direct naar inhoud van 5.7 Woonmilieus
Plan: Buitengebied Voorschoten (2010)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP50

5.7 Woonmilieus

De woonfunctie in het plangebied zal zich in principe beperken tot plandelen waaraan ook in voorafgaande bestemmingsplannen reeds een woonfunctie was toegekend. Tevens is een woonfunctie toegekend aan een tweetal woningen aan de Veurseweg die middels een projectbesluit zijn gerealiseerd. Deze woningen zijn gerealiseerd via de Ruimte voor Ruimte regeling. Daarnaast zijn een aantal voormalige agrarische bedrijfswoningen in het actualiseringsplan bestemd als 'burgerwoning' conform de huidige situatie.

Uit te werken buitenplaatsen

Via het bestemmingsplan is het mogelijk om binnen de gebieden die zijn bestemd als 'Overig - Uit te werken buitenplaats' nieuwe woningen op te richten, dit in het kader van kostendragende woningbouw. Het betreft hierbij over het algemeen vrijstaande woningen of eengezinswoningen en appartementen in een representatieve 'setting'. De keuze voor deze woningtypen is vooral ingegeven door het beoogde totaalbeeld voor de Duivenvoordecorridor maar ook door de wens, om met de grondopbrengsten conform de eisen uit het streekplan Zuid-Holland West zowel de groenontwikkeling op de buitenplaatsen als de sanering en verplaatsing van de nu nog aanwezige tuinbouwbedrijven te dekken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP50_0011.jpg"

Figuur 5.7) De uitwerkingslocaties in de corridor

Rekening houdend met deze wensen streeft de gemeente naar een woningaanbod met zowel grondgebonden woningen als appartementen. De bouwmogelijkheden zijn daarbij zo flexibel ontworpen dat indien marktontwikkelingen hiertoe aanleiding geven ook een hoger of lager aantal appartementen of woningen gerealiseerd kan worden. Qua woningtypologie streeft de gemeente naar een diversiteit van vrijstaande woningen, land- of herenhuizen en clusterbebouwing zoals die ook op buitenplaatsen kan voorkomen. Daarbij moet worden gedacht aan:

  • vrijstaande woningen met één bouwlaag en een kapverdieping
  • geschakelde woningen, bestaande uit twee bouwlagen met een kapverdieping
  • grondgebonden woningen in hoofdcomplexen met maximaal 3 bouwlagen en een kap en
  • appartementen in de vorm van een buitenplaats.

Ten aanzien van de parkeerbehoefte moet rekening worden gehouden met gangbare normen van het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Daarbij geldt dat de parkeerbehoefte van bewoners uit het plangebied op eigen erf moet worden opgevangen met een parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning. In het geval van appartementen- of hoofdcomplexen op de nieuwe buitenplaatsen dienen deze in verdiepte of halfverdiepte parkeerlagen gerealiseerd te worden. Daarnaast moet rekening worden gehouden met een aanvullend aanbod voor bezoekersparkeren van min. 0,3 parkeerplaatsen per woning.

Ruimte voor ruimte regeling

Doelstelling van de structuurvisie Duivenvoordecorridor is de sanering van de plaatselijke glastuinbouw en handhaving en uitbreiding van de bestaande open ruimte. Voor individuele percelen is het mogelijk om gebruik te maken van de 'ruimte-voor-ruimte' regeling. In de planregels van dit bestemmingsplan zijn de voorwaarden opgenomen om gebruik te kunnen maken van de 'ruimte-voor-ruimte' regeling. In grote lijnen komt deze regeling overeen met de regeling zoals de provincie Zuid-Holland deze heeft opgenomen in de Ontwerp Verordening Ruimte, Visie op Zuid-Holland. Belangrijke voorwaarde van de 'ruimte-voor-ruimte' regeling is dat het ter plaatse gaat om een volledige beëindiging van de agrarische bedrijfsactiviteiten en dat alle voormalige agrarische bedrijfsgebouwen op het betreffende perceel moeten worden gesloopt. Dit met uitzondering van bebouwing die is aangeduid als Rijksmonument, Gemeentelijk monument of cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Alsmede met uitzondering van de bebouwing die als erfbebouwing ten dienste van wonen kan worden aangemerkt en in overeenstemming is met hetgeen in de bestemming Wonen is bepaald.

Ter compensatie van sloop van elke 1.000 m2 aan voormalige agrarische bedrijfsgebouwen mag één woning worden teruggebouwd, tot een maximum van ten hoogste 3 woningen per agrarisch bedrijf dat wordt gesaneerd. Ter compensatie van de slop van elke 5.000 m2 glastuinbouwkassen mag één woning worden gebouwd, tot een maximum van ten hoogste 3 woningen per agrarisch bedrijf dat wordt gesaneerd.

In principe wordt gestreefd om de woning te bouwen in aansluiting op de bestaande bebouwingsclusters. Wanneer hiervoor geen mogelijkheid is, dan kan worden gezocht naar een locatie ter plekke of in de directe omgeving van de gesloopte bebouwing.

In de verbeelding hieronder wordt als voorbeeld aangegeven hoe de 'ruimte-voor-ruimte' regeling in de praktijk, op een locatie ter plekke, kan worden ingevuld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0626.2010Buitengebied-BP50_0012.jpg"

Figuur 5.8) Voorbeeld inrichtingsplan ruimte-voor-ruimte