3.3.1 Wro-zone wijzigingsgebied-2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-2' te wijzigen in de bestemming Wonen met inachtneming van de volgende regels:
-
a. van de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien sprake is van bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 60% van het bouwperceel met een maximum van 250 m², met dien verstande dat bij sloop van gebouwen maximaal de helft van de oppervlakte van de bebouwing mag worden teruggebouwd tot een maximum oppervlakte van 500 m²;
-
c. het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;
-
d. de maximaal toelaatbare goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen wordt niet gewijzigd;
-
e. voor de maximale goot- en bouwhoogte van overige gebouwen en van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de bepalingen uit artikel 11;
-
f. een besluit tot wijziging ten behoeve van de beoogde functie mag niet eerder worden genomen dan nadat is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie.