direct naar inhoud van 5.3 Planregels
Plan: Dorp III 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpdp-vg01

5.3 Planregels

De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 geeft de planregels behorende bij de in het plangebied voorkomende bestemmingen, waaronder de hierboven genoemde bestemmingen. Hoofdstuk 3 bevat de algemene, voor het gehele plangebied geldende, regels en Hoofdstuk 4 bevat tot slot de overgangsregels en de slotregel. In deze paragraaf worden alle planregels kort nader toegelicht.

5.3.1 Inleindende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

5.3.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

Binnen het plangebied komen nog enkele agrarische gronden voor. Deze gronden zijn in gebruik voor akkerbouw en glastuinbouw. Andere vormen van agrarisch gebruik, behalve intensieve veehouderij, is binnen de bestemming toegestaan. Per agrarisch bedrijf mag één bedrijfswoning gebouwd worden met in totaal 40 m² aan bijgebouwen.

Per bedrijf is daarnaast 2.000 m2 aan bedrijfsgebouwen (niet zijnde kassen) toegestaan. Voor kassen geldt dat ten hoogste het bestaande oppervlak aan kassen is toegestaan waarbij geldt dat de richtafstanden tot woningen in acht dienen te worden genomen.

Artikel 4 Bedrijf

In het plangebied komen verschillende nutsvoorzieningen en een rioolwaterzuiveringsinstallatie voor. De kleine nutsvoorzieningen hebben de aanduiding "nutsvoorziening" gekregen. De rioolwaterzuiveringsinstallatie heeft een aparte functieaanduiding "rioolwaterzuiveringsinstallatie" gekregen. De bouwregels maken gebruik van dit onderscheid. De bouwregels voor de nutsvoorzieningen zijn veel beperkter dan voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Artikel 5 Groen

De waardevolle openbare groenstroken, veelal gelegen tussen woningen of langs verkeerswegen, zijn bestemd als "Groen". Hierbij kan ook gedacht worden aan stroken rondom de voorkomende watergangen. Daarnaast zijn enkele andere groenplekken als zodanig bestemd. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m. Tevens zijn speelvoorzieningen, voet- en fietspaden binnen de bestemming Groen opgenomen.

Artikel 6 Kantoor

De graveerinrichting is bestemd als "kantoor" met de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - grafeerinrichting'. Dit is conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP). Inhoudelijk is aangesloten bij de regeling zoals neergelegd in het vigerende bestemmingsplan.

Artikel 7 Maatschappelijk

Aan het Stockholmplein ligt de bibliotheek en op de hoek met de Julianastraat het politiebureau. Aan de Sportlaan ligt het dorpshuis en een jongeren ontmoetingsplek. Aan de Prins Clausstraat achter het zwembad ligt de scouting. Al deze locaties zijn bestemd met de bestemming "Maatschappelijk". Het bouwvlak uit het vigerende bestemmingsplan is overgenomen zodat kleinschalige veranderingen ook in dit bestemmingsplan mogelijk blijven. Bij de scouting was geen bouwvlak opgenomen in het vigerend plan. In het nieuwe plan is dat wel het geval. De goot- en bouwhoogte alsmede het oppervlak zijn eveneens overeenkomstig het vigerend plan.

Artikel 8 Sport

Het zwembad, de sportvelden met bijbehorende clubgebouwen en parkeerplaatsen hadden de bestemming "Recreatie" en hebben in dit bestemming de bestemming "Sport" gekregen. Dit is conform de SVBP 2008. Binnen de bestemming worden een tweetal functieaanduidingen gebruikt: te weten "zwembad" en "sportveld". Binnen de aanduiding "sportveld" zijn zowel de sportvelden, bijbehorende clubgebouwen als de parkeerplaatsen mogelijk.

In de specifieke gebruiksregels is het geluidscherm voor de glijbaan aan de Prins Clausstraat een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Deze was eveneens in het vigerende plan opgenomen. Tevens zijn bij het zwembad kleinschalige horeca en activiteiten van sociale en/of culturele aard mogelijk.

Artikel 9 Tuin

De bestemming Tuin is opgenomen in het noorden van het plangebied. Het betreft hier enkele voormalig agrarische percelen die niet meer als zodanig in gebruik zijn.

Artikel 10 Verkeer

De wegen binnen het plangebied krijgen de bestemming Verkeer. Verder vallen binnen deze bestemming de openbare ruimten en de groenvoorzieningen die niet worden gerekend tot het structurele groen van het gebied. Opgenomen is dat het aantal rijstroken per rijbaan maximaal 1 mag bedragen. Dit is conform de bestaande situatie. Het toevoegen van een extra rijstrook is daardoor niet mogelijk.

Artikel 11 Water

De hoofdwatergangen die door het plangebied heenlopen zijn bestemd voor Water. Binnen de bestemming zijn slechts steigers en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een maximale hoogte van 3 m. Steigers mogen uiterlijk 1,5 m uit de oever steken. Overige watergangen die in het plangebied voorkomen zijn binnen de overige bestemmingen mogelijk gemaakt.

Artikel 12 Wonen

Hoofdgebouwen

De meest voorkomende functie in het plangebied is het wonen. Hierbij worden verschillende vormen van wonen onderscheiden. Zoals aaneengebouwde woningen, twee-aaneengebouwde woningen, vrijstaande woningen en gestapelde woningen.

Binnen de bestemming Wonen zijn voor diverse woonsoorten bouwaanduidingen opgenomen. Hierbij is een verschil gemaakt tussen vrijstaande woningen (vrij), twee-aaneengebouwde woningen (tae) en gestapelde woningen (gs). Verder zijn regels opgenomen met betrekking tot de situering en oriëntatie van gebouwen. De maximale goothoogte die aangehouden moet worden is aangegeven op de verbeelding. Voor wat betreft de bouwregels is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen om, onder voorwaarden, de situering van het hoofdgebouw op het perceel te wijzigen.

Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn toegestaan tot een oppervlak van ten hoogste 65 m². Hierbij moet ten minste een afstand worden aangehouden van 2,5 m tot de voorgevel van het hoofdgebouw. Voor garages geldt dat een afstand van ten minste 5 m tot aan de bestemming Verkeer aangehouden dient te worden. Hierbij is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen om de afstand te verkleinen, mits het aantal parkeerplaatsen niet wordt beperkt.

Artikel 13 Waterstaat - Waterkering

De waterkeringen in het plangebied zijn bestemd voor Waterstaat - Waterkering. Bij de waterkering behoren beschermingszones. Dit kunnen diverse zones zijn zoals de kernzone, de 1e of 2e beschermingszone. In overleg met de waterbeheerder wordt bepaald welke van deze zones planologische relevant zijn. Deze zones zijn op de verbeelding vastgelegd en voorzien van een beschermende regeling zoals opgenomen in Artikel 13.

5.3.3 Algemene regels

Artikel 14 Antidubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 15 Algemene bouwregels

Overschrijding bouwgrenzen

De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.

Bestaande afstanden en andere maten

In de planregels zijn diverse regelingen opgenomen die aangeven wat maximaal of minimaal toelaatbaar is. Deze regelingen kunnen betrekking hebben op hoogten, breedten, diepten, oppervlakten, afstanden of aantallen. Ruimtelijke overwegingen hebben bepaald welke maat als maximum of minimum is aangegeven. Lang niet alle bestaande situaties voldoen echter aan de betrokken maten. Het negeren van deze bestaande maten zou betekenen dat het betrokken gebouw onder het overgangsrecht valt, met alle gevolgen van dien (alleen gedeeltelijk vernieuwen of veranderen, alleen herbouw na calamiteit etc.). Dit is uitdrukkelijk niet de bedoeling. Overgangsrecht is immers alleen aan de orde, wanneer te verwachten is dat het betrokken gebouw gedurende de looptijd van het bestemmingsplan zal worden geamoveerd.

Het onder het overgangsrecht brengen zou ook tot praktische complicaties leiden, aangezien dan onduidelijk is of - bijvoorbeeld - het gehele gebouw onder het overgangsrecht valt of alleen dat gedeelte waarmee de betrokken maten worden overschreden.

Om dit soort verwikkelingen te voorkomen, is in artikel 14 een regeling opgenomen die voorkomt dat overgangsrecht van toepassing is, indien de gestelde maxima of minima niet met de bestaande situaties in overeenstemming zijn.

Uiteraard geldt de betrokken regeling niet indien een bestaand bouwwerk wordt afgebroken en op een andere plek wordt herbouwd. In dat geval gelden de als maximaal of minimaal gestelde maten onverkort. Voorts is de regeling uitsluitend van toepassing ter plaatse van de reeds bestaande afwijking. Dit houdt in dat indien een gebouw dat - bijvoorbeeld - volgens de reguliere planregels te dicht op de zijdelingse perceelgrens is gebouwd, wordt vergroot, de regeling niet van toepassing is.

Met betrekking tot de bestaande maten is als peildatum gekozen voor het moment waarop het bestemmingsplan in werking is getreden. Dit is het eerste moment waarop nog uitsluitend conform het geldende bestemmingsplan, in casu de daarin vastgelegde maxima en minima, kan worden gebouwd.

Artikel 16 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Bij bestemmingsplannen bestaat de kans dat bij toetsing van bouwaanvragen sprake is van aanvullende werking van de bouwverordening, omdat het bestemmingsplan ter zake van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening (zoals gevel- of rooilijnen) niets regelt. Dit artikel beperkt de aanvullende werking van de bouwverordening tot brandveiligheid, bereikbaarheid en parkeren.

Artikel 17 Algemene afwijkingsregels

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene bevoegdheid tot afwijken opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

Artikel 18 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.

5.3.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

Bouwwerken

In lid 19.1 is het overgangsrecht ten aanzien van bouwen neergelegd. Uitbreiding van de bebouwing is slechts mogelijk met een afwijking die verleend wordt door het bevoegd gezag.

Gebruik

De eerste drie subleden van lid 19.2 zijn de (reducerende) overgangsregels opgenomen met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken voor zover dat gebruik afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Hiervan is uitgezonderd strijdig gebruik dat al in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden. Dit sluit aan bij de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waaruit blijkt dat, indien de gemeente strijdig gebruik gewraakt heeft, er geen beroep op het overgangsrecht mogelijk is.

Artikel 20 Slotregel

Het laatste artikel van de planregels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.