direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: Holy-Zuidwest
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0200bpHozw2009-0040

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. railverkeer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding;
  • b. spoorwegen met ten hoogste 2 sporen (exclusief eventuele rangeersporen);
  • c. een stationsaccomodatie;
  • d. (overdekte) wachtruimtes;
  • e. fietsenstallingen;
  • f. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • g. voet- en rijwielpaden;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • j. straatmeubiliair;
  • k. voorzieningen van algemeen nut;
  • l. kunstwerken;
  • m. waterlopen en waterpartijen;
  • n. oeververbindingen (bruggen);
  • o. regionale fietsroutes;
  • p. het bepaalde in:
  • artikel 19 (Leiding - Gas);
  • artikel 21 (Waarde - Archeologie 2);
  • artikel 22 (Waarde - Archeologie 3).

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen verkeer

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van een gebouw bedraagt 15 m²;
  • d. ten aanzien van het bouwen van een abri of een telefooncel, mogen deze ten hoogste 25 m² bedragen.

15.2.2 Gebouwen railverkeer

Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale inhoud bedraagt 25 m³;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak bedraagt maximaal m;
  • d. gebouwen zijn buiten het bouwvlak toegestaan onder de volgende voorwaarden:
  • de gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen de gronden, die zijn aangeduid met 'bijgebouwen';
  • de maximale oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak bedraagt 20% van de oppervlakte van het bouwvlak per bouwperceel;
  • de minimale afstand tot op de perceelsgrens bedraagt 3 meter;
  • de maximale bouwhoogte bedraagt 4 meter, met dien verstande dat indien de maximale bouwhoogte van gebouwen gelegen op hetzelfde bouwperceel als bedoeld in sub d minder bedraagt dan 4 meter, de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan deze hoogte.

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering bedraagt 12 meter;
  • b. overkappingen zijn niet toegestaan, tenzij dit bestemd is voor railverkeer behoudens de maximale bouwhoogte van 3 m;
  • c. met dien verstande dat er slechts één overkapping per bouwperceel gerealiseerd mag worden tot maximaal 30 m²;
  • d. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5 meter;
  • e. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken voor railverkeer, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter;
  • f. de maximale bouwhoogte voor lichtmasten ten behoeve van railverkeer bedraagt 12 meter.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.