direct naar inhoud van Artikel 14 Natuur - Eendenkooi
Plan: Buitengebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0217bpBuwe2010-0130

Artikel 14 Natuur - Eendenkooi

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur - Eendenkooi aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, versterking en/of herstel van de aan deze gronden eigen zijnde natuurwetenschappelijke en landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de eendenkooi alsmede voor natuurgerichte recreatie en vogelasiel;

al dan niet in combinatie met:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. water;
  • d. ontsluitingen, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. straatmeubilair;
  • g. kunstwerken;
  • h. oevers;
  • i. oeververbindingen.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van gebouwen de volgende bouwregels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 225 m2;
  • b. de grondoppervlakte van ieder gebouw mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • c. de goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • d. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
  • e. de gebouwen dienen te worden afgedekt met een kap.
14.2.2 Andere bouwwerken

Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van andere bouwwerken de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 meter.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 onder a ten behoeve van de bouw van een gebouw, zoals een schuilhut of een vogelobservatiehut, onder de voorwaarde dat:

  • a. de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 16 m2;
  • b. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  • c. de bouwhoogte niet meer mag bedragen 4,5 meter;
  • d. het gebouw wordt afgedekt met een kap;
  • e. het noodzakelijk is in verband met het beheer van de gronden;
  • f. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • g. positief advies is verkregen van het recreatieschap.

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.4.1

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het dempen, graven en vergraven van watergangen;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het afgraven, verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • d. het verwijderen van natuurlijke vegetatie;
  • e. het vellen of rooien van bestaande houtopstanden of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van de houtopstanden ten gevolge kunnen hebben.
14.4.2

Het in lid 14.4.1 van dit artikel vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, welke uit een oogpunt van te beschermen belangen van ondergeschikte betekenis zijn, alsmede voor werkzaamheden ten behoeve van het beheer van het natuurgebied.

14.4.3

De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 14.4.1 van dit artikel zijn slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de landschappelijke of natuurlijke waarde van de gronden.

14.4.4

Met betrekking tot de beoordeling van de toelaatbaarheid van werkzaamheden als bedoeld in lid 14.4.3 van dit artikel winnen burgemeester en wethouders advies in bij een landschapsdeskundige.