direct naar inhoud van Artikel 15 Waarde - Archeologie 4 (dubbelbestemming)
Plan: Park Hoog Lede
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0205bpPahl2009-0040

Artikel 15 Waarde - Archeologie 4 (dubbelbestemming)

15.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden die op de verbeelding zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 4 zijn bestemd voor gronden met middelhoge archeologische verwachting en zijn tevens bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden, die uitsluitend dieper liggen dan 4 meter beneden NAP.

15.2 Voorrangsregeling
  • a. Indien strijd ontstaat tussen het bepaalde in de bestemming Waarde-Archeologie 4 als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de daar voorkomende bestemming Leiding-Gas, prevaleert het bepaalde in de bestemming Leiding-Gas;
  • b. Indien strijd ontstaat tussen het bepaalde in de bestemming Waarde-Archeologie 4 als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige daar voorkomende bestemmingen, behoudens de bestemming Leiding-Gas, prevaleert het bepaalde in de bestemming Waarde-Archeologie 4.

15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de als Waarde - Archeologie 4 bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
      • graafwerkzaamheden met een omvang van 100 m² of meer die dieper dan 4 meter beneden NAP reiken.
  • b. b. Het onder 15.3 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die in het kader van archeologisch vooronderzoek en het doen van opgravingen door een daartoe erkende partij op het gebied van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd;
  • c. c. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in 15.4 onder a genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.
  • d. d. Voor zover de onder 15.3 onder a genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kunnen voorwaarden aan het verlenen van een omgevingsvergunning worden verbonden. Deze voorwaarden kunnen zijn:
      • de verplichting tot het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het doen van opgravingen, of
      • de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een erkende partij op het gebied van de archeologisch monumentenzorg.

15.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  • a. de medebestemmingen van archeologische verwachting geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. het gebied van op de verbeelding genoemde bestemming uit het oogpunt van bescherming van archeologische waarden aan te passen indien uit aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek blijkt dat deze gronden aanpassing behoeven.