Artikel 23 Algemene wijzigingsregels
23.1 Algemeen
23.1.1 Wijziging nutsvoorzieningen/bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
-
a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse grondoppervlakte van ten hoogste 40 m² en een goothoogte van ten hoogste 4 m, zulks voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 22, algemene afwijkingsregels, niet kunnen worden gebouwd;
-
b. de wijziging van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen ten behoeve van de overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag niet met meer dan 15 % worden vergroot.
23.2 Bedrijf/Kantoor/Groen (wijzigingsgebied 2)
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van het 'wro-zone - wijzigingsgebied - 2' de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied' (artikel 4) Groen (artikel 6) en 'Water' (artikel 9) wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' (artikel 5), 'Kantoor', 'Water' (artikel 9), 'Verkeer' (artikel 8) en/of 'Groen' (artikel 6) met inachtneming van de volgende regels:
-
a. bedrijven en kantoren zijn gelieerd aan de glastuinbouw;
-
b. bedrijven veroorzaken geen ontoelaatbare milieuhinder ten opzichte van de omliggende woningen;
-
c. er wordt een passende milieuzonering opgenomen;
-
d. het bebouwingspercentage bedraagt ten hoogste 70% per bouwperceel;
-
e. de goot- en bouwhoogte bedraagt respectievelijk ten hoogste 7 m en 9 m;
-
f. ten behoeve van de waterhuishouding dient ten minste 10% van het oppervlak van het wijzigingsgebied voor water te worden bestemd;
-
g. indien een hoofdwatergang (gedeeltelijk) wordt gedempt, mag van de bevoegdheid tot wijziging niet eerder gebruik worden gemaakt dan nadat zeker is gesteld dat de watergang voor 100% wordt gecompenseerd binnen het peilgebied;
-
h. nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
-
i. Wgh-inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
j. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
-
k. de bodemkwaliteit ter plaatse van de wijziging dient geschikt te zijn voor de beoogde functie;
-
l. burgemeester en wethouders kunnen regels stellen ten behoeve van het bepaalde in sub a tot en met k.
23.3 Wijziging ten behoeve van de verbreding van wegen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen 'Agrarisch' (artikel 4), 'Wonen' (artikel 10), 'Groen' (artikel 6), 'Water' (artikel 9), 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' (artikel 7) en 'Bedrijf' (artikel 5), wijzigen in de bestemming 'Verkeer' (artikel 8) met inachtneming van de volgende regels:
-
a. nader onderzoek toont aan dat verbreding noodzakelijk is;
-
b. verbreding vindt alleen plaats van de Ruigendijk, de Konneweg, de Ruggeweg en de Westerlandseweg;
-
c. de wegverbreding bedraagt ten hoogste 1 m aan weerszijden van de weg;
-
d. indien een hoofdwatergang (gedeeltelijk) wordt gedempt, mag van de bevoegdheid tot wijziging niet eerder gebruik worden gemaakt dan nadat zeker is gesteld dat de watergang voor 100% wordt gecompenseerd binnen het peilgebied;
-
e. de bodemkwaliteit ter plaatse van de wijziging dient geschikt te zijn voor de beoogde functie;
-
f. indien verbreding in de ecologische hoofdstructuur plaatsvindt, wordt zorg gedragen voor compensatie.
23.4 Wijziging van waterlopen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen 'Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied' (artikel 4), 'Wonen' (artikel 10) en/of 'Groen' (artikel 6) wijzigen in de bestemming 'Water' (artikel 9) en de bestemming 'Water' (artikel 9) wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouwintensiveringsgebied' (artikel 4), met inachtneming van het volgende:
-
a. indien een hoofdwatergang (gedeeltelijk) wordt gedempt, mag van de bevoegdheid tot wijziging niet eerder gebruik worden gemaakt dan nadat de watergang voor 100% is gecompenseerd binnen het peilgebied;
-
b. de watertoevoer voor glastuinbouwbedrijven langs de betreffende wegen blijft gewaarborgd;
-
c. indien deze wijziging ertoe leidt dat zonder gebruikmaking van artikel 4.7.2 de bebouwbare oppervlakte voor glastuinbouwbedrijven wordt vergroot, bedraagt de afstand tussen kassen en de grens van woonbestemmingen ten minste 25 m;
-
d. voorafgaande aan het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid wordt overleg gepleegd met de waterbeheerder.