direct naar inhoud van 5.5 Beheer
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

5.5 Beheer

5.5.1 Wonen
5.5.1.1 Algemeen

Gemeente Vianen wordt in de structuurvisie gekenschetst als een aantrekkelijke gemeente om in te wonen, waarbij de historische sfeer van de binnenstad als één van de belangrijke redenen wordt genoemd. De binnenstad biedt een aantrekkelijk woonmilieu voor bepaalde groepen huishoudens, met name de één- en tweepersoonshuishoudens. Ook gezinnen met kinderen zijn en blijven welkom.
Gestreefd wordt naar een zo gevarieerd mogelijk woonmilieu. Vanwege de andere functies van de binnenstad, als centrumstedelijk milieu met horeca, cultuur en historie, kan slechts gedeeltelijk worden voorzien in de vraag naar wonen. Ook zal voor de bestaande (vaak monumentale) woningen minder ruimte aanwezig zijn voor het levensloop bestendig maken.

In de binnenstad moet ruimte zijn en blijven voor gezinnen met kinderen, hoewel het merendeel wellicht de voorkeur geeft aan een meer kindvriendelijke en groenere wijk. Daarnaast zal ook aandacht moeten komen voor de blijvende huisvesting van senioren en starters in de binnenstad. De toevoeging van woningen in de binnenstad zal voornamelijk plaatsvinden binnen de bestaande voorraad. Het aantal nieuwbouwlocaties in de binnenstad is beperkt (zie paragraaf 5.4). Direct buiten de binnenstad zijn eventueel nog enkele mogelijkheden aanwezig (bijvoorbeeld Sluiseiland en De Bleek).
Binnen de bestaande woningvoorraad wordt gedacht aan (aanvullende) maatregelen als:

  • labelen van nultreden woningen/benedenwoningen in de binnenstad voor senioren;
  • bij nieuwbouw de woningen levensloopbestendig en duurzaam maken;
  • wonen combineren met publieke functies, zoals wonen boven winkels, werken , musea e.d. (mits goed toegankelijk, desnoods vanaf de achterzijde; zie 5.5.1.2) );
  • mogelijkheden voor omzetten van grote panden in kleine wooneenheden.

Met het toevoegen van nieuwe woningen moet rekening gehouden worden met de extra parkeerplaatsen die daarvoor nodig zijn. Daarbij zal als stelregel gelden dat de extra parkeervraag zoveel mogelijk op eigen terrein dient te worden opgevangen.

5.5.1.2 Wonen boven winkels of werken

In het kader van het project 'Wonen boven Winkels' is het belangrijk om de woonfunctie in de binnenstad te versterken door:

  • leegstand tegen te gaan,
  • te bevorderen dat leegstaande/vrijkomende panden een woonfunctie krijgen, en
  • handhavend op te treden tegen onttrekking aan de woonfunctie van woonruimten boven winkels;
  • splitsen van bovenwoningen toe te staan op de Voorstraat;
  • verhogen van de sociale veiligheid.

Het gaat daarbij om zowel de combinatie van wonen boven winkels of wonen boven werken in het centrum, als om het herintroduceren van de 'pure' woonfunctie op strategisch gelegen locaties in het gebied rondom het centrum. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan de vergroting van het economische draagvlak van (winkel-)voorzieningen in het centrumgebied, wat de verscheidenheid ten goede komt.
Een belangrijk punt van aandacht daarbij is de geluidoverlast die deze woningen kunnen ondervinden vanwege aanwezige 'rumoerige' centrumfuncties.

5.5.1.3 Doorwerking naar het bestemmingsplan

De binnenstad kent vele functies. Het is ook een belangrijk woongebied. In het bestemmingsplan wordt de binnenstad opgedeeld in deelgebieden waarin wonen:

  • de dominante functie is;
  • de nevengeschikte functie is.

Daar waar de woonfunctie dominant is (en moet blijven) wordt voor de woningen een normale bestemming 'Wonen (W)' opgenomen. Binnen de woonfunctie zijn beroepen en bedrijven aan huis mogelijk (één van de voorwaarden is dat wonen daarbij de belangrijkste functie blijft).

Binnen de juridische regeling voor de andere bestemmingen wordt de woonfunctie zoveel mogelijk beschermd. In de meer globale bestemmingen (Centrum, Gemengd e.d.) wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen de woonfunctie op de begane grondlaag en de daarboven gelegen verdiepingen.
Vanuit het bestemmingsplan wordt, in het kader van woningsplitsing, geen beperking opgelegd aan de minimale omvang van een zelfstandige (boven)woning. Voor een woning gelden de minimale eisen van het bouwbesluit.

5.5.2 Detailhandel en dienstverlening
5.5.2.1 Algemeen

Vianen maakt onvoldoende gebruik van het historische karakter van de binnenstad om de eigen bewoners aan de eigen winkels te binden. De binnenstad van Vianen heeft geen regiofunctie en ondervindt veel concurrentie. Het winkelaanbod is beperkt van omvang en er is onvoldoende sprake van een aaneengesloten winkelgebied.

Voor veel grotere winkelketens geldt een ondergrens van ten minste 40.000 inwoners voor nieuwvestiging. In Nederland komen steeds meer winkelruimten leeg te staan, deze ontwikkeling is ook in Vianen merkbaar. De groei van de leegstand wordt niet enkel veroorzaakt door de economische crisis, maar ook door winkelen via het internet. Het aantal winkels zal gaan afnemen en de detailhandel zal zich moeten gaan toeleggen op 'cross chanelling', de integratie van de fysieke winkel met digitale winkelconcepten en beleving. Daarnaast willen bezoekers steeds meer verrast worden tijdens het winkelen. Dit houdt in dat behoefte bestaat aan winkelgebieden waar zowel plaats is voor kleine als voor grote winkels en waar bovendien ook andere zaken te beleven zijn

Het is alle hens aan dek om de Voorstraat (in samenwerking met ondernemers) als kernwinkelgebied te behouden. Het behoud van de Voorstraat als winkelgebied voor de komende periode wordt door de gemeente als een behoorlijke uitdaging beschouwd. Het zal niet alleen betekenen dat op alle mogelijke bedreigingen adequaat gereageerd zal moeten worden, maar ook dat terughoudend met wijzigingen in de infrastructuur en parkeren en dergelijke moet worden omgegaan. Veranderingen in de infrastructuur moet niet alleen goed doordacht zijn, maar moeten ook rusten op een breed draagvlak.
Eén en ander betekent dat voor een betere presentatie van het winkelgebied gestreefd moet worden naar een concentratie van de winkelactiviteiten, liefst in een aangesloten winkelfront. In de aanloopstraten kunnen kleinere (meer gespecialiseerde) winkels zich vestigen. Bij voorkeur meer in galerieachtige sfeer, om het wandelen van de parkeerplaatsen naar winkelgebied te veraangenamen, in combinatie met wonen.

Voor de weekmarkt wordt een uitbreiding voorgesteld naar een middag/avondmarkt. Het blijkt dat middag- en avondmarkten erg populair zijn. Voor werkende inwoners is het momenteel lastig om naar de weekmarkt te gaan.

Wat betreft de Voorstraat wordt voorgesteld om als gemeente te investeren in de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit zal over het algemeen leiden tot een toename aan particuliere investeringen die bijdragen aan de gewenste kwaliteitsimpuls van de Voorstraat.
Een meer levendige sfeer (terrassen, meer bomen, plantenbakken en dergelijke) is wenselijk, waarbij de aanwezige auto's minder dominant aanwezig zijn. Ook kan daarbij worden gekeken naar de mogelijkheid om een gedeelte van de Voorstraat (bijvoorbeeld ter hoogte van het gemeentehuis) in te richten als een verblijfsplein met enkele permanente terrassen. Hier zouden periodiek ook andere kunst- en/of antiekmarkten kunnen worden georganiseerd. Een verblijfsplein met terrassen kan een verhoogde aantrekkingskracht hebben voor de Voorstraat. De blijvende bereikbaarheid van de winkels voor bevoorrading (tijdens de ochtenduren) is daarbij van belang.

5.5.2.2 Bedrijven Investerings Zone (BIZ) Voorstraat Vianen

Per 1 januari 2012 is door de gezamenlijke binnenstadondernemers aan de Voorstraat / Lijnbaan (verenigd in de Ondernemersvereniging Vianen) en de gemeente Vianen een Bedrijven Investerings Zone (BIZ) opgericht voor een periode van ten minste 5 jaar.

Een BIZ maakt het mogelijk voor ondernemers om gezamenlijk te investeren in een aantrekkelijke en veilige bedrijfsomgeving, waar alle ondernemers in de zone aan meebetalen. De betrokken ondernemers bepalen of en welke gezamenlijke investeringen zij willen doen en maken daarvoor een plan van aanpak.
In het plan staat onder meer wat men gezamenlijk wil financieren en welke begroting daarbij hoort. Als de gemeente met het plan akkoord gaat en er is voldoende draagvlak, dan kan een heffing worden ingesteld voor alle ondernemers in het betreffende gebied. De gemeente keert de opbrengst uit aan een speciaal voor de BIZ opgerichte stichting, die de activiteiten namens de ondernemers uitvoert.

De doelstelling van de BIZ Voorstraat Vianen wordt als volgt samengevat:

  • het realiseren van een representatief en veilig winkelgebied met een aangenaam verblijfsklimaat voor ondernemers en consumenten;
  • creëren van bekendheid;
  • profilering van de winkelstraat in Vianen en de regio;
  • het versterken van de recreatieve functie van de straat;
  • het versterken van ondernemersklimaat;
  • het verbeteren van bereikbaarheid, bewegwijzering en parkeergelegenheid.

In het Plan van Aanpak BIZ Voorstraat Vianen (d.d. oktober 2011) worden diverse maatregelen en activiteiten benoemd en begroot.

5.5.2.3 Doorwerking naar het bestemmingsplan

De economische functies in de historische binnenstad zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad. Ontwikkelingen aan de aanbodzijde en aan de vraagzijde bepalen heel erg het functioneren van de economische functies, zoals schaalvergroting, digitalisering, de factor beleving en thematisering aan de aanbodzijde. Aan de vraagzijde, de zijde van de consument, zien we dat het gedrag vertaald kan worden in de begrippen gemak en vermaak. Vooral voor een historische binnenstad als Vianen ligt de nadruk op vermaak.
Om economische functies voor de binnenstad te behouden is het van belang om in het bestemmingsplan, naast het behoud van het historische karakter van de binnenstad als geheel en van panden individueel, de dynamiek zoveel mogelijk te faciliteren. Daarbij is vergroting van het kernwinkelgebied niet wenselijk, de compactheid is juist een kracht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0037.jpg"  
Afbeelding - deelgebieden in de binnenstad  

Instandhouding en versterking van de winkelfunctie in de binnenstad is één van de centrale uitgangspunten. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de ondernemers (i.c. BIZ) in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor een evenwichtig winkelaanbod, winkelopeningstijden, een aantrekkelijke inrichting en uitstraling van de winkels.
Het bestemmingsplan kan enkel dienen om de locaties en omvang aan te geven. Op basis hiervan worden de grenzen aangegeven waarbinnen ontwikkelingen op dit gebied mogelijk zijn:

  • binnen het kernwinkelgebied aan de Voorstraat wordt op de begane grond uitgegaan van aaneengesloten, publiekgerichte functies. In de planregels (bestemming 'Centrum 1') worden op de begane grond enkel die functies mogelijk gemaakt die dit uitgangspunt ondersteunen. Als functies wordt daarbij voornamelijk gedacht aan detailhandel, winkelondersteunende (dag)horeca (lunchrooms, ijssalon e.d.), en publiekgerichte dienstverlening verwant aan detailhandel (reisbureau, uitzendbureau, kapper e.d.). Wonen is feitelijk ondergeschikt.
    Het principe is hier: niet-woonfuncties op de begane grond en wonen in eerste instantie alleen op de verdiepingen (met uitzondering van bestaande situaties);
  • de aanloopstraten maken géén deel uit van het kernwinkelgebied. Hier is (kleinschalige) detailhandel gemengd met andere (kleinschalige) functies waaronder vaak ook wonen (op de begane grond). In de planregels wordt aangegeven welke functies op welke bouwlagen gecombineerd kunnen worden.
5.5.3 Horeca
5.5.3.1 Algemeen

Horeca levert een belangrijke bijdrage aan de levendigheid en ontmoetingsfunctie van de binnenstad. Horeca kan de winkelfunctie ondersteunen en speelt een belangrijke rol bij de toeristische functie van de binnenstad. Door de gemeente wordt ingezet op:

  • de binnenstad Vianen als gastvrije ontmoetingsplaats voor de bewoners en bezoekers;
  • een ruim variatie in kwalitatief goede horeca-aanbod;
  • ruimte voor innovatie en diversiteit;
  • clustering van horeca;
  • synergie met andere functies (bijvoorbeeld grandcafé i.c.m. internetcafé en werkplaatsen voor ZPP-ers);
  • leefbaarheid voor de bewoners van de binnenstad beschermen.

Op basis van 'geldend beleid' bestaat er in principe geen ruimte meer voor nieuwe vestigingen. De ruimte voor verbreding en variatie zou dan vooral bereikt moeten worden binnen het bestaande aanbod. Door een nadere differentiatie te maken tussen verschillende vormen van horeca kan men meer gewenste (lichtere) vormen van horeca stimuleren terwijl de meer zwaardere vormen van horeca worden afgeremd.
Wat betreft clustering wordt uitgegaan van een focus op de Voorstraat. Met de gewenste herinrichting van de Voorstraat zou gekeken kunnen worden om een deel van de Voorstraat meer als (horeca)plein geschikt te maken met bomen en ruimte voor permanente terrassen.

In het kader van de functionele analyse is voorgesteld om het maximum aantal horecavestigingen in de binnenstad uit te breiden met ten minste drie à vier nieuwe (lichte) horecavestigingen op een aantal specifieke locaties. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een nieuwe horecavestiging (restaurant) in de Buitenstad in aansluiting op de geplande nieuwe jachthaven in de uiterwaarde, een horeca-uitspanning ter hoogte van de Zomerdijk/Ringdijk (Coupure) een horecafunctie in een mogelijke stadsboerderij aan de westzijde van de binnenstad.
Wellicht is er nog ruimte voor een hotel annex grandcafé aan de Voorstraat in het oude politiebureau aan de Voorstraat 56.

5.5.3.2 Doorwerking naar het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen ondersteunende horeca en zelfstandige horecavestigingen. Het aantal zelfstandige horecavestigingen wordt opnieuw gemaximeerd.
Ondersteunende horeca wordt geacht integraal deel uit te maken van de functie waar het deel van uitmaakt, hierbij wordt gedacht aan een koffiebar in een winkel of museum en een lunchroom in een warenhuis.
De beide feestzalen (i.c. Stichting Kerkelijk Zalencentrum Het Klooster en De Korte Inloop) worden in het kader van dit bestemmingsplan evenmin aangemerkt als horecavestiging, maar als zodanig aangeduid binnen de bestemming 'Maatschappelijk'.

Door voor de zelfstandige horecavestigingen een duidelijke horeca-indeling op te nemen kan specifieker worden aangegeven waar welke vormen van horeca wel en waar niet mogelijk zijn. In de regels is een Staat van horeca-activiteiten (bijlage 3) opgenomen. In deze staat wordt onderscheid gemaakt in:

  • 1. lichte horeca:
    • a. winkelondersteunende horeca (lunchroom, croissanterie, ijssalon e.d.);
    • b. overige lichte horeca (restaurant, hotel e.d.);
  • 2. middelzware horeca (café, bar e.d.);
  • 3. zware horeca (dancing/discotheek, nachtclub, muziekcafé e.d.).

Op basis van de bovenstaande indeling kunnen de bestaande horecabedrijven als volgt worden ingedeeld:

Naam   Adres   Omschrijving   Categorie  
Chinees restaurant Kota Radja   Langendijk 41   restaurant   horeca 1  
De Graaf van Brederode   Voorstraat 26   restaurant   horeca 1  
Pizzeria Middelandse Zee   Voorstraat 35   restaurant   horeca 1  
Sint George Pizzeria Steakhouse   Voorstraat 42   restaurant   horeca 1  
Cafetaria Van Luijn   Voorstraat 74   cafetaria   horeca 1  
Eethuis De Vrijstad   Voorstraat 101   restaurant (B&B)   horeca 1  
Mamma Mia   Voorstraat 114   restaurant   horeca 1  
Fortunato   Weesdijk 52   ijssalon   horeca 1  
Café restaurant De Brazz   Korte Kerkstraat 27   café-restaurant   horeca 2  
Café ´t Fust   Voorstraat 9   café   horeca 2  
Café Shamrock   Voorstraat 47   café   horeca 2  
Café Bar De Vrienden   Voorstraat 68   café   horeca 2  

Bestaande vestigingen
In het kernwinkelgebied langs de Voorstraat wordt de aanwezigheid van lichte horeca (categorie 1) aanvaardbaar geacht. Deze vorm van horeca kan de winkelfunctie ondersteunen en speelt een belangrijke rol bij de toeristische functie van de binnenstad. Er worden in hoofdzaak maaltijden en dranken verstrekt. De horeca 1-vestigingen zijn in beginsel alleen overdag en 's avonds open en passen binnen het woon- en leefklimaat. Lichte horeca (categorie 1) wordt voor de Voorstraat beschouwd als een functie die zich vrijelijk mag vestigen, net zoals detailhandel en dienstverlening. De bestaande horeca 1-vestigingen langs de Voorstraat worden dus niet op de verbeelding aangeduid.
De horeca 1-vestigingen buiten het kernwinkelgebied (Weesdijk, Langendijk en Korte Kerkstraat) worden wel specifiek aangeduid.
De bestaande horecavestigingen zijn in eerste instantie toegestaan op de begane grond.

Middelzware horeca (categorie 2) wordt, vanwege het risico van overlast voor de woon- en leefomgeving, niet beschouwd als een functie die zich vrijelijk mag verplaatsen. De op dit moment in de binnenstad aanwezige horeca 2-vestigingen worden door specifieke functie-aanduidingen op de verbeelding weergegeven binnen de onderliggende bestemmingen. De bestaande horecavestigingen zijn in eerste instantie toegestaan op de begane grond

Voor de aangeduide horecavestigingen geldt:

  • verandering van bestaand horeca 2 naar horeca 1 (downsizen) mag als recht;
  • verandering van bestaand horeca 1 naar horeca 2 (upgraden) mag in principe niet. Upgraden wordt als nieuwvestiging beschouwd. Dit kan uitsluitend door middel van een wijziging van de verbeelding. Bij wijziging worden dezelfde voorwaarden gesteld als bij nieuwvestiging (zie onder 'Nieuwvestiging horeca 2').

Voor de bestaande horecavestigingen gelden de volgende uitbreidingsmogelijkheden:

  • enkel voor horeca 1-vestigingen is uitbreiding naar één bovengelegen verdieping onder voorwaarden toegestaan. Een uitzondering wordt gemaakt voor het voormalige politiebureau (Centrum 2);
  • uitbreiding in een aanwezige kelder zal over het algemeen geen extra overlast geven. In het bestemmingsplan wordt hier geen uitspraak over gedaan. Daarbij wordt opgemerkt dat in de praktijk de uitbreiding naar een kelder belemmerd kan worden door bepalingen uit sectorale wetgeving, zoals de Drank- en Horecawet;
  • uitbreiding op het achterterrein wordt op de verbeelding beperkt door de omvang van de betreffende functie-aanduiding;
  • uitbreiding naar een naastgelegen pand betreft in de praktijk het samenvoegen van twee panden. Het al dan niet samenvoegen van twee waardevolle panden wordt in het bestemmingsplan in eerste instantie afgewogen in het kader van het beschermd stadsgezicht. Daarnaast kan door dergelijke uitbreiding van de horeca 2-vestiging grotere hinder ontstaan. Een nadere beoordeling is nodig, daarbij worden dezelfde randvoorwaarden gesteld als bij nieuwvestiging.
afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0038.jpg"  
Afbeelding - horeca-ontwikkelingsgebieden  

Nieuwvestiging horeca 1
In het kernwinkelgebied langs de Voorstraat wordt de aanwezigheid van lichte horeca (horecacategorie 1) aanvaardbaar geacht. In de planregels is binnen de bestemmingen 'Centrum 1' en 'Centrum 2' geen maximum opgenomen voor het aantal horeca 1-vestigingen langs de Voorstraat.

Langs de aanloopstraten (o.a. Weesdijk, Langendijk en Korte Kerkstraat) zijn, behoudens de bestaande vestigingen, binnen de bestemming 'Gemengd 1' geen nieuwe horeca 1-vestigingen toegestaan.
Met een wijzigingsbevoegdheid is één extra horeca-1 vestiging toegestaan in de Buitenstad ('horeca-ontwikkelingsgebied III').

Nieuwvestiging horeca 2
Voor de binnenstad wordt het aantal middelzware horeca-vestigingen (horeca 2) beperkt tot het bestaande aantal. Deze zijn op de verbeelding aangegeven. Het aantal vestigingen mag niet toenemen. De horeca 2-vestigingen mogen zich onder voorwaarden wel verplaatsen.
Op grond van een wijzigingsbevoegdheid krijgen B&W de bevoegdheid om een horeca 2-aanduiding op de verbeelding te verwijderen en te verplaatsen naar één van de drie horeca-ontwikkelingsgebieden. Aan deze wijzigingsbevoegdheid wordt in de regels een aantal randvoorwaarden verbonden:

  • in 'horeca-ontwikkelingsgebied I' zijn maximaal 4 horeca 2-vestingen mogelijk. In horeca-ontwikkelingsgebied zijn al 2 bestaande vestigingen aanwezig. Deze mogen binnen het ontwikkelingsgebied worden verplaatst;
  • in 'horeca-ontwikkelingsgebied II' is maximaal 1 nieuwe horeca 2-vestiging mogelijk;
  • in 'horeca-ontwikkelingsgebied III' is maximaal 1 nieuwe horeca 2-vestiging mogelijk.

In de gehele binnenstad zijn in totaal maximaal 4 horeca 2-vestigingen toegestaan.

Géén nieuwvestiging horeca 3
In de binnenstad zijn geen zware horeca-vestigingen (horeca 3) aanwezig. Het bestemmingsplan biedt geen mogelijk voor de nieuwvestiging van horeca 3.

Bed&breakfast binnen wonen
Bed&breakfast wordt met omgevingsvergunning binnen woningen mogelijk gemaakt. In de planregels zijn voorwaarden opgenomen (alleen in hoofdgebouw, maximum percentage van de woning, voorkomen van verkeersaantrekkende werking, geen onevenredige aantasting van de karakteristiek van het stadsgezicht).

5.5.4 Bedrijven en zakelijke dienstverlening

Voor de levendigheid en het economisch functioneren van de binnenstad zijn zakelijk dienstverlening en bedrijven van groot belang. Het beleid is er dan ook op gericht om in de binnenstad een aantrekkelijk vestigingsmilieu te behouden. Vooral voor kleinschalige kantoren met een publieksfunctie en kleine bedrijven is de binnenstad een aantrekkelijke vestigingsplaats of een broedplaats. Het is in het belang van de totale stad om aan deze behoefte ruimte te blijven bieden.
In de binnenstad kunnen zakelijke dienstverlening en ambachtelijke bedrijven enigszins gespreid een plaats krijgen. Voor de (autonome) groei van de werkgelegenheid is het van belang dat aan dergelijke initiatieven zoveel mogelijk medewerking wordt verleend. Kleinschalige, niet-milieuhinderlijke bedrijven met een publieksfunctie kunnen zoveel mogelijk aan de beoogde aanlooproutes geconcentreerd worden.

Eventuele milieu-effecten en de ruimtelijke inpasbaarheid van initiatieven voor nieuwe bedrijvigheid vragen specifieke aandacht. Regulering van de effecten op de omgeving kan plaatsvinden middels de in de regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten en daarnaast via de milieuwetgeving (vergunningverlening en handhaving). Een belangrijke voorwaarde tot toelating is dat de verkeersbewegingen en verkeersoverlast worden beperkt.

Doorwerking naar het bestemmingsplan
Het behoud van de werkfunctie is één van de centrale opgaven, voor zover de mate van hinder van deze functie aanvaardbaar wordt geacht voor de woonfunctie in het gebied (bijvoorbeeld géén nieuw bouwbedrijf, maar wel zakelijke dienstverlening):

  • in het kernwinkelgebied is de aanwezigheid van nieuwe bedrijven - anders dan detailhandel en dienstverlening met een publieksfunctie - niet wenselijk;
  • in gemengde gebieden zijn de bestaande bedrijven en nieuwe kleinschalige (niet-milieuhinderlijke) bedrijven mogelijk. Ook zakelijke dienstverlening is toegelaten;
  • grotere bedrijven in de binnenstad worden als zodanig bestemd.
5.5.5 Maatschappelijke en culturele voorzieningen

Ten aanzien van de aanwezige maatschappelijke en culturele voorzieningen worden in de komende periode geen grote veranderingen verwacht.
De aanwezige maatschappelijke voorzieningen (tweetal kerken, basisschool, buurt-/wijkcentra en het gemeentehuis) worden positief bestemd, waarbij een zekere mate van vrije uitwisseling en menging van maatschappelijke functies (inclusief ondergeschikte horeca) mogelijk is.
Binnen de gemengde gebieden worden maatschappelijke voorzieningen eveneens mogelijk gemaakt. Daar waar nodig worden ze specifiek aangeduid.

Het gemeentelijk museum wordt binnen de bestemming Centrum-1 specifiek als 'cultuur en ontspanning' aangeduid. Ten behoeve van het voormalige politiebureau zijn binnen de ruime bestemming 'Centrum 2' cultuur en ontspannings-voorzieningen overal als recht toegestaan.

5.5.6 Openbare ruimte
5.5.6.1 Algemeen

De openbare ruimte van de binnenstad wordt gevormd door het historische patroon van straten, pleinen, stegen, grachten. Voor de binnenstad wordt uitgegaan van de bestaande verkeersstructuur. Uitsluitend bestemmingsverkeer wordt in de binnenstad wenselijk geacht. Door de smalle wegen en krappe bochten is de binnenstad slechts in zeer beperkte mate “doorwaadbaar'.

Voor het parkeren wordt in de parkeernota een aantal oplossingen/maatregelen aangedragen. Een aantal daarvan wordt als haalbaar aangemerkt. Zo wordt geadviseerd om aan de noordzijde van de binnenstad het aantal beschikbare parkeerplaatsen uit te breiden.
Bij het Hofplein is op dit moment een extra (tijdelijke) parkeerruimte (P3) aanwezig, bereikbaar vanaf de Ringdijk. Voor dit parkeerterrein is destijds een tijdelijke ontheffing verleend; medio 2014 worden deze parkeerplaatsen verwijderd. Direct ten oosten van de Buitenstad wordt buitendijks een parkeerterrein voor 60 parkeerplaatsen gerealiseerd. Het parkeerterrein wordt landschappelijk ingepast. Een belangrijke voorwaarde daarbij is een goede aanlooproute naar de binnenstad.

Het parkeren aan de noordzijde kan verder worden verbeterd, door een betere benutting van parkeerterrein P1 en P2. Naast een betere verlichting en camerabewaking (sociale veiligheid) wordt hierbij gedacht aan een verbetering van de looproute over de Langendijk (herinrichting, vervallen parkeerplaatsen). Ook wordt aangenomen dat door de bouwplannen van Sluiseiland de sociale veiligheid rondom P1 aanmerkelijk zal verbeteren.
Aansluitend zou de looproute via de Spekdambrug aantrekkelijker moeten worden gemaakt voor voetgangers. Voor mensen die op het parkeerterrein (P1) of langs de Kanaalweg parkeren is dit een veel gebruikte route naar de binnenstad. Aan de nut en noodzaak van een extra loopbrug ter hoogte van Walsland wordt getwijfeld.

Voor nieuwe functies wordt er in eerste instantie naar gestreefd om op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen aan te leggen. Wanneer hier niet aan voldaan kan worden zal moeten worden bezien of er op loopafstand voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn.
Het is belangrijk om het parkeerbeleid beter te handhaven. Door aanvullende parkeermaatregelen, gericht op het terugbrengen van het aantal beschikbare parkeerplaatsen voor bezoekers, zal het gebruik van de centrale parkeerplaatsen toenemen.

De openbare ruimte in een binnenstad is een economisch waardevol bezit en staat voortdurend onder druk. Kenmerkend voor een binnenstad is dat de inrichting en gebruik van de openbare ruimte kan veranderen. Door te investeren in een hoogwaardige en flexibele inrichting met zorgvuldig onderhoud en beheer, blijft de openbare ruimte zijn aantrekkingskracht uitoefenen. Mensen moeten zich kunnen verplaatsen, te voet, per fiets, bus en auto. Er moeten plekken zijn om even uit te rusten en om de fiets en de auto te kunnen parkeren. Daarnaast moet er ruimte zijn voor evenementen, festiviteiten en de markt. De openbare ruimte moet gastvrij, veilig en aantrekkelijk zijn ingericht, zonder allerlei obstakels. Zo kan worden nagedacht om langs de Ringdijk en Zomerdijk zitbankjes te plaatsen.
De voetgangersbrug vanaf de supermarkt op de Lijnbaan via de stadsmuur en theekoepel naar de Voorstraat blijft de voorkeur van de gemeente behouden.

5.5.6.2 Doorwerking naar bestemmingsplan

De wegen, het water en het groen worden in het bestemmingsplan als zodanig in flexibele bestemmingen (Verkeer - Verblijfsgebied, Water en Groen) vastgelegd. Daarmee wordt ook het bestaande, historische patroon van straten en pleinen, grachten en stegen vastgelegd.

Specifieke verkeers- of parkeermaatregelen vallen overwegend buiten de invloedssfeer van het bestemmingsplan. Binnen de diverse bestemmingen wordt voldoende ruimte geboden voor aanpassingen in de bestaande inrichting. De inrichting van de openbare ruimte (Voorstraat, Langendijk e.d.) wordt niet via het bestemmingsplan geregeld, maar via een beeldkwaliteitplan of een inrichtingsplan openbare ruimte.

De looproutes van en naar de parkeerplaatsen kunnen in het bestemmingsplan wel worden ondersteund door in de aangrenzende bebouwing de toegestane functies te verbreden (Gemengd - 1 en Gemengd - 2). Door meer publiekgerichte functies, zoals galeries toe te staan worden de looproutes aantrekkelijker gemaakt.