Artikel 5 Algemene bouwregels
Hoofdgebouwen mogen wat betreft de begane grondvloer uitsluitend als volgt worden gebouwd:
-
a. de bovenkant van de begane grondvloer mag niet dieper dan 4,85 m onder N.A.P. liggen;
-
b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag in geval van een bestaande woning met een vloerpeil dieper dan 5,05 m onder N.A.P., bij verbouwing de bovenkant van de begane grondvloer niet dieper dan 5,05 m onder N.A.P. komen te liggen.