Plan: | 359.304.00 (Dorpskernen 2009) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0623.BP0950DK001-VG01 |
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het overschrijden van de op de kaart aangegeven bouwgrenzen met ten hoogste 1,5 m, indien het betreft:
Voor zover in dit plan de bestaande bebouwing buiten het bouwvlak qua hoogte of situering afwijkt van de planregels, geldt deze afwijkende maatvoering als maximale maatvoering.
De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van kelders van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 23.3.1 ten behoeve van kelders niet loodrecht onder het hoofdgebouw gelegen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken in strijd met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro.
Onverminderd het bepaalde in lid 24.1 van dit artikel is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:
Onverminderd het bepaalde in lid 24.1 is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor een seksinrichting en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsomschrijving.
Het bepaalde in lid 24.1 is niet van toepassing op het medegebruik van woningen en/of aangebouwde bijgebouwen voor beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten, mits:
Het bepaalde in lid 24.2.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
Op de gronden binnen de aanduiding "veiligheidszone - lpg" geldt dat:
Op de gronden gelegen binnen de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop" gelden voor het oprichten van bouwwerken en beplantingen de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" dient de bestaand onderdoorgang te worden gehandhaafd.
Het is verboden op de gronden met den gebiedsaanduiding "archeologie" de navolgende werken, bouwwerken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning ex artikel 3.16 Wro) van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 25.4.1 is niet van toepassing op:
Het bepaalde in lid 25.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de onder a t/m h genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Op de in voorbereiding van een besluit tot ontheffing zoals opgenomen in dit plan, is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van dit bestemmingsplan (op basis van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening), is in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.