direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene gebruiksregels
Plan: Bos en Water 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0623.BP0952BW001-OH01

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

 

10.1      Algemeen verbod op strijdig gebruik

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken in strijd met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro.

 

10.2      Bijzonder gebruiksverbod

 

10.2.1  

Onverminderd het bepaalde in lid 10.1 van dit artikel is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:

     a.     het storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;

    b.    het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;

     c.     het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.

 

10.2.2  

Onverminderd het bepaalde in lid 10.1 is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor een seksinrichting en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsomschrijving.

 

 

10.3      Uitzonderingen gebruiksverbod

 

10.3.1  

Het bepaalde in lid 10.1 is niet van toepassing op het medegebruik van woningen en/of aangebouwde bijgebouwen voor beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten, mits:

a.     de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 40% van de woning met een maximum van 50 m²;

b.  de gewenste bedrijvigheid mag niet onder de werkingssfeer van de Wet Milieubeheer vallen en niet vergunningsplichtig zijn overeenkomstig de APV;

c.     het gewenste gebruik mag geen detailhandel betreffen, tenzij het als een ondergeschikte nevenactiviteit van de in de woning uitgeoefende bedrijfs-, beroepsmatige activiteit plaatsvindt;

d.    in geval van een aan huis gebonden bedrijf mag in de nabije omgeving van de woning geen onevenredige vergroting van de verkeers-/parkeerdruk optreden;

e.     er mogen geen bedrijfsmatige activiteiten buiten de woning plaatsvinden, behoudens in- en uitladen;

f.     de ruimte(-s) waarin het gebruik plaats vindt, moeten voldoen aan de bepalingen van de bouwverordening en het Bouwbesluit;

g.    het uiterlijk van de woning mag niet zodanig veranderen dat de woning het karakter van een woning verliest. De bedrijvigheid dient qua aard, intensiteit van gebruik en uitstraling te passen binnen de woonomgeving.

 

10.3.2  

Het bepaalde in lid 10.2.1 van dit artikel is niet van toepassing op:

a.     het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;

b.    de opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;

c.     het opslaan of storten van afval- en meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen.