direct naar inhoud van 5.4 Waterhuishouding
Plan: Strijensas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpss-vg01

5.4 Waterhuishouding

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf. (PM reactie)

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europees:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet;
  • Beleidslijn grote rivieren.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Regionaal:

  • Deelstroomgebiedsvisie Zuid-Holland Zuid.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe het waterschap Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt.

Gemeentelijk beleid

Op 25 november 2008 heeft de raad van de gemeente Strijen het Waterplan Strijen voor het gehele grondgebied vastgesteld. Hierin is een inventarisatie gemaakt van knelpunten, kansen, een waterstructuurvisie wordt uitgewerkt waarin een ideaal beeld wordt geschetst voor het jaar 2027 en maatregelen worden geselecteerd voor de komende vijf jaar. De hoofddoelstelling van het Waterplan Strijen is om te komen tot een duurzaam watersysteem voor de gemeente Strijen. Dat wil zeggen, het realiseren van een veilig, schoon en aantrekkelijk watersysteem waarbij de beheer- en onderhoudsaspecten verregaand zijn geoptimaliseerd. Hierbij is rekening gehouden met de verwachte klimaatverandering, de doelstellingen die gesteld worden vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) met betrekking tot de waterkwaliteit alsmede de verbrede zorgtaak van de gemeenten inzake de grondwaterproblematiek en verzameling van overtollig hemelwater zoals opgenomen in de Wet gemeentelijke watertaken.

In het Gemeentelijk rioleringsplan Strijen 2011-2015 (GRP) is een aantal beleidskeuzes opgenomen die betrekking hebben op de manier, waarop Strijen haar zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater wil invullen. Voor de invulling van de drie zorgplichten zijn vijf doelen geformuleerd. De doelen zijn in dit GRP geconcretiseerd door middel van functionele eisen en maatstaven zodat getoetst kan worden of de situatie in Strijen aan de gestelde doelen voldoet. De primaire doelen van de rioleringszorg zijn:

  • 1. zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater;
  • 2. zorgen voor transport van stedelijk afvalwater;
  • 3. zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier);
  • 4. zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater;
  • 5. zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied omvat de kern van Strijensas.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse voornamelijk uit zavel. Er is sprake van grondwatertrap VI. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand varieert tussen de 0,4 m en de 0,8 m beneden maaiveld en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 1,2 m beneden maaiveld ligt. Lokaal komt kwel voor.

Waterkwantiteit

Het plangebied is gelegen in peilvak 18-1. Hier wordt een vast peil van NAP -1,8 m gehanteerd. Binnen het plangebied is een boezemwatergang aanwezig, de Strijense Haven. Daarnaast zijn de watergangen rond de Sassedijk 55-63 aangemerkt als hoofdwatergangen. De watergang langs de Havenstraat is aangemerkt als 'overig water'.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

De Stijense Haven is aangemerkt als KRW-waterlichaam. Door het waterschap Hollandse Delta worden maatregelen uitgevoerd om de waterkwaliteit te verbeteren.

Veiligheid en waterkeringen

De Buitendijk/Sassedijk is aangemerkt als primaire waterkering. Het plangebied ligt deels in de kern- en beschermingszone van deze waterkering. Deze dijk voldoet niet aan de veiligheidsnormen. Dat betekent dat de dijk versterkt moet worden om deze ook in de toekomst veilig te houden. Het waterschap zal dit de komende jaren gaan doen.

Afvalwaterketen en riolering

Binnen het plangebied is hoofdzakelijk een gemengd rioleringssysteem aanwezig.

Toekomstige situatie

In het plangebied wordt vervangende woningbouw aan de Suze Groenewegstraat en de Adrianus van Vugtstraat mogelijk gemaakt. Bestaande woningen worden gesloopt. De nieuwbouwplannen zijn nog niet concreet. Per saldo zal het verhard oppervlak in het plangebied gelijk blijven. 10% van een eventuele toename dient gecompenseerd te worden in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt, als deze toename meer dan 250 m² bedraagt.

Afvalwaterketen en riolering

Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:

  • hemelwater vasthouden voor benutting;
  • (in)filtratie van afstromend hemelwater;
  • afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater;
  • afstromend hemelwater afvoeren naar RWZI.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Veiligheid en waterkeringen

De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water en waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan is het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.