direct naar inhoud van Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Plan: 359.304.00 (Dorpskernen 2009)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0623.BP0950DK001-VG01

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch gebruik;
  • b. agrarisch aanverwant gebruik zoals het (hobbymatig) beweiden van dieren;
  • c. behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde bestaande uit de openheid, het verkavelingspatroon c.q. slotenpatroon en graslandvegetaties;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - hobbymatig" zijn de gronden uitsluitend bestemd voor het hobbymatig weiden van dieren.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd;
  • b. als gebouw uitsluitend een stal is toegestaan waarvan:
    • 1. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 70 m2;
    • 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. voor andere bouwwerken geldt dat:
    • 1. de hoogte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. de oppervlakte maximaal 5 m2 bedraagt.

3.3 Aanlegvergunning
3.3.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), buiten de agrarische bedrijfspercelen de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het aanleggen van waterbassins en mestbassins;
  • b. het dempen, graven en vergraven van watergangen;
  • c. het beplanten van gronden met bomen of andere houtopstanden.
  • d. het scheuren van grasland ten behoeve van de permanente omzetting in bouwland;
  • e. het benutten van gronden ten behoeve van ruwvoedergewassen;
  • f. het afgraven, verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van gronden dieper dan 0,3 m;
  • g. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte groter dan 200 m2 per agrarisch bedrijfsperceel.

3.3.2 Uitzondering

Het in lid 3.3.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, welke uit een oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn, waaronder mede begrepen ondergeschikt onderhoud en beheer van watergangen.

3.3.3 Toelaatbaarheid

De in lid 3.3.1 bedoelde activiteiten zijn slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke of cultuurhistorische waarden van de gronden.

3.4 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming "Wonen" als bedoeld in artikel 17 van deze regels onder de volgende voorwaarden;

  • a. er mogen maximaal 16 woningen worden gebouwd;
  • b. de woningen mogen uitsluitend vrijstaand of in blokken van twee woningen worden gebouwd;
  • c. de woningen mogen in milieuhygiënisch opzicht geen belemmering vormen voor reeds aanwezige bedrijven.

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsactiviteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2, alsmede daarmee naar hun aard gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met LPG" uitsluitend voor een verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG;
  • c. ondergeschikte kantoorvoorzieningen;
  • d. productiegebonden detailhandel;
  • e. bedrijfswoningen voor zover bestaand;
  • f. erven, groen-, parkeervoorzieningen en water;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening" uitsluitend voor nutsvoorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten" is geen bedrijfswoning toegestaan;

met uitzondering van bedrijven, die krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • g. voor zover de bestaande bebouwing afwijkt van de bepalingen in dit lid, geldt als maximale maatvoering de bestaande maatvoering.

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Centrum" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel met een maximum verkoopvloeroppervlakte van 500 m2:
      • voorzover de bestaande maatvoering groter is dan 500m2, dan geldt als maximale maatvoering de bestaande maatvoering;
      • bij nieuwe vestigingen geldt dat, indien de verkoopvloeroppervlakte meer bedraagt dan 500 m2, binnen 200 m van deze vestiging dient te worden voorzien in de behoefte aan parkeervoorzieningen waarbij per 25 m2 verkoopvloeroppervlakte minimaal 1 parkeerplaats beschikbaar moet zijn. Onder een nieuwe vestiging voor detailhandel wordt begrepen een locatie waar nog geen detailhandel aanwezig was op het tijdstip waarop het plan rechtskracht heeft gekregen.
  • b. dienstverlening;
  • c. winkelondersteunende horeca;
  • d. wonen uitsluitend op de verdiepingen;
  • e. wonen op de begane grondlaag voorzover bestaand;
  • f. erven, groen- en parkeervoorzieningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "horeca" voor "lichte" horecavoorzieningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "kantoor" voor kantoren;
  • i. in afwijking van het bepaalde onder g, uitsluitend op de volgende adressen tevens voor zware horeca:

Hoogstraat 53   Haastrecht  
Hoogstraat 100   Haastrecht  
Hoogstraat 112   Haastrecht  
Dorpsplein 5   Stolwijk  
Dorpsplein 7/9   Stolwijk  
Wijdstraat 4   Stolwijk  

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

5.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van het bepaalde in lid 5.1 ten behoeve van het gebruik van de begane grond van gebouwen voor ambachtelijke bedrijven, voor maatschappelijk gebruik of voor horecadoeleinden dan wel voor woondoeleinden met dien verstande, dat:

  • a. gebruik voor detailhandelsdoeleinden gelet op de behoefte daaraan niet te verwachten is;
  • b. de beoogde detailhandelsstructuur daardoor niet in onevenredige mate wordt verstoord;
  • c. toegestaan kan worden dat achter een ruimte voor detailhandel woonruimten op de begane grond worden gebouwd voor een bedrijfswoning mits een aan de straatzijde gelegen winkelruimte van ten minste 30 m2 als zodanig in gebruik is;
  • d. er naar aard en invloed geen onevenredige hinder ontstaat voor de omgeving.

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. woningen voor zover bestaand;
  • c. bijbehorende erven, parkeer- en groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. lichte bedrijvigheid (bedrijfscategorie 1 en 2);
  • c. dienstverlening;
  • d. maatschappelijke doeleinden;
  • e. kantoren;
  • f. detailhandelsvestigingen voor zover bestaand;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "horeca" tevens voor horecavestigingen;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder b, uitsluitend op de volgende adressen tevens voor zware horeca:

Hoogstraat 85   Haastrecht  
Hoogstraat 126   Haastrecht  
Wijdstraat 5   Stolwijk  

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m;
  • e. bij ieder hoofdgebouw aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. deze niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van het perceel, direct behorend bij het hoofdgebouw, met een maximum van 100 m2;
    • 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 0,25 m boven de eerste verdiepingsvloer, met een maximum van 4 m;
    • 3. de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedraagt dan 3 m;
    • 4. de bouwhoogte van aan-, uit- en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 5 m;
  • f. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • g. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.
7.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaald in lid 17.1 is het gebruik van vrijstaande bijgebouwen anders dan als bergruimte of stalling van voertuigen in strijd met het plan.

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen en water;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. straatmeubilair;
  • e. nutsvoorzieningen en gemalen;
8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 5 m.

8.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming "verkeer" ten behoeve van de aanleg van parkeervoorzieningen betreft onder de voorwaarden dat:

  • a. aanleg van extra parkeerplaatsen vanuit verkeerskundig oogpunt noodzakelijk is;
  • b. het opheffen van de groenvoorziening vanuit stedenbouwkundig-landschappelijk oogpunt aanvaardbaar is.

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecavoorzieningen met uitzondering van discotheken;
  • b. woningen voorzover bestaand;
  • c. bijbehorende erven, parkeer- en groenvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m;
  • e. de inhoud van een woning niet meer mag bedragen dan 650 m3 inclusief uitbouwen en aan- en bijgebouwen;
  • f. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • g. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. overheids-, medische-, onderwijs-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van sportbeoefening, ouderenzorg, kinderdagverblijven en kinderopvang;
  • b. ondergeschikte horeca ten dienste van de bestemming;
  • c. ondergeschikte expositie en verkoop van met de maatschappelijke functie samenhangende artikelen;
  • d. straatmeubilair;
  • e. bijbehorende erven, water, parkeer- en groenvoorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 7 m;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

Artikel 11 Maatschappelijk - begraafplaats

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk - begraafplaats" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een begraafplaats;
  • b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
  • c. erven, groenvoorzieningen en water;
  • d. straatmeubilair.

11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
      • op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
      • voor het overige 2 m;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

Artikel 12 Recreatie

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. volkstuinen;
  • c. bijbehorende erven, parkeer- en groenvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m respectievelijk 7 m;
  • c. per volkstuin maximaal één berging buiten het bouwvlak mag worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 10 m2;
  • d. per volkstuin maximaal één kas buiten het bouwvlak mag worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 10 m2;
  • e. de bouwhoogte van bergingen en kassen maximaal 3 m mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • g. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

Artikel 13 Sport

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Sport" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. ondergeschikte kantoor- en horecafuncties;
  • c. bijbehorende erven, parkeer- en groenvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend binnen bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • c. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 4 m;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 7 m;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • f. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer mag bedragen dan 18 m;
  • g. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "terras" tevens bestemd voor een terras;
  • c. parkeervoorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een hoogte van maximaal 1 m, met dien verstande dat bestaande gebouwen mogen worden gehandhaafd.

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen (met stroom- of verblijfsfunctie);
  • b. pleinen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen en water;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "terras" tevens bestemd voor een terras;
  • h. ter plaatse van de aanduiding "evenemententerrein" tevens bestemd voor een evenemententerrein waaronder mede begrepen terrein voor markten;
  • i. straatmeubilair;
  • j. nutsvoorzieningen en gemalen;
  • k. bruggen.

15.2 Bouwregels

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 12 m.

Artikel 16 Water

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. recreatief medegebruik;
  • c. duikers en gemalen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. bruggen.

16.2 Bouwregels

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd tot een hoogte van 5 m.

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. erven, water en groenvoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "garage" uitsluitend voor huishoudelijke bergruimten en stallingen voor (motor)voertuigen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk" voor verzorgende maatschappelijke functies;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "kantoor" tevens bestemd voor kantoor;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf" tevens bestemd voor bedrijfsactiviteiten in de categorie 1 en 2 van de "Staat van bedrijfsactiviteiten";
  • g. beroepsuitoefening aan huis;
  • h. parkeervoorzieningen.

17.2 Bouwregels

Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. hoofdgebouwen uitsluitend binnen de bouwvlakken mogen worden gebouwd;
  • b. binnen bouwvlakken ter plaatse van de hierna aangegeven aanduidingen de woningen worden gebouwd op de daarbij aangegeven wijze:
    aanduiding   Bouwwijze  
    aanééngebouwd   alle woningen uitsluitend aaneen, in niet-gestapelde vorm  
    gestapeld   uitsluitend in gestapelde vorm  
    twee-aaneen   uitsluitend half-vrijstaand  
    vrijstaand   uitsluitend vrijstaand  
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak;
  • d. voor zover binnen een bouwvlak geen goothoogte is bepaald mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 7 m;
  • e. voor zover binnen een bouwvlak geen bouwhoogte is bepaald mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m;
  • f. bij iedere woning aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. deze niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van het perceel, direct behorend bij de woning, met een maximum van 100 m2;
    • 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 0,25 m boven de eerste verdiepingsvloer, met een maximum van 4 m;
    • 3. de goothoogte van bijgebouwen niet meer bedraagt dan 3 m;
    • 4. de bouwhoogte van aan- uit-, en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 5 m;
    • 5. de bouwhoogte van overkappingen en gebouwen binnen de aanduiding "garage" niet meer bedraagt dan 3 m;
    • 6. de aan-, uit- en bijgebouwen ten minste 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel wordt gebouwd;
  • g. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • h. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • i. aanbouwen voor de voorgevel, waaronder begrepen erkers en ingangspartijen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte niet meer mag bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel;
    • 2. de diepte niet meer mag bedragen dan 1,5 m, gerekend vanaf de voorgevel van de woning;
    • 3. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 5 m2;
    • 4. de hoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag tot een maximum van 3 m;
  • j. dakkappellen, uitsluitend op hoofdgebouwen, zijn toegestaan, mits:
    • 1. de breedte maximaal 75% van het zij- of achterdakvlak is en de dakkapel minimaal 0,5 m uit de zij-, onder- en bovenkant van het dakvlak en minimaal 0,5 m en maximaal 2 m uit de dakvoet van de desbestreffende woning wordt gesitueerd;
    • 2. de breedte maximaal 50% van het voorgeveldakvlak is en de dakkapel minimaal 1 m uit de zijkanten en minimaal 0,5 m uit de bovenkant van het dakvlak en minimaal 0,5 m en maximaal 2 m uit de dakvoet van de desbetreffende woning wordt gesitueerd.
  • k. voorzover de goot- en/of bouwhoogte(s) van bestaande bebouwing afwijken van de bepalingen in dit lid, geldt als maximale maatvoering de bestaande maatvoering.
17.3 Ontheffing van de bouwregels

Indien op een perceel met de bestemming als bedoeld in lid 17.1 meer dan 100 m2 aan bijgebouwen aanwezig is, zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen tot een totale oppervlakte aan bijgebouwen van maximaal 200 m2, onder de voorwaarden dat de aanwezige m2 aan bijgebouwen boven de 100 m2 met minimaal de helft wordt teruggebracht.

17.4 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaald in lid 17.1 is het gebruik van vrijstaande bijgebouwen anders dan als huishoudelijke bergruimte of stalling van voertuigen in strijd met het plan.

17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor zover het het schrappen betreft van de aanduiding "bedrijf" indien de bedrijfsactiviteiten zijn beeïndigd.

Artikel 18 Woongebied

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. groenvoorzieningen en water;
  • d. wijkontsluitingsweg (verblijfsgebied), fiets- en voetpaden;
  • e. groen volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "groen" binnen de bestemming is aangegeven;
  • f. ontsluiting volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "ontsluiting" binnen de bestemming is aangegeven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" voor de aanleg van een gemeenschappelijke parkeervoorziening;
  • h. voetpaden volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "pad" binnen de bestemming is aangegeven;
  • i. water volgens een structuur zoals ter plaatse van de aanduiding "water" binnen de bestemming is aangegeven en een oppervlakte van minimaal 10% van het plangebied;
  • j. aan de doeleinden onder a gebonden parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, nutsvoorzieningen en straatmeubilair.

18.2 Bouwregels

Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. het aantal wooneenheden niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" is aangegeven;
  • b. een hoofdgebouw (woning) binnen de aanduidingsgrens "maximum aantal wooneenheden" moet worden gebouwd;
  • c. de grondoppervlakte van iedere woning maximaal 240 m2 (inclusief aan- en uitbouwen) mag bedragen;
  • d. de goothoogte van een grondgebonden woning maximaal 7 m mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een grondgebonden woning maximaal 11 m mag bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "gestapeld" maximaal drie bouwlagen met kap mag worden gebouwd;
  • g. bij iedere woning bijgebouwen en uitbreidingen van de woning mogen worden gebouwd mits:
    • 1. de gebouwen tenminste 3 m achter de verlengde voorgevel van de woning worden gebouwd;
    • 2. de gronden van ieder perceel voor tenminste 50% onbebouwd blijven;
    • 3. het totale grondoppervlak aan bijgebouwen en aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 100 m2;
    • 4. de goothoogte van de bijgebouwen niet meer bedraagt dan 3 m;
    • 5. de goothoogte van aan- en uitbouwen niet meer bedraagt dan 3,5 m;
    • 6. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • h. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de verlengde voorgevel niet meer mag bedragen dan 2 m en voor de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • i. de hoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.
18.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaald in lid 18.1 is het gebruik van vrijstaande bijgebouwen anders dan als huishoudelijke bergruimte of stalling van voertuigen in strijd met het plan.

Artikel 19 Waarde - Archeologie

19.1 Bestemmingsomschrijving
19.1.1

De voor "Waarde -archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.

19.1.2 Volgorde dubbelbestemming

Voor zover dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:

19.2 Bouwregels

Op de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken tot een grondoppervlakte van maximaal 100m2, onverminderd het bepaalde in de onderliggende bestemming.

19.3 Ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 19.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van onderliggende bestemmingen op voorwaarde, dat:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarde van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd; bij de afweging van de ontheffing geven burgemeester en wethouders toepassing aan de criteria als genoemd in lid 19.4;
  • b. alvorens de ontheffing te verlenen wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de provinciale archeoloog; bij een negatief advies, wordt de ontheffing slechts verleend nadat van gedeputeerde staten schriftelijk de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de ontheffing geen bezwaar hebben;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b kan de ontheffing worden verleend indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een aanlegvergunning als bedoeld in lid 19.4 is verleend; het bepaalde in de onderliggende bestemmingen blijft onverminderd van toepassing.

19.4 Aanlegvergunningen
19.4.1 Verbod

Het is verboden op de in lid 19.1 bedoelde gronden de navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden dieper dan 30 cm;
  • b. het bodemverlagen of afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • c. het uitvoeren van grondbewerkingen die tevens een terreinoppervlak vanaf 100 m² beslaan;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • e. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden en of parkeergelegenheden
  • f. en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of tele- communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • h. het graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten;
  • i. verhogen of verlagen van de grondwaterstand.

19.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 19.4.1 is niet van toepassing

  • a. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • b. op andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van bescherming van de archeologische waarde van niet ingrijpende betekenis zijn;
  • c. indien uit archeologisch onderzoek is komen vast te staan dat er geen sprake is van te beschermen archeologische waarden.

19.4.3 Toelaatbaarheid

Het bepaalde in lid 19.4.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de in lid 19.4.1genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal.

19.4.4 Voorschriften vergunning

Voor zover de in lid 19.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indi-recte gevolgen daarvan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
  • c. de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

19.4.5 Rapportage

In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een aanlegvergunning een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag kan worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

19.4.6 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 19.4.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de archeologisch deskundige.

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie

20.1 Bestemmingsomschrijving
20.1.1

De voor "Waarde - cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van het beschermd dorpsgezicht.

20.1.2

Voor zover dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:

Artikel 21 Waterstaat - Waterkering

21.1 Bestemmingsomschrijving
21.1.1

De voor "Waterstaat - waterkering" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de waterkering.

21.1.2

Voor zover dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:

21.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.
  • b. Ten dienste van de in lid 21.1 bedoelde doeleinden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

21.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 21.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de op de onderliggende bestemmingen, op voorwaarde, dat:

  • a. de belangen van de waterkering dit toelaten;
  • b. alvorens de ontheffing te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.