Plan: | Leverterrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0622.0224bpLever2010-0130 |
Stadsvisie 'Koers op 2020' (2000)
In de Stadsvisie zijn diverse ambities naar voren gekomen waarvan de voor dit bestemmingsplan meest relevante hieronder zijn aangegeven:
In de Stadsvisie is de herstructurering van de Rivierzone aangegeven als één van de gemeentelijke prioriteiten. Ruimte voor verdere groei en expansie van de haven in Vlaardingen ontbreekt en er is verpaupering te signaleren in delen van de Koningin Wilhelminahaven. Doelstelling is om verouderde, overlastgevende industrieën geleidelijk te vervangen door economische activiteiten in de sectoren dienstverlening/recreatie. De Rivierzone heeft de potentie om 'de moderne kamer van het Vlaardingse hart' te worden.
Ruimtelijke structuurschets Vlaardingen 2020 (2003)
De ruimtelijke structuurschets Vlaardingen 2020 is de ruimtelijke uitwerking van de Stadsvisie 'Koers op 2020'. In het rapport zijn zeven doelstellingen aangegeven voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling voor de drie noemers: ongedeelde stad, vitale stad en duurzame stad:
Structuurplan Rivierzone (2004)
Op 28 januari 2004 is het Structuurplan Rivierzone vastgesteld met de daarbij behorende Integrale Milieunota. Dit Structuurplan biedt het formele beleidskader voor de revitalisering en herontwikkeling van de Rivierzone. Belangrijk onderdeel van deze ontwikkeling vindt plaats in het Stad & Milieugebied: hier moet de stad Vlaardingen opnieuw een verbinding krijgen met de rivier. In dit gebied vindt daarom een transformatie plaats van bestaand bedrijvengebied tot hoogwaardig woon-, werk- en verblijfsgebied. Hiertoe zullen enkele gevestigde (en milieubelastende) bedrijven worden verplaatst. Delen van de Maasoeverzone zijn aangewezen voor herontwikkeling.
Actieplan Wonen
Het Actieplan Wonen is een uitwerking van de Stadsvisie op het onderwerp “wonen” en is in februari 2008 ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. De Woonvisie richt zich op acties op de huidige woningmarkt binnen de kaders van het collegeprogramma (coalitieakkoord 2011-2014) om zo de ambitie van de Stadsvisie te helpen realiseren. In het collegeprogramma is gekozen voor een evenwichtig woningbouw- en woonbeleid, zodat Vlaardingen voor iedereen een aantrekkelijke woonstad wordt. Om dit te bereiken schept het Actieplan Wonen voorwaarden voor corporaties en ontwikkelaars om meer aan te sluiten bij de vraag van de consument, om zo selectieve migratie tegen te gaan en de bevolkingsomvang op een aanvaardbaar peil te houden. Een verder ambitie is het economisch draagvlak voor winkels, scholen en andere voorzieningen te verbeteren.
Er dient echter rekening te worden gehouden met een dalende bevolkingsomvang.
Vlaardingen zal de komende jaren gaan werken aan de volgende doelen:
Gebiedsvisie Rivierzone
De gebiedsvisie Rivierzone is een nadere uitwerking van het Actieplan Wonen op weg naar 2030. Een van de belangrijkste doelstellingen van het project Rivierzone is de stad weer te verbinden met het water. In de Rivierzone is het rustig wonen, met het gemak van de grote stad en het openbaar vervoer op loopafstand. Aan de overkant van de Rivierzone ligt veel industrie. De afgelopen jaren hebben deze bedrijven veel gedaan aan het verminderen van geluid- en geuroverlast. De wettelijk gestelde targets zijn gehaald en het geluid en de geur zijn enorm afgenomen De mensen die in de Rivierzone wonen, ervaren de industrie niet als hinderlijk. Mensen die in het gebied (komen) wonen zijn zich bewust van de industrie en accepteren dit.
Het Leverterrein bestaat in 2030 uit een woon- en werkgebied. Er is ruimte voor ondernemers, starters en representatieve bedrijvigheid. Een woonmilieu voor mensen met een wat hogere inkomenspositie die woongenot, wooncomfort en een prachtig uitzicht vooropstellen en weinig binding hebben met hun omgeving. Bewoners kunnen voor recreatie in het Maaspark terecht.
Nota Monumenten 2005
De Nota Monumenten 2005 benadrukt het belang van de cultuurhistorie voor het onderscheidend vermogen van Vlaardingen. Een belangrijk hulpmiddel om de structuur van gebieden te behouden is de opstelling van een cultuurhistorische waardenkaart. Ook het Rijk beoogt met de Modernisering Monumentenzorg (Momo) de rol van dergelijke waarderingskaarten te onderstrepen. Deze kaart is nog niet voorhanden.
Naast de bescherming van structuren is het mogelijk op objectniveau bescherming te bieden. In de Nota Monumenten 2005 is vermeld dat de vermelde inventarisaties nader uitgewerkt kunnen worden. Thans is een conceptlijst beeldbepalende panden in voorbereiding en moet duidelijk worden welke voorschriften worden verbonden aan de status van beeldbepalend of karakteristiek pand. De lijst kan ook worden gezien als basis voor de mogelijke aanwijzing van gemeentelijke monumenten.
Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2005-2015, Kwaliteit in Bereikbaarheid
In het door de gemeenteraad op 16 maart 2005 vastgestelde 'Gemeentelijk Verkeer- en Vervoer Plan' (GVVP) wordt ingezet op 'kwaliteit in bereikbaarheid'. Het GVVP draagt, als uitwerking van de Ruimtelijke Structuurschets, bij aan de ruimtelijke ambities van de stad. Het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer (ov) is daarvoor de basis. Het gemeentebestuur realiseert zich daarnaast dat een voortgaande groei van de automobiliteit onafwendbaar is. Gekozen is om deze groei op te vangen binnen de grenzen van leefbaarheid en veiligheid.
Het GVVP richt zich op kwaliteit en bereikbaarheid. Dit impliceert:
De gewenste bereikbaarheid krijgt gestalte in een vijftal beleidsrichtingen:
In Vlaardingen wordt het doorgaande verkeer gebundeld op gebiedsontsluitingswegen (50 km/h-wegen). Waar mogelijk wordt langzaam en snelverkeer op deze wegen van elkaar gescheiden. De overige wegen worden ingericht als erftoegangswegen (zoals in de vorm van 30 km/h-zones). Op de erftoegangswegen wordt langzaam en snelverkeer in principe gemengd. Een te hoge verkeersintensiteit (voornamelijk veroorzaakt door doorgaand verkeer) is hier ongewenst. Voor alle wegen en fietsroutes in Vlaardingen geldt het streven naar een Duurzaam Veilige inrichting.
De rijkswegen (A20 en A4) door en langs Vlaardingen zijn bepalend voor de ruimtelijke indeling van de stad. Ook de Hoekse Lijn in het zuiden en TramPlus in het noorden zijn belangrijke ruimtelijke elementen. Binnen de stad vormen de westelijke ontsluitingsroute (Marathonweg, Deltaweg, Galgkade), de oostelijke ontsluitingsroute (Vulcaanweg, Schiedamsedijk) en de noordelijke ontsluitingsroute (Holysingel) belangrijke gebiedsontsluitingswegen. Transport van gevaarlijke stoffen wordt, met uitzondering van de Holysingel, zoveel mogelijk gebundeld op deze routes. Naast hiervoor bedoelde infrastructuur, moet ook ruimte worden gereserveerd voor de verbindende en ontsluitende regionale fietsroutes.
Fietsbeleid
De Fietsnota Vlaardingen, die door de gemeenteraad is vastgesteld op 3 april 2008, is een uitwerking van het GVVP. De Fietsnota richt zich op het stimuleren van het fietsgebruik in Vlaardingen. De wijze waarop met het fietsbeleid moet worden omgegaan, nodigt uit tot een integrale benadering van het mobiliteitsvraagstuk in relatie met aanverwante begrippen als veiligheid, leefbaarheid, bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, economische vitaliteit, welzijn en duurzaamheid.
Het fietsbeleid in de gemeente hanteert de volgende uitgangspunten:
Het Vlaardingse fietsnetwerk krijgt door middel van de volgende doelstellingen gestalte:
Het aanpassen van de fietsinfrastructuur alleen is niet voldoende om het fietsgebruik te stimuleren. Om het fietsen aantrekkelijker te maken, vindt een integrale benadering plaats op de volgende speerpunten:
Parkeerbeleid
De doelstelling van het parkeerbeleid is een evenwichtige verdeling op maat tussen vraag naar en aanbod van de beschikbare parkeerplaatsen voor alle vervoermiddelen. Het streven is dat in Vlaardingen de verschillende doelgroepen op redelijke afstand van de bestemmingen kunnen parkeren of dat er goede alternatieve vervoermiddelen zijn.
Gezien de doelstelling van het parkeerbeleid, heeft de gemeenteraad op 24 januari 2008 de volgende beleidskaders voor het parkeerbeleid in Vlaardingen vastgesteld:
Het zijn vooral de twee eerste punten die voor het plangebied Leverterrein van belang zijn.
In de parkeernota 2008, op 30 oktober 2008 door de raad vastgesteld als beleidsuitwerking van de beleidskaders voor het parkeren, zijn parkeernormen vastgelegd. De nota werkt met parkeerkencijfers. Deze zijn per deelgebied verder uitgewerkt. Het plangebied Leverterrein valt onder het deelgebied 'rest bebouwde kom'. De parkeerkencijfers variëren per functie. Voor nieuwe ontwikkelingen geldt parkeren op eigen terrein.
Actieplan Geluid 2009
Vlaardingen heeft, ingevolgde de Europese richtlijn inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, een Actieplan Geluid opgesteld voor het binnenstedelijk wegverkeer. Het actieplan is opgesteld nadat een inventarisatie is uitgevoerd naar de geluidsbelasting vanwege binnenstedelijke wegen op de woningen binnen de gemeente Vlaardingen. De resultaten van deze inventarisatie zijn vastgelegd in de geluidsbelastingkaarten.
De doelstellingen van het Actieplan Geluid zijn:
De gewenste effecten van de doelstelling zijn:
Voor het Actieplan Geluid is een plandrempel vastgesteld. Dit is de grens van de geluidsbelasting op woningen waarvan Vlaardingen vindt dat een hogere geluidsbelasting niet wenselijk is. Na afweging van belangen op basis van haalbaarheid en betaalbaarheid, is als plandrempel een geluidsbelasting van 60 dB, inclusief 5 dB aftrek, voor het binnenstedelijk wegverkeerslawaai voorgesteld. De Vlaardingse industrieterreinen zijn inmiddels gesaneerd. Door de provincie Zuid-Holland zijn zogenaamd maximaal toelaatbare geluidsbelastingen (MTG) na sanering vastgesteld. Deze waarden gelden als grenswaarden binnen de zone en mogen niet worden overschreden. Voor de plandrempel van de Vlaardingse industrieterreinen wordt de MTG aangehouden. Buitenstedelijk wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai afkomstig van gezoneerde industrieterreinen buiten de gemeente Vlaardingen, vallen buiten het actieplan. In het Actieplan Geluid zijn maatregelen beschreven die in de periode 2009-2013 moeten worden uitgevoerd. De belangrijkste maatregel is het toepassen van geluidsreducerend asfalt en geluidsreducerende klinkers op plaatsen waar normen zijn overschreden.
Plan van aanpak Luchtkwaliteit (2007)
Verontreinigende stoffen in de buitenlucht hebben een negatieve invloed op de gezondheid. De componenten stikstofdioxide en fijn stof (NO2 en PM10) zijn momenteel de belangrijkste veroorzakers van negatieve effecten. Wanneer er over gezondheidseffecten wordt gesproken wordt er onderscheid gemaakt tussen acute en chronische effecten. Acute effecten treden op na een kortdurende blootstelling, van enkele uren tot dagen, aan verhoogde concentraties van luchtverontreinigende stoffen. Chronische effecten treden op na jarenlange blootstelling aan gemiddelde niveaus van luchtverontreiniging.
Belangrijke bronnen van luchtverontreiniging zijn (diesel)motoren van wegverkeer, maar in Rijnmond ook industrie (inclusief overslag en raffinaderijen), mobiele werktuigen, zeescheepvaart en binnenvaart.
Vanwege Europese en nationale regelgeving is voor Vlaardingen een Plan van aanpak Luchtkwaliteit opgesteld met een aantal lokale maatregelen. De meeste maatregelen zijn verkeer en vervoer gerelateerd. Het gaat hier ondermeer om:
De maatregelen zijn in diverse stadia van uitvoering.
Met betrekking tot de scheepvaart is/wordt op diverse locaties walstroom geïnstalleerd of onderzocht. Het gaat om de Oude Haven, KW haven, de Buitenhaven en de Vulcaanhaven (kade DFDS).
De Vlaardingse maatregelen liggen in het verlengde van zowel het Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit van de Stadsregio als de Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit (RAP/RAL). Door maatregelen te treffen en daarmee te voldoen aan de normen – of zelfs tot verder onder de norm te gaan – kunnen ruimtelijke projecten doorgang vinden en wordt bijgedragen aan een gezonder leefklimaat voor bewoners en bezoekers. Deze plannen dateren al van 2005.
Daarnaast is in augustus 2009 het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden. Dit programma is een samenwerkingsverband tussen overheden dat door het uitvoeren van maatregelen is gericht op het halen van de Europese normen. Het programma wordt jaarlijks gemonitoord.
Om de Rijnmondgemeenten van actuele informatie te voorzien brengt de DCMR sinds enkele jaren een Kwartaalbericht luchtkwaliteit uit. Het laatste betreft het eerste kwartaal 2012.
Economische visie 2004-2010
De Economische Visie geeft op hoofdlijnen het economisch beleid van de gemeente Vlaardingen voor de periode 2004-2010 weer.
Prioriteiten
De gemeente Vlaardingen ziet twee prioriteiten voor het ruimtelijk economisch beleid:
De (her)ontwikkeling van (verouderde) bedrijvenlocaties vormt de topprioriteit
Herstructurering van woonwijken
Visie Rivierzone
De gemeente streeft versterking na van de economische structuur van Vlaardingen. Een belangrijke rol hierbij spelen de plannen in de Rivierzone, de herstructurering van bedrijventerreinen en de ontwikkeling van locaties die de potentie hebben om economische groei te stimuleren.
Er wordt waar mogelijk segmentering en parkmanagement toegepast, waardoor de terreinen in de toekomst hun kwaliteit behouden. Duurzaam ondernemen is hier een onderdeel van.
Met de uitvoering van de plannen uit het Integraal Uitvoeringsplan Rivierzone ontstaat 50 ha aan nieuw en geherstructureerd bedrijventerrein. Hiermee zijn naar schatting duizenden nieuwe arbeidsplaatsen gemoeid waardoor de economische structuur van de stad wordt versterkt. Daarnaast zorgt de bouw van nieuwe woningen in het Rivierzonegebied voor een versterking van de lokale voorzieningen.
Nota Bedrijventerreinbeleid Vlaardingen 2009
De gemeente Vlaardingen zet in op aanpak van de bestaande bedrijventerreinen, want door (her)ontwikkeling en herstructurering zal de werkgelegenheid groeien. Hierbij wordt ingezet op de volgende speerpunten:
Bij het opstellen van bestemmingsplannen moet de inzet zijn de bovenstaande speerpunten vast te leggen in het juridisch-planologisch instrumentarium.
Detailhandelsnota 2013
In januari 2013 heeft de gemeenteraad de nieuwe detailhandelsnota vastgesteld. De centrale doelstelling van het detailhandelsbeleid is het realiseren van een evenwichtige detailhandelsstructuur, die aansluit bij de aankoopbehoeften en bezoekmotieven van de consument, en dusdanig duurzaam is, dat gemeente en ondernemers hierin willen blijven investeren. Naast dit hoofddoel streeft de gemeente de volgende subdoelen na:
Juist in deze nieuwe tijden is het belangrijk dat er bij het opstellen van een detailhandelsvisie keuzes worden gemaakt. Bij het maken van die keuzes, vindt de gemeente de volgende punten van belang:
In zijn algemeenheid geldt dat bij de uitbreiding aan m2's detailhandel, het een kwaliteitsverbetering van het (winkel)gebied betekent. Dit houdt in:
Met betrekking tot de bestaande (wijk- en) buurtwinkelcentra is het beleid is uitbreiding van het winkelvloeroppervlak in de dagelijkse artikelen sector in twee gevallen toelaatbaar:
Met betrekking tot verspreide bewinkeling is het beleid dat de gemeente in de woonwijken levendigheid, sociale cohesie en werken in de wijk wil bevorderen. Detailhandel (richtlijn minimaal één bedrijfsruimte per 100 woningen) kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Daarom continueren wij het bestaande beleid van bestaande bedrijfsruimten in woonwijken, die zijn bedoeld voor kleinschalige bedrijven en voorzieningen, waaronder detailhandel.