direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur - Bosgebied
Plan: Buitengebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0217bpBuwe2010-0130

Artikel 13 Natuur - Bosgebied

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur - Bosgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. behoud, versterking en/of ontwikkeling van de aan de bossen eigen zijnde natuur- en landschapswaarde;
  • c. extensief recreatief medegebruik;

al dan niet in combinatie met:

  • d. water;
  • e. ontsluitingen, wegen en wandel- en fietspaden;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. straatmeubilair;
  • h. kunstwerken;
  • i. oevers;
  • j. oeververbindingen.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van gebouwen de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan.
13.2.2 Andere bouwwerken

Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van andere bouwwerken de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2 meter.

13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.3.1

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 13.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder, of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het aanleggen of verharden van (kavel)wegen of paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • b. het ontgronden, bodemverlagen, afgraven of ophogen;
  • c. het wijzigen van het profiel van sloten, dan wel het graven of dempen hiervan;
  • d. het vellen of rooien van houtopstanden en houtgewassen;
  • e. het aanleggen van transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
13.3.2

Het bepaalde in lid 13.3.1 is niet van toepassing:

  • a. op normale onderhoudswerken gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de onderhavige gebieden;
  • b. op andere werken en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van ruimtelijke ordening van niet-ingrijpende betekenis zijn.
13.3.3

Een vergunning als bedoeld in lid 13.3.1 wordt uitsluitend verleend indien de natuurwaarden en de landschappelijke waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterking en/of herstel van die waarden niet worden verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen leidt tot de conclusie dat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden in redelijkheid niet kan worden geweigerd.

13.3.4

Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 13.3.1 advies in bij een deskundige voor natuur en landschap en/of andere ter zake deskundigen.