direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie
Plan: Vianen, Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0001-VG01

Artikel 11 Recreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan': een ijsbaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': een recreatiebedrijf, waar personen die hun vaste verblijfplaats elders hebben, voor recreatieve doeleinden verblijf kunnen houden in kampeermiddelen dan wel recreatiewoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': een recreatiewoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-kampeerterrein met oeverrecreatie': een kampeerterrein met oeverrecreatie;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-oeverrecreatie middelwaard': oeverrecreatie;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': een volkstuin;

alsmede voor:

  • g. voor de gronden zijn gelegen binnen een afstand van 5 m uit de bestemming Water, zonder verdere aanduiding: onderhoud en beheer van de aangelegen hoofdwatergang;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met dien verstande dat:

  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding stacaravans' zijn stacaravans toegestaan;
  • j. in afwijking van het bepaalde onder i geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' maximaal 10 stacaravans zijn toegestaan;
  • k. horeca te dienste van de bestemming uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduidingen: 'ijsbaan', 'kampeerterrein' en 'kampeerterrein met oeverrecreatie'.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan te plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. gemeenschappelijke voorzieningen alsmede de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' en 'kampeerterrein met oeverrecreatie' zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • c. in afwijking op het bepaalde in sub b geldt dat ter plaatse van het kampeerterrein aan de Lekdijk sanitaire voorzieningen, kleedruimtes, bergingen en overdekte speelvoorzieningen alsmede een beheers- en dienstruimte van ten hoogste 60 m² buiten het bouwvlak zijn toegestaan, met dien verstande dat de totale bebouwing buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 2% van de grond gelegen buiten het bouwvlak en binnen een straal van 15 m gemeten vanaf de waterkant geen bebouwing mag worden opgericht;
  • d. overigens geldt het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max. oppervlak   max. inhoud   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen)   één, tenzij middels een maatvoering-aanduiding anders is aangegeven     600 m³   6 m   9 m  
bijgebouwen bij de bedrijfswoning     75 m²     3 m   6 m  
centrale voorziening ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'     zie bijlage 1       6 m  
overige gebouwen en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'     zie bijlage 1       3 m  
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning'       100 m³      
bedrijfsgebouwen ter plaatse van 'specifieke vorm van recrea- tie-oeverrecreatie Middelwaard'     300 m²     3 m   5 m  
overige bedrijfsgebouwen     zie bijlage 1     3 m   9 m  
stacaravan     60 m²       3 m  
berging bij stacaravan   1 per stacaravan   6 m²       2,5 m  
andere bouwwerken ten dienste van de bestemming (met uitzondering van verlichtingsmasten)           4 m  
verlichtingsmasten           15 m  

11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Ten behoeve van extra bebouwing

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 teneinde de maximaal toegestane bebouwde oppervlak te vergroten met ten hoogste 10% mits:

  • a. de vergroting noodzakelijk is in verband met een verbetering van de kwaliteit van de desbetreffende recreatieve voorziening;
  • b. daardoor de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast.

11.3.2 Ten behoeve van vergroten bebouwingshoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de in de regels vastgelegde bebouwingshoogten met dien verstande dat de bebouwingshoogten met maximaal 10% mogen worden vergroot.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in dit artikel bedoelde gronden te gebruiken:

  • a. als hoofdwoonverblijf (permanente bewoning) van de als zodanig aangeduide recreatiewoningen en van de kampeermiddelen ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' en 'specifieke vorm van recreatie-kampeerterrein met oeverrecreatie';
  • b. voor horeca-activiteiten anders dan het gebruik als kantine, restaurant c.q. clubgebouw ten dienste van en uitsluitend gericht op de betreffende recreatieve voorziening.