direct naar inhoud van 3.2 Visie
Plan: Triangel linten I
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0627.upTriangellintenI-0401

3.2 Visie

De visie benoemt enkele concrete spelregels waaraan de toekomstige bebouwing moet voldoen. Deze spelregels zijn voor zover mogelijk in de planregels en op de verbeelding van dit uitwerkingsplan verwerkt. Overige eisen zullen door welstand worden toegepast bij hun advisering omtrent omgevingsvergunningen.

Tweede Bloksweg
Vanaf de Tweede Bloksweg zijn meerdere plekken waar er vanaf de weg zicht is op het achterliggende land. Deze zichtlijnen worden in park Triangel behouden en tevens gaan ze fungeren als auto-ontsluitingswegen voor de bewoners van de Tweede Bloksweg.
Om de kleinschaligheid te bewaren zijn alleen grondgebonden eengezins- of twee-onder-één-kapwoningen toegestaan. Deze woningen komen langs de eerste rooilijn, liggend 10 tot 11 meter vanaf de voorperceelsgrens.

Andere spelregels zijn:

  • de woningen bestaan uit één bouwlaag met kap;
  • bijgebouwen liggen terug ten opzichte van het hoofdgebouw. Bijgebouwen zijn toegestaan vanaf 5 meter van de voorgevellijn;
  • bij kavels kleiner dan 700 m2 geldt een maximaal bebouwingspercentage van 25% (inclusief bijgebouwen).Bij kavels van 700 - 900 m2 geldt een maximale footprint van 175 m2 (inclusief bijgebouwen). Bij kavels groter dan 900 m2 geldt een maximaal bebouwingspercentage van 20% (inclusief bijgebouwen);
    afbeelding "i_NL.IMRO.0627.upTriangellintenI-0401_0002.jpg"  
  • bij nieuwe ontwikkelingen heeft de woning (exclusief bijgebouwen) een volume van maximaal 750 m3;
  • maximale breedte van een bouwblok is 11-14 meter als sprake is van een zadelkap (de gootlijn evenwijdig aan de straat) en 7-10 meter als een dwarskap wordt toegepast;
  • de maximale breedte voor de duiker of brug is 6 meter. Bij twee-onder-een kapwoning wordt een gecombineerde duiker of brug voor beide woningen toegepast;
  • de ontsluiting van gebouwen vindt in principe plaats vanaf de Tweede Bloksweg;
  • woningen hebben een voorzijde aan de Tweede Bloksweg en indien van toepassing naar de hoofdinfrastructuur;
  • achterzijden van woningen en achtertuinen zijn niet zichtbaar vanaf de openbare weg;
  • de afstand tussen de woningen is divers. Er worden verschillende kapvormen toegepast, zodat het huidige gevarieerde beeld langs de Tweede Bloksweg behouden blijft;
  • verdraaiing van woningen wordt langs de Tweede Bloksweg niet toegepast;
  • de materialisering van de bebouwing moet aansluiten bij de bestaande bebouwing langs de linten met dien verstande dat er geen geelbruine of witte baksteen mag worden toegepast. Bij voorkeur wordt een roodbruine baksteen toegepast en antracietkleurige pannen of leien;
  • grote, beeldbepalende bomen dienen zo veel mogelijk behouden te blijven;
  • langs de Tweede Bloksweg wordt geen erfafscheiding toegepast, de sloot is de erfafscheiding.

De meeste van de bovengenoemde spelregels zijn vertaald in de planregels behorende bij de woonbestemming. Een beperkt deel van de eisen heeft betrekking op aspecten van beeldkwaliteit, zoals de zichtbaarheid van de openbare ruimte, het materiaalgebruik en (het ontbreken van) erfafscheidingen langs de Tweede Bloksweg. Dit deel van de spelregels is onderdeel van het kwaliteitsinsturmentarium (zie paragraaf 3.3).

Tuinbouwweg
De Tuinbouwweg heeft een goede groenkwaliteit. Deze straat wordt het groene hart van de toekomstige wijk. Om ook hier de kleinschaligheid te behouden zijn alleen grondgebonden eengezins- of twee-onder-één-kapwoningen toegestaan. Bij voorkeur bestaat ten hoogste 70% van de bebouwing uit één bouwlaag en 30% uit twee bouwlagen, beide met kap.

Andere spelregels zijn:

  • de rooilijn geeft de positie aan van de woningen, zodat het huidige profiel (met sloot) van de weg behouden kan blijven. Deze afstand is minimaal 7 meter tot de voorzijde kavelgrens;
  • bij kavels kleiner dan 700 m2 geldt een maximaal bebouwingspercentage van 25% (inclusief bijgebouwen). Bij kavels van 700 - 900 m2 geldt een maximale footprint van 175 m2 (inclusief bijgebouwen). Bij kavels groter dan 900 m2 geldt een maximaal bebouwingspercentage van 20% (inclusief bijgebouwen);
    afbeelding "i_NL.IMRO.0627.upTriangellintenI-0401_0003.jpg"  
  • de bijgebouwen bestaan uit één bouwlaag met een kap;
  • bij nieuwe ontwikkelingen heeft de woning (exclusief bijgebouwen) een volume van maximaal 750 m3;
  • maximale breedte van een bouwblok is 11-14 meter als sprake is van een zadelkap (de gootlijn evenwijdig aan de straat) en 7-10 meter als een dwarskap wordt toegepast;
  • de ontsluiting van gebouwen vindt in principe plaats vanaf de Tuinbouwweg;
  • woningen hebben een voorzijde aan de Tuinbouwweg en indien van toepassing naar de hoofdinfrastructuur;
  • de woningen zijn altijd met hun voorzijde en voortuinen naar elkaar gesitueerd. Achterzijde van woningen en achtertuinen oriënteren zich op elkaar en zijn niet zichtbaar vanaf de openbare weg of vanaf de voorzijde/voortuinen van andere woningen;
  • de afstand tussen de woningen is divers. Er worden verschillende kapvormen toegepast, zodat het huidige gevarieerde beeld langs de Tuinbouwweg blijft behouden;
  • verdraaiing van woningen wordt langs de Tuinbouwweg toegepast;
  • de materialisering van de bebouwing moet aansluiten bij de bestaande bebouwing langs de linten met dien verstande dat er geen geelbruine of witte baksteen mag worden toegepast. Bij voorkeur wordt een roodbruine baksteen toegepast en antracietkleurige pannen of leien;
  • bij nieuwe ontwikkelingen moet een solitaire boom in de voortuin worden geplant, voor zover deze nog niet aanwezig is. Voor deze erfbeplanting kunnen zowel exoten als inheemse beplanting worden toegepast;
  • grote, beeldbepalende bomen dienen zo veel mogelijk behouden te blijven;
  • langs de Tuinbouwweg wordt gebruik gemaakt van een haag als erfafscheiding. Hagen aan de voorzijde zijn maximaal 1,2 m hoog, hagen als erfafscheiding met de buren zijn maximaal 1 m hoog en werken als groene coulisse.

De meeste van de bovengenoemde spelregels zijn vertaald in de planregels behorende bij de woonbestemming. Een beperkt deel van de eisen heeft betrekking op aspecten van beeldkwaliteit, zoals de zichtbaarheid van de openbare ruimte, het materiaalgebruik en het gebruik van groene erfafscheidingen. Dit deel van de spelregels is onderdeel van het kwaliteitsinsturmentarium (zie paragraaf 3.3).