direct naar inhoud van 5.12 Water
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2010Centrum-BP40

5.12 Water

Dit bestemmingsplan betreft een consoliderend plan voor overwegend bestaand stedelijk gebied. Dit bestemmingsplan brengt ten aanzien van de verschillende wateraspecten geen (ingrijpende) veranderingen te weeg. Vergroting van de oppervlakte aan verhardingen en bebouwing wordt in dit plan slechts beperkt toegestaan. Voor zover in de toekomst grootschaliger uitbreiding aan de orde is, kan dat alleen door middel van bestemmingsplanherzieningen waarin een waterparagraaf moet worden opgenomen. Bij herontwikkeling wordt naar een duurzaam en veerkrachtig stedelijk watersysteem gestreefd.

5.12.1 Beleid Hoogheemraadschap van Rijnland

Op 22 december 2009 is de nieuwe keur van het Hoogheemraadschap Rijnland in werking getreden, alsmede nieuwe beleidsregels. Een nieuwe keur was nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De "Keur en Beleidsregels" maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:

  • Waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden),
  • Watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten en beken),
  • Andere waterstaatswerken (onder andere bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen).

De keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Keurvergunning. De keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt.

5.12.2 Waterbeheerplan

Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe Waterbeheerplan legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijke toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen.

5.12.3 Oppervlaktewater

Een groot deel van het plangebied ligt in de boezem van Rijnland. Het boezempeil ligt op -0,62 meter -NAP. Met dit peil moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening worden gehouden. De primaire functie van de boezem is een goede aan- en afvoer van water vanuit polders en bijdragen aan het bergend vermogen bij lokale heftige buien. Binnen de boezemwateren is er een onderscheid in primaire en overige watergangen.

5.12.4 Riolering

Ten tijde van de ontwikkeling van het plangebied stond het waterbeheersvraagstuk nog niet zo hoog op de beleidsagenda als heden ten dage. In het plangebied wordt hemelwater afgevoerd via het normale rioleringsstelsel. Alleen bij grootschalige herinrichting en als de grondwaterstand het toelaat, zal het gebied worden afgekoppeld. Bij nieuwe ontwikkelingen zal waar mogelijk worden getracht over te gaan op een verbeterd gescheiden rioolstelsel en/of volledige afkoppeling van het hemelwater en plaatselijke aanleg van waterinfiltratie- en waterbergingsvoorzieningen.

5.12.5 Waterkeringen

Op de primaire waterkeringen (zowel de kernzone als beschermingszone) zijn strenge bepalingen van toepassing ten aanzien van het gebruik van de gronden, overeenkomstig hetgeen hiervoor is bepaald in de Algemene Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Door het plangebied loopt een regionale waterkering. Deze regionale waterkering en de bijbehorende kern- en beschermingszones zijn op de planverbeelding als dubbelbestemming opgenomen en in de planregels zijn de bijbehorende regels opgenomen. Bij werken en werkzaamheden in de kern- en beschermingszones van waterkeringen moet vooraf contact worden opgenomen met de waterbeheerder. Dit vanuit het oogpunt van veiligheid, stabiliteit, dagelijkse zorg, maar ook in verband met toekomstige versterkingen zijn er namelijk beperkingen aan bouwwerken, kabels en leidingen, verhardingen en beplanting.

5.12.6 Conclusie

In het bestemmingsplan vinden geen ingrepen plaats die van invloed zijn op de waterstructuur in het plangebied. Ook worden er geen extra verhardingen mogelijk gemaakt ten opzichte van de bestaande situatie. Ter bescherming van de bestaande regionale waterkering wordt een dubbelbestemming in het bestemming opgenomen. Het bestemmingsplan is op het gebied van water uitvoerbaar.