direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Dorp III 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpdp-vg01

4.4 Ecologie

Samenvatting

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in bijlage 1 en het uitgebreide ecologische veldonderzoek zoals opgenomen in bijlage 2.

Huidige situatie

Het plangebied bestaat uit een groot deel van de Oranjewijk en de gehele sportvelden met de daaraan grenzende bebouwing rond de Apollostraat en Saturnusstraat alsmede enkele agrarische percelen langs de Oud Bonaventurasedijk.

Beoogde ontwikkelingen

Het bestemmingsplan is deels conserverend en deels ontwikkelingsgericht van aard. Grotendeels is er sprake van grootschalig onderhoud en renovatie van bestaande woningen. Op enkele plaatsen is er sprake van sloop/nieuwbouw die niet geheel past binnen de huidige bebouwingscontouren. Het betreft:

  • de sloop en nieuwbouw van woningen aan de Emmastraat, Marijkestraat en Bernhardstraat;
  • de uitbreiding van het dorpshuis aan de Sportlaan;
  • de sloop van woningen aan de Julianastraat, Bernhardstraat en Groene Kruisstraat ten behoeve van parkeerplaatsen;
  • de sloop van het Groene kruisgebouw en 3 garageboxen op de hoek Marijkestraat/Groene Kruisstraat en de nieuwbouw van vijf woningen op dezelfde locatie;
  • de sloop van woningen op de kop van de Bernhardstraat en de nieuwbouw van appartementen op deze locatie.

Resultaten onderzoek

Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ten westen van Strijen ligt het Natura 2000-gebied Oudeland van Strijen. Ten zuiden ligt het recent gerealiseerd natuurbeschermingsgebied De Oeverlanden. Op nog grotere afstand van het plangebied liggen de Natura 2000-gebieden Hollands Diep en Biesbosch. Directe effecten als areaalverlies, versnippering en verandering van de waterhuishouding kunnen dan ook op voorhand worden uitgesloten. Mogelijk dat indirecte effecten als verontreiniging en verstoring wel op kunnen treden.

Het bestemmingsplan maakt ontwikkelingen mogelijk. Het betreft hier ontwikkelingen als sloop-nieuwbouw. Het feitelijke gebruik van het gebied blijft dan ook gelijk. Er is nauwelijks sprake van een toename van het verkeer, waardoor verontreiniging (stikstofdepositie) van de Natura 2000-gebieden kan worden uitgesloten. Verstoring van de Natura 2000-gebieden is gezien de afstand en tussenliggende, reeds verstorende bebouwing en infrastructuur ook niet aan de orde.

Soortenbescherming

Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (hierna Ffw) nodig zal zijn en of het reƫel is te verwachten dat deze zal worden verleend.

Het bestemmingsplan voorziet in ontwikkelingen, met name sloop-nieuwbouw. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden.

Op enkele slooplocaties zijn verblijfplaatsen van gierzwaluw, huismus, gewone dwergvleermuis en laatvlieger aangetroffen. De verblijfplaatsen van de ruige dwergvleermuis bevinden zich buiten de invloedsfeer van de slooplocaties. Van alle genoemde soorten is in de Oranjewijk een relatief grote populatie aanwezig, waarbij ook de niet bekeken woningblokken vermoedelijk van groot belang zijn voor de instandhouding van deze soorten. Om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen, wordt een mitigatieplan opgesteld.

Conclusie

De Natuurbeschermingswet 1998, het EHS-beleid van de provincie en de Flora- en faunawet staan de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.