vastgesteld door het kabinet. Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
 
Beleid Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden staat de komende jaren voor een aantal vraagstukken voor het regionale waterbeheer. Het gaat dan om het voorkomen van wateroverlast, het integraal afwegen van alle functies en belangen bij het waterbeheer en het realiseren van schoon water. Deze opgaven worden voor diverse gebieden uitgewerkt in een watergebiedsplan.
 
Waterbeheerplan
Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (hierna HDSR) heeft op 28 oktober 2009 het Waterbeheerplan ‘Water Voorop!’ voor de periode 2010-2015 vastgesteld. In het beleids- en uitvoeringsplan zijn de ambities uit het strategisch deel vertaald naar de beleidsthema’s en zeven vernieuwende projecten. Per thema en vernieuwend project zijn de belangrijkste doelen en maatregelen opgenomen die in de planperiode mee worden genomen.
Beleidsthema’s zijn:
  • Veiligheid
  • Voldoende water
  • Schoon water
  • Recreatie, landschap en cultuurhistorie
2.6.2 Conclusie
Watertoets
De ‘watertoets’ is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is geen technische toets maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. In het kader van het artikel 3.1.1 Bro overleg zal het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden formeel om een reactie op het plan worden gevraagd. Hieraan voorafgaand is reeds overleg gevoerd met het Hoogheemraadschap.
 
In het verleden is het gebied vrijwel geheel verhard geweest en was er 30.000 m2 aan verharding aanwezig. Dit verharde oppervlak was aangesloten op het aanwezige gemengde rioolstelsel. Bij hevige regenval stortte dit gemengde stelsel in het nabij gelegen watersysteem.
 
In de nieuwe situatie is er circa 15.000 m2 aan verhard oppervlak aanwezig. De hoeveelheid verharding is minder dan in de oude situatie. Ten opzichte van de situatie in het verleden is er dus sprake van een verbetering.
Daarnaast wordt er in de nieuwe situatie gewerkt met een gescheiden systeem. Schoon hemelwater zal daarbij niet meer op het riool geloosd worden maar op de te verbreden watergang. Het punt van lozing wordt zo gesitueerd dat de doorstroming van het water verbeterd. In de tijdelijke situatie is een keerlus aanwezig. Deze keerlus komt bij gereedkoming van de doorgaande verkeersstructuur te vervallen.
 
De gemeente Woerden en initiatiefnemer heeft in april 2012 overleg gehad met het hoogheemraadschap. Uit dit overleg kwamen de onderstaande aandachtspunten waarmee bij de verder planvorming rekening gehouden dient te worden. 
  • Er komen twee lozingspunten op de watergang aan de spoorkant. Een aan de oost- en een aan de westkant om de doorstroming te bevorderen.
  • Regenwater van de woontorens wordt direct geloosd op het oppervlaktewater.
  • Balkons mogen niet op de hemelwaterafvoer of watergang worden aangesloten maar dit water moet (in verband met schoonmaakmiddelen) via de vuilwaterafvoer worden afgevoerd.
  • Toepassen van uitloogbare materialen dienen voorkomen te worden.
  • De watergang langs het spoor dient te worden verbonden met de noordzuid lopende kavelscheidende sloot aan de oostkant van het plangebied met een duiker van minimaal 600 mm en bij voorkeur 800 mm.
  • Het water van de verharding rond de appartementblokken en op de groene wal wordt ter plekke geinfiltreerd of met hwa afgevoerd naar het oppervlaktewater.
  • Het water van de weg en parkeerplaatsen ten zuiden van de watergang wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater met kolken of via oppervlakkige afstroming naar de watergang.
  • Beheer van de watergangen vindt plaats vanaf de oever door de gemeente Woerden.