Plan: | Haagwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.2014Haagwijk-UP40 |
het uitwerkingsplan Haagwijk van de gemeente Voorschoten;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0626.2014Haagwijk-UP40 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend en waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig dan wel architectonisch opzicht te onderscheiden is van en functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, waarbij een aanbouw een toevoeging is van een afzonderlijke ruimte en een uitbouw een vergroting van de bestaande ruimte;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning dat deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen;
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een afzonderlijke woning die onderdeel vormt van een groter gebouw met daarin meerdere afzonderlijke woningen;
een gebouw dat meerdere afzonderlijke woningen (appartementen) met de daarbij behorende inpandige bergingen, gebouwde parkeervoorzieningen, e.d. omvat;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bouwlaag waarvan de vloer op gelijke of bij benadering gelijke hoogte ligt als het peil;
gebruik dat reeds bestaat en/of bouwwerken die reeds aanwezig dan wel in uitvoering zijn dan wel krachtens een bouwvergunning gebouwd kunnen worden op het tijdstip waarop dit plan in werking treedt;
een op de verbeelding aangegeven lijn die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een al dan niet afzonderlijk van het hoofdgebouw, in functioneel en bouwkundig opzicht daarvan te onderscheiden op het zelfde bouwperceel als het hoofdgebouw gelegen gebouw;
Een perceel wat is bedoeld voor behoud, ontwikkeling en/of herstel van bos of natuur;
een woning die in direct contact staat met omliggende bospercelen en die daarin dient op te gaan;
overdekt water in de vorm van een schuur, voor de berging van pleziervaartuigen;
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen dan wel vergroten van een bouwwerk;
een op de verbeelding aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, met uitzondering van overschrijdingen die bij of krachtens deze voorschriften zijn of kunnen worden toegelaten;
het doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitzondering van kelder- en of kapverdiepingen;
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een ruimtelijk relevant ensemble dat naar zijn aard en inrichting landschappelijke en stedenbouwkundige kenmerken vertoont van een landgoed, doch niet kan worden aangemerkt als een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet;
een geheel van bij elkaar behorende gebouwen op een buitenplaats, bestaande uit appartementen(gebouwen) en/of (half) vrijstaande dan wel aaneengebouwde woningen;
de aan een gebied en/of bouwwerk toegekende waarde in verband met ouderdom of gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat gebied of bouwwerk;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bouwwerk;
een constructie ter vergroting van een gebouw die zich tussen de goot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijde(n) van de constructie in één of meer dakvlak(ken) van het dak zijn geplaatst;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang tussen dieren en planten en hun leefomgeving of tussen dieren en planten onderling;
al dan niet bebouwd perceel of gedeelte daarvan, dat direct bij een gebouw is gelegen en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
een woning waarboven en/of waaronder een andere woning is gebouwd of andere woningen zijn gebouwd, dan wel waaronder voorzieningen ten behoeve van bijvoorbeeld detailhandel of dienstverlening zijn gebouwd;
één woning die aan één zijde is geschakeld aan een andere woning en met die woning een gemeenschappelijke tussen- of scheidingsmuur deelt;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
een geheel van bij elkaar behorende gebouwen op een buitenplaats, bestaande uit appartementen(gebouwen) en/of vrijstaande, halfvrijstaande dan wel aaneengebouwde woningen, dat door zijn stedenbouwkundige betekenis, uitstraling, afmetingen en/of situering als het belangrijkste complex op die buitenplaats valt aan te merken;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen en/of functie dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste op dat perceel valt aan te merken;
de massa van een (hoofd)gebouw met uitzondering van aan- en/of uitbouwen;
een kleine haven, dwars op een sloot, kanaal of rivier met ligplaatsen voor vaartuigen;
een gesloten en geheel of gedeeltelijk hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk;
een ruimte in een gebouw die geheel of gedeeltelijk ondergronds is gelegen;
een voortbrengsel van de beeldende kunsten;
een weg- en/of waterbouwkundig bouwwerk, waarvoor andere materialen dan zand en aarde zijn gebruikt, zoals bij sluizen, viaducten, e.d.;
een woning die een brede weg met bomen begeleidt en die samen met andere woningen het karakter van die weg als laan bepaalt;
een landgoed als bedoeld in de Natuurschoonwet;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van levende en niet-levende natuur;
het beheer van gronden ten behoeve van de instandhouding en/of ontwikkeling van ter plaatse aanwezige of te ontwikkelen natuurwaarden, daarbij beheer door begrazing inbegrepen;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur zoals geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen;
Voor het peil gelden de navolgende regels tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald:
een deels open tuinhuisje of overdekt terras met het doel rustig in de schaduw te zitten en uit te rusten;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een denkbeeldige lijn in het verlengde van de voorgevel van een gebouw die in de richting van de openbare weg niet door bebouwing mag worden overschreden;
de maximale waarde voor de geluidbelasting zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
een woning die geheel vrij in de ruimte staat;
de wet van 1 juli 2008 (Stb. 2008, nr. 227), houdende vaststelling van nieuwe voorschriften omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het tijdstip van vaststelling van dit plan;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten;
de wet van 29 augustus 1991 (Stb. 1991, nr. 439), tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidt op het tijdstip van vaststelling van dit plan;
een gebouw dat meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart ban de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren;
de kortste afstand tussen bouwwerken onderling, alsmede van bouwwerken tot de perceelsgrens, gemeten vanaf elk deel van het bouwwerk;
binnen de gevels van het bouwwerk inclusief kolommen, trappenhuizen, gangen, liften en toiletten, waarbij de oppervlaktes van de diverse verdiepingen bij elkaar moeten worden opgeteld;
De voor 'Agrarisch met waarden - Open gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mag niet worden gebouwd.
Binnen deze bestemming mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Het is verboden op de in artikel 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap van Rijnland, etc.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2, indien en voor zover het betreft bouwwerken waarvan de oprichting noodzakelijk is voor het beheer en/of onderhoud van de gronden resp. voor het realiseren van de bestemming.
Het is verboden op de in artikel 4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap, etc.
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Met betrekking tot het bouwen als bedoeld in lid 5.2 geldt dat de hoogte van bouwwerken niet meer mag bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale hoogte |
Erf- en perceelsafscheidingen | 2 m. |
Speeltoestellen | 5 m. |
Kunstobjecten | 6 m. |
Vlaggenmasten | 6 m. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale hoogte |
Erf- en perceelsafscheidingen op ten minste 1 m. achter de voorgevelrooilijn | 2 m. |
Overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 m. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Het is verboden op de in artikel 7.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap, etc.
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale hoogte |
Erf- en perceelsafscheidingen op ten minste 1 m. achter de voorgevelrooilijn | 2 m. |
Overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 m. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
In afwijking van het bepaalde onder 8.2.1 lid b, onder 1 mag het totaal aantal woningen binnen de bestemming 'Wonen - 2' maximaal 4 bedragen.
Alvorens de onder 8.3.1 genoemde afwijking wordt verleend, wordt hierover advies ingewonnen bij de Kwaliteitscommissie Duivenvoordecorridor en de commissie Welstand en Cultureel Erfgoed.
Het is toegestaan om delen van woningen en/of daarbij behorende erfbebouwing als kantoor- en/of praktijkruimte ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroepen, mits:
Het is verboden op de in artikel 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 8.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap, etc.
De voor 'Wonen 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels:
Maximum oppervlakte (per woning) |
Maximum frontbreedte (per woning) |
Maximale goot-/bouw- hoogte |
Afstand tot zijdelingse perceelsgrens dan wel het bosperceel | |
vrijstaande woningen (één laag met kap) |
250 m2 | 15 m. | 3.50 m. / 9 m. | 3 m |
vrijstaande woningen (twee lagen, plat afgedekt) |
250 m2 | 15 m. | - / 7 m. | 5 m. |
halfvrijstaande woningen (één laag met kap) |
200 m2 |
12,5 m. | 3,50 m. / 9 m. | 5 m. |
halfvrijstaande woningen (twee lagen, plat afgedekt) |
200 m2 |
12,5 m. | - /7 m. | 5 m. |
In uitzondering op het bepaalde in lid 9.2.1, sub i mag bij een woning een vrijstaand botenhuis worden gerealiseerd. Hiervoor gelden de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale hoogte |
Erf- en perceelsafscheidingen op ten minste 1 m. achter de voorgevelrooilijn | 2 m. |
Overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 m. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Alvorens de onder 9.3.1 genoemde afwijking wordt verleend, wordt hierover advies ingewonnen bij de Kwaliteitscommissie Duivenvoordecorridor en de commissie Welstand en Cultureel Erfgoed.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken in relatie tot:
Het is toegestaan om delen van woningen en/of daarbij behorende erfbebouwing als kantoor- en/of praktijkruimte ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroepen, mits:
Het is verboden op de in artikel 9.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap, etc.
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale hoogte |
Erf- en perceelsafscheidingen op ten minste 1 m. achter de voorgevelrooilijn | 2 m. |
Overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 m. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Het is toegestaan om delen van woningen en/of daarbij behorende erfbebouwing als kantoor- en/of praktijkruimte ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroepen, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan de dubbelbestemming wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de dubbelbestemming:
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende te verwachten archeologische waarden.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan de dubbelbestemming wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de dubbelbestemming:
De gronden die op de verbeelding voorzien zijn van de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht' zijn behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en/of de versterking van de aanwezige historisch-ruimtelijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden en/of elementen.
Met betrekking tot de gronden als bedoeld in lid 13.1 gelden, in aanvulling op het bepaalde in artikel 3 tot en met 11 van dit plan, de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 mits:
Het is verboden op de in artikel 'Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht' bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap, etc.
De gronden die op de verbeelding voorzien zijn van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' zijn behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale hoogte |
Erf- en perceelsafscheidingen op ten minste 1 m. achter de voorgevelrooilijn | 2 m. |
Overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 m. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Het is verboden op de in artikel 14.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 14.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:
Alvorens omtrent een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het betreffende terrein c.q. de betreffende bestemming meest aangewezen instantie, zoals de Commissie Welstand en Monumenten, het Hoogheemraadschap, etc.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - landgoedbiotoop' zijn de gronden primair bestemd voor het beschermen, verbeteren en/ of versterken van de volgende kenmerken en waarden van de landgoedbiotoop:
Daar waar een bestemming samenvalt met de aanduiding 'Vrijwaringszone - landgoedbiotoop' geldt primair het bepaalde ten aanzien van de aanduiding. De bouw- en gebruiksregels van de onderliggende bestemming zijn uitsluitend van toepassing indien en voor zover zij niet in strijd zijn met het bepaalde ten aanzien van de aanduiding.
Om de onder 17.1.1 bedoelde kenmerken en waarden van de landgoedbiotoop te beschermen geldt, tenzij deze kenmerken en waarden in de bestaande situatie al zijn aangetast, voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - landgoedbiotoop' dat bouwwerken slechts mogen worden opgericht indien en voor zover de belangen van het landgoed dit toestaan.
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de nadere aanduiding op de planverbeelding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied ehs' de bestemming van de gronden te wijzigen in de bestemming 'natuur' met in achtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het uitwerkingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 19.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 19.1 met maximaal 10%.
Lid 19.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het uitwerkingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het uitwerkingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 19.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 19.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 19.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende uitwerkingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het uitwerkingsplan 'Haagwijk'.